donderdag 29 november 2012

Heeft herdenken toekomst?

Steeds vaker komt het voor dat er consternatie ontstaat over hoe we de doden uit de Tweede Wereld Oorlog herdenken. Ondanks het feit dat opinieonderzoeken aangeven dat de meerderheid van de bevolking het nog steeds nuttig en noodzakelijk vindt om te herdenken, wordt er duidelijk achter de schermen aan de herdenkingen gesleuteld. Er zijn in de laatste jaren een aantal incidenten geweest die dit ook aangeven. Ten eerste hebben de autoriteiten in de vorm van het 4/5 Mei Comité besloten dat de herdenkingen niet alleen meer de Tweede Wereld Oorlog beslaan, maar ook andere conflicten. Onder deze conflicten vallen bij voorbeeld de politionele acties in Indonesië, de oorlog in Korea en ook de vele zogenaamde vredesmissies.

Dit is in feite de eerste stap geweest op een steeds gladder wordende helling. In theorie mag het mooi klinken om iedereen te herdenken die in conflicten zijn gevallen, maar dat gaat voorbij aan de zin van de originele herdenkingen. De Tweede Wereld Oorlog was geen conflict maar een algemene menselijke ramp die voortkwam uit de imperialistische doelen van een aantal verschillende staten. Het fascisme was de aanstoker van deze oorlog, en daarom ook werd het een bevrijdingsoorlog tegen het fascisme. Precies aan dit feit mag nooit voorbij gegaan worden. Deze oorlog was heel anders van karakter dan de conflicten die er intussen zijn geweest en daarom ook is het van belang om juist deze oorlog en haar slachtoffers te blijven herdenken.

Maar de autoriteiten hebben duidelijk een ander idee. Steeds opnieuw worden proefballonnetjes opgelaten om te zien of het mogelijk is de herdenkingen te verbreden en te veranderen zodat het karakter van de Tweede Wereld Oorlog meer naar de achtergrond verdwijnt. Een voorbeeld is dat afgelopen 4 Mei bijna een gedicht over een dode SSer op De Dam in Amsterdam werd voorgelezen. Pas nadat een aantal organisaties dreigden de herdenking te boycotten werd het gedicht teruggetrokken. Dan was er de geschiedenis in Vorden waar een eigenwijze burgermeester het onzalige idee kreeg om op de 4de Mei ook Duitse soldaten te herdenken. Joodse organisaties waren gedwongen om dit via de rechter te voorkomen. Ondanks dit alles wil de burgemeester in beroep gaan tegen de beslissing van de rechter, die het herdenken van Duitse soldaten verbood.

Het toppunt van dit alles werd recentelijk in Geffen bereikt. Daar was een idioot, er is geen ander woord voor te vinden, op het idee gekomen om op een nieuw oorlogsmonument de namen van Duitse soldaten te vermelden naast de namen van de slachtoffers. Als of er geen verschil bestond. Het idee was dat eigenlijk iedereen die was omgekomen slachtoffer van de oorlog was. Het noemen van al de namen moest verbroederen. Daar heb je dat woord weer. Weer kwam er een storm van protest, vooral uit Joodse hoek en de gemeente moest bakzeil halen. Het monument staat er nu zonder de namen. Maar ook dit incident kreeg nog een staartje. Een priester had tijdens een kerkdienst de brutaliteit om toch alle namen voor te lezen tijdens een dienst zonder onderscheid tussen slachtoffers en daders. Uiteindelijk was het bisdom gedwongen om excuses aan te bieden voor het onacceptabele gedrag van de man.

Zo zien we hoe de vervlakking toeslaat. Het zijn ook geen incidenten meer. Er is duidelijk een regie die aangeeft dat we geen verschil meer moeten maken. Iedereen die omkwam moet als slachtoffer worden gezien, schijnt de denkwijze te zijn. Blijft de vraag waarom? Er zijn verschillende verklaringen mogelijk. Ten eerste is het duidelijk dat het systeem de ideologische kant van de Tweede Wereld Oorlog naar de achtergrond wil dringen. Dat doe je door alleen nog maar slachtoffers te zien en geen daders. Immers als er daders zijn wil je weten hoe die tot hun daden zijn gekomen. Dat het fascisme hier achter zat wil men in het vergeetboek laten verdwijnen. Het systeem is een meester in  geschiedvervalsing. Als Communisten maken we dat al sinds 1945 mee. Alleen onder dwang wordt de rol van de CPN in het verzet genoemd. Als het echt niet anders kan, en vaak dan nog wordt het in het negatieve getrokken.

In wat er nu aan de hand is nemen de Nederlandse autoriteiten de tactiek over die in Duitsland de laatste jaren erg populair is geworden. Kort na de oorlog zwegen de Duitsers alles dood. Ze gaven wel toe dat er dingen waren gebeurd, maar zelf wisten ze daar niets van dus waren ze ook niet verantwoordelijk. Er kon dus maar beter over gezwegen worden. In de laatste 20 jaar gaat het anders. Ze willen tonen dat ze het verleden wel degelijk aan het verwerken zijn en in plaats van zwijgen laten ze alle gruwelijkheden van de oorlog zien. Maar dan wel van beiden kanten. Het commentaar is dan dat het vreselijk is wat er is gebeurd en dat het nooit meer mag gebeuren. Maar dat er verschil is tussen daders en slachtoffers wordt minimaal benoemd. Eigenlijk wordt iedere gevallene als slachtoffer gezien. Dat iemand voor dit alles verantwoordelijk was en de eerste stappen had gezet blijft op de achtergrond. En als er al een dader wordt benoemd is het de Hitlerkliek zelf, die allemaal al lang dood zijn en dus makkelijk weg te zetten als de misdadigers, die ze natuurlijk waren. Dat anderen ook schuld hadden wordt niet gezegd.

Nederland probeert nu een beetje hetzelfde te doen. Dingen als vrijheid en verbroedering worden abstract gemaakt zodat het ware karakter van de oorlog buitenschot blijft. Een tweede verklaring zou kunnen zijn dan men af wil van het beeld van oorlog als een verschrikking. Door de crisis en het mislukken van het Euro project wordt er ook binnen Europa weer een verhoogde concurrentiestrijd gevoerd. In een eerder artikel spraken we al over onderdrukte en onderdrukkende landen. Het is niet zo moeilijk om dit soort praktijken weer tot een oorlog op te drijven. Ook het toenemende nationalisme kan daarin een rol spelen.

Het juiste standpunt in dit alles is om de vastgestelde vorm van de herdenkingen te handhaven en de herdenkingen te beperken tot de Tweede Wereld Oorlog. Ander conflicten kunnen op andere wijzen en andere dagen worden herdacht. Het fascisme, de moord op 6 miljoen Joden, de enorme offers van de Sovjet Unie en de ongelooflijke vernietiging maken de Tweede Wereld Oorlog tot een uitzonderlijke oorlog, die ook op uitzonderlijke wijze herdacht moet worden. Gelijktijdig is het een waarschuwing aan alle oorlogshitsers en het systeem in het algemeen. Wij zullen nooit meer accepteren dat de mensheid door het imperialisme op dergelijke wijze wordt afgeslacht. Dat moet de kern zijn van het herdenken en ook het voeren van oppositie tegen nieuwe conflicten die door het systeem worden uitgelokt en opgevoerd als noodzakelijk. De enige noodzaak is het verdwijnen van het imperialisme, dan verdwijnen ook de conflicten en oorlogen. Herdenken heeft dus toekomst, maar alleen als we het op de juiste en gepaste wijze doen.

donderdag 22 november 2012

Koerdische hongerstaking gestopt zonder resultaat

De hongerstaking van Koerdische gevangenen in Turkse gevangenissen is voorbij, 67 dagen nadat de actie begon op 12 september. Het einde kwam na een oproep van de Koerdische leider Abdullah Öcalan, die zelf sinds 1999 gevangen zit op het eiland Imrali. Hij deed de oproep nadat hij bezoek had gehad van zijn broeder, Mehmet. Iedereen die de Ierse hongerstakingen van de jaren 80 heeft meegemaakt, kan alleen maar opluchting voelen als er een hongerstaking ten einde gaat zonder dat er dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Toch moeten we bij het einde van deze hongerstaking enige kanttekeningen plaatsen, die van belang zijn voor toekomstige acties. Het is nodig om even goed te kijken naar de woorden van Öcalan die uiteindelijk een einde aan de actie maakten.

Abdullah Öcalan zei dat hij het wapen van de hongerstaking niet de juiste manier vindt om eisen af te dwingen. Verder zei hij dat hongerstakingen eigenlijk buiten de gevangenissen moeten plaats vinden en dat de staking nu gestopt kon worden omdat het doel bereikt was. Ten eerste is het vreemd dat de Koerdische leider nu de hongerstaking afkeurt als actievorm, want de PKK heeft sinds haar ontstaan regelmatig gebruik gemaakt van hongerstakingen, vooral in de gevangenissen. De eerdere acties moeten de goedkeuring van Öcalan hebben gehad, want hij heeft nooit iets gedaan om deze actievorm uit te bannen. Integendeel. Ten tweede is het onzinnig om te zeggen dat hongerstakingen niet in de gevangenissen plaats moeten vinden, maar juist daarbuiten. Dit is zeker geen revolutionair standpunt.

Als revolutionair buiten de gevangenis probeer je zo lang mogelijk in leven te blijven, en ook in goede conditie omdat je op die manier je vijanden het beste kunt bestrijden. Op geen enkele manier ga je jezelf ondermijnen of verzwakken, wat tijdens een hongerstaking gebeurd. Hongerstaken buiten de gevangenis doe je niet omdat je heel veel andere manieren hebt om je vijanden onder druk te zetten of aan te vallen. In de gevangenis ligt dit natuurlijk anders. Er kunnen omstandigheden zijn die actief verzet nodig maken en dan is de hongerstaking, naast de opstand, het enige alternatief. Je hebt immers geen andere wapens. Het enige wapen dat je tot je beschikking hebt is je eigen lichaam. Dat kun je onder bepaalde omstandigheden inzetten. Bijvoorbeeld als het regime in de gevangenis zo onmenselijk is dat strijd voor verbetering nodig is. De eis in Ierland was dat gevangenen als krijgsgevangenen en niet als criminelen werden behandeld. Dat was een rechtvaardige eis, die uiteindelijk ook werd ingewilligd.

In het geval van de Koerdische hongerstaking moet je je afvragen of de actie echt gerechtvaardigd was. De eisen waren eigenlijk heel breed; Abdullah Öcalan moest weer bezoek van zijn advocaten mogen ontvangen, er moest meer acceptatie van de Koerdische taal komen en de gevangenisomstandigheden moesten worden verbeterd. De laatste eis zou een hongerstaking rechtvaardigen, onder bepaalde omstandigheden, maar de eerste twee eisen zeker niet. Van de eisen is er geen enkele echt ingewilligd, dus hoe Abdullah Öcalan kan beweren dat het doel gehaald is valt niet te verklaren. Daar komt nog bij dat de eerste eis ook niet met de realiteit overeen komt. Het was immers op 17 november niet de eerste keer dat Öcalan bezoek kreeg van zijn broer. Mehmet Öcalan was ook al in september op Imrali. Van een totale isolatie was dus geen sprake meer.

Voor alle duidelijkheid; het is juist dat de hongerstaking nu voorbij is en dat er geen dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Maar de vraag is wel waarom al deze offers nodig waren, als de actie zo snel zonder resultaten kan worden afgeblazen. Want laat er geen misverstand over bestaan, een langdurige hongerstaking is een lijdensweg die moeilijk te beschrijven is aan iemand die het niet van nabij heeft meegemaakt. Zelfs nu dat de staking voorbij is zullen veel van de hongerstakers grote lichamelijke schade hebben opgelopen. Organen worden aangetast en sommige beschadigingen komen pas jaren later aan het licht. Dat is de bittere waarheid voor iedereen die ooit aan een langdurige hongerstaking heeft deel genomen.

We moeten vaststellen dat het wapen van de hongerstaking in de laatste jaren zijn scherpte heeft verloren. De autoriteiten negeren deze actievorm meer en meer en ook de pers, landelijk en internationaal, heeft steeds minder interesse. De grote offers van de hongerstakers zijn dus steeds vaker voor niets. Dit geldt nog meer als de autoriteiten gaan denken dat hongerstakingen niet meer tot het einde worden voortgezet. Ze kunnen dan rustig achterover leunen en afwachten.

De conclusie moet zijn dat er heel voorzichtig en spaarzaam met het wapen van de hongerstaking moet worden omgesprongen. Meer onbezonnen acties zullen de schade alleen maar groter maken en nog meer schade aanrichten bij de mensen die aan de actie deelnemen. Voor de hongerstaking moet in feite hetzelfde gelden als voor de gewapende strijd in het algemeen. Je gaat de confrontatie alleen aan als je ook daadwerkelijk een kans hebt om een overwinning te behalen. Zonder deze kans is het alleen een verspilling van revolutionaire levens.

donderdag 15 november 2012

Hoogheid Bierbuik

Ingezonden door Piet van den Bovenkamer

Hebt u zich ook afgevraagd waarom de recente kabinetsformatie anders verliep dan we gewend zijn? Ik wel. U weet nog wel, in de eerdere formaties speelde de koningin altijd een grote rol. Tenminste ze zorgde voor thee en koekjes na een drukke dag formeren. Over deze versnaperingen werd dan de voortgang besproken en kon Bea nog wat doorslaggevend advies geven. Als de ploeg er dan eenmaal stond was er de beëdiging achter gesloten deuren. Weer lekker informeel voor dat er een bezoek gebracht werd aan het tochtige bordes. Nu was het anders, Bea mocht vanaf een afstand toekijken en zelfs de beëdiging moest tegen haar wil op TV worden uitgezonden. Er was dus duidelijk aan het script gesleuteld. Dit op orders van de Tweede Kamer. Bij zoveel veranderingen op een rij ga je je afvragen wat daar achter steekt. Vandaag kan ik een tipje van de sluier oplichten.
Laatste zat ik in een restaurant in Den Haag. Geen dure tent natuurlijk, daar kan mijn proletarische begroting niet tegen. Maar ik zat dus daar en het toeval wilde dat aan de tafel naast me twee types van de RVD zaten. U weet wel de Rijks Voorlichtingsdienst. De ene man was al wat ouder en had blijkbaar de nodige ervaring. De tweede zag er als een nieuwe rekruut uit, en de oudere was bezig hem een beetje wegwijs te maken. Ik geef het gesprek hier nu even weer, de jonge man is A en de oudere B (klinkt samenzweerderig, niet?):

A: “Men heeft hare majesteit wel drastisch buiten de kabinetsformatie gehouden. Ik heb wel een beetje medelijden met haar. Het moet toch niet makkelijk voor haar zijn.” B: “Maar beste jongen, daar hoef je je echt geen zorgen over te maken. Dat hebben we zelf zo geregeld. In belang van de toekomst, begrijp je?” A: “Hoe zo de toekomst, en ik dacht dat het een besluit van de Tweede Kamer was. Iets met transparantie, of zo.” B: “Tja, dat denkt de Tweede Kamer zelf ook. We moeten ze ook lekker in die waan laten. Maar het was toch echt ons idee.” A haalt ongeduldig zijn schouders op. “Nu snap ik er helemaal niets meer van. Waarom zouden wij dat zo regelen, een beetje Bea pesten misschien?”
B moet onbedaarlijk lachen. “Wel nee, domoor, Bea heeft er eigenlijk helemaal niets mee te maken. Ga er maar even rustig voor zitten, dan leg ik het je uit. Kijk, het tijdperk Bea ligt bijna achter ons. Ze zal nog wel even doorsukkelen, maar de verandering zit al in de lucht. Dan komt Hoogheid Bierbuik op de troon.” A kijk verrast: “Noemen jullie de kroonprins nog steeds Bierbuik, ik dacht dat dit al lang was afgeschaft.” B schuift even op zijn stoel heen en weer. “Wij van de RVD zijn een conservatief en ouderwets clubje, als iemand bij ons eenmaal een etiketje heeft blijft dat heel lang plakken. Maar goed, ik zei dus dan komt Hoogheid Bierbuik op de troon. Op zich is dat geen probleem, maar we moeten er wel voorzichtig mee omgaan.”

A rolt van de ene verbazing in de anderen: “Vertrouwen jullie hem dan niet. Hij lijkt me wel een geschikte keer. Ook menselijk en zo, gooit met WC potten op Koninginnedag. Dat is toch leuk voor het publiek?” B: “Over die WC potten wil ik het maar niet hebben, daar is al genoeg shit over geweest. Maar het is wel zo’n voorbeeldje. De man is gewoon oliedom. Een toekomstige koning doet dit soort dingen natuurlijk niet. Totaal onacceptabel. Maar daarin ligt niet het echte probleem. Het gaat veel meer om die blonde flamingo prinses.” A verslikt zich bijna in zijn kotelet. “Maxima, wat is er dan mis met haar?” B schudt vermoeid zijn hoofd. “Je begrijpt ook helemaal niets. Ik zeg je net dat Hoogheid Bierbuik oliedom is. Maar voor iedere hersencel die hij mist heeft zij er twee extra. En het ergste is dat ze ze nog gebruikt ook. Dit koekoeksei hebben we nog aan Bernhard te danken, die oude SSer.”
“Deze Maxima is niet alleen namaak blond, ze is ook een namaak engel. In werkelijkheid bemoeit ze zich overal mee, en ze wil ook overal aan draaien. Precies die Bernhard, die dacht ook dat hij van Nederland een bananenrepubliek kon maken. Daar heeft Drees, op onze orders, nog een stokje voor gestoken. Nu is het onze taak om ook deze indringer onschadelijk te maken. Daar zijn we nu mee bezig.”

A veegt zijn mond af. “Maar wat heeft dat dan met de formatie te maken, dat snap ik nog steeds niet.” B: “Kijk, we kunnen niet toestaan dat Hoogheid Bierbuik zich met de politiek gaat bemoeien. Want pal achter hem zit zij, sturen van de achterbank, noemen we dat. Dat zou echt niet in het landsbelang zijn. Te meer ook omdat zij nog regelmatig contact opneemt met pappie in Argentinië. En je weet wat voor overtuiging hij er op na houdt. We houden hem in de gaten, hoor. Hij is geen spat veranderd. We willen dus niet dat Blondie en pappie invloed krijgen op het beleid van ons mooie vaderlandje. Daarom zijn we al vast begonnen om de macht een beetje weg te halen. Niet om Bea, maar om wat daarna komt.”
“Als we dat gaan doen als hij eenmaal op de troon zit, schreeuwt hij moord en brand, en zij wordt natuurlijk helemaal hysterisch. Dat willen we niet, dus trekken we het kleedje nu al vast onder de voeten weg. Tegen de tijd dat hij dan de troon bestijgt, mag hij blij zijn dat hij nog een stoel heeft om op te zitten. Hij zal dus een doos zonder inhoud erven. We kunnen dan heel eenvoudig zeggen dat dit allemaal al in de tijd van zijn moeder is gebeurd, en dus met hem niets te maken heeft.” B kijkt zijn jonge collega tevreden aan. “We mogen bij de RVD een ingedut zootje zijn, maar we zitten zeker niet te slapen.” A knikt begrijpend. “Ik snap nog een ding niet. Waarom denkt de Tweede Kamer dat zij dit hebben veranderd, en dat gedoe met die eed ook.” B grinnikt.

“In alle fracties hebben we onze mannetjes, of vrouwtjes, natuurlijk. Als we iets willen spreken we dit clubje aan. Zij doen dan de rest en kunnen ook nog beweren dat ze het zelf hebben bedacht.” A begint nu te glimmen. “Briljant, ik dacht niet dat onze macht zo ver kon reiken.” B: “Je zit op de goede plek, jongen. Ze hebben het wel eens over de macht achter de troon, nou wij zijn de macht achter alles. Een het leuke is dat niemand dit in de gaten heeft. Als er iets gebeurd geven ze toch de AIVD de schuld.” A: “Ik kan niet wachten om aan de slag te gaan. Macht smaakt naar meer.” B: “Reken maar van Jetje. Ik heb mijn portefeuille in het paleis laten liggen, reken jij even af?”

Zo zit het dus. Zeg niet dat u niet gewaarschuwd bent.
Met genoegen,

Piet van den Bovenkamer
P.S. Misschien moeten we de RVD in het vervolg maar de Rijks Verduisteringsdienst noemen. 

donderdag 8 november 2012

Rutte II – niet meer dan een tussenstation

Het tweede kabinet Rutte is van start gegaan als uitkomst van de verkiezingen van 12 september. De VVD en de PvdA zijn er vrij snel en zonder veel problemen uitgekomen, dus word het nu tijd om te kijken welke houding wij tegenover deze regering moeten aannemen. Eerst moeten we even terughalen wat ook weer de inzet was voor de verkiezingen. Er waren een aantal prioriteiten. Ten eerste was het belangrijk om te voorkomen dat er een extreem rechts kabinet van VVD en PVV zou komen. Het zogenaamde Bruin II. Verder moest de PVV een flinke deuk krijgen. Als laatste was het belangrijk dat de Kunduz coalitie geen kans zou krijgen om te regeren. We weten immers allemaal nog wat voor maatregelen zij in petto hadden. Al deze prioriteiten hebben we zonder meer gehaald.

Een andere prioriteit was dat een linkse partij de grootste zou worden, en daarom hebben wij het advies gegeven om PvdA of SP te stemmen. Dit is niet gelukt; de PvdA werd tweede en de SP maakte pas op de plaats. Van een linkse meerderheid was natuurlijk helemaal geen sprake. We kunnen dus zeggen dat we niet alles hebben gehaald, maar dat we in ieder geval hebben voorkomen dat de heersende klasse haar meest radicale honden kan loslaten. Nu dus Rutte II. Op zich zitten er een aantal maatregelen in het pakket die goed zijn voor de mensen die het in de laatste jaren het zwaarst hebben gehad. Eindelijk wordt er weer een poging gedaan om de inkomensverschillen te verkleinen, hoewel we nog moeten afwachten of dit ook daadwerkelijk iets gaat opleveren. En solidariteit is weer een woord dat gebruikt mag worden. Dat het nog steeds een beleid van crisispolitiek en bezuinigingen is valt niet te ontkennen. Maar het feit dat veel meer dingen nu inkomensafhankelijk worden is een stap vooruit. Eindelijk worden de grootverdieners aangesproken op hun verantwoordelijkheid.

Natuurlijk zijn ze daar niet blij mee en het gekrijs uit VVD kringen over de nieuwe zorgpremies heeft veel aandacht getrokken. Toch is het juist dat zij die meer dan 140.000 euro mee naar huis nemen stevig betalen voor zorg. Mensen met een laag inkomen hebben al jarenlang meer dan 10 tot 20% van hun inkomen aan zorgpremies moeten betalen, wat pure diefstal was. Ook de veranderingen in de hypotheekrenteaftrek zijn juist en zeker welkom. Maar daar staat tegenover dat de WW korter zal duren en dat veel belangrijke voorzieningen wegbezuinigd zullen worden. Als we de balans van dit alles opmaken kunnen we zeggen dat het allemaal veel erger had kunnen zijn. De PvdA heeft de VVD op een aantal terreinen het mes op de keel gezet en dat was juist. Wat ook duidelijk vastgesteld kan worden is dat de SP het echt niet beter had gedaan als deze partij de grootste linkse partij was geweest. De SP is niet eens in staat gebleken om een behoorlijke verkiezingscampagne te voeren. In onderhandelingen met de VVD of wie dan ook was er al helemaal niets van terecht gekomen.

We kunnen dus vaststellen dat er onder de huidige omstandigheden en binnen het huidige systeem niet meer te halen was dan dat nu het geval is. Hoe moeten we nu om gaan met dit kabinet? Net als Lenin ons heeft geleerd moeten we slim te werk gaan, kritisch kijken en vasthouden aan onze principes. De maatregelen die ten gunste uitvallen van de Nederlandse arbeidersklasse zullen we steunen. Maar maatregelen die onze rechten en verworvenheden aantasten zullen we met alle middelen bestrijden. Overigens moeten we niet denken dat de komende jaren zonder strijd zullen verlopen omdat er nu een soort meerderheidskabinet van nationale eenheid zit. Als we goed om ons heen kijken zien we de strijd, nationaal en op Europees niveau, overal al aankomen. In heel Europa is verzet aan het ontstaan tegen de crisismaatregelen van de Europese heersers. Er wordt zelfs als gesproken over een Europa wijde algemene staking op 14 november. Ook de Nederlandse arbeiders zullen hard getroffen worden door het Euro geknoei van Merkel en Co. Dat vraagt dus om een antwoord, en zo’n antwoord moeten we echt niet van het nieuwe kabinet verwachten. Zo als altijd zal de echte strijd op straat worden uitgevochten en niet in de parlementen.

We moeten Rutte II als een tussenstation zien. Een werkelijke verandering van de maatschappij is van deze regering niet te verwachten. Er zullen wat dingen veranderen, en sommige zullen ten goede zijn. Maar het blijft gekriebel in de marges. Partijen die binnen het kader van het systeem werken kunnen nooit een oplossing bieden voor de huidige problemen.
Rutte II zal de banken zeker niet ter verantwoording roepen voor hun criminele activiteiten, al wordt er beweerd dat er meer controle komt.. Ook zal dit kabinet niet de strijd aan gaan met Brussel en de failliete kliek rond Merkel. Nog steeds zal de rekening bij de gewone burger terecht komen. Alleen wat anders verdeelt. Het zal zeker zo zijn dat de PvdA leiding de beste intenties heeft, maar zonder het loslaten van het kapitalisme is het een strijd die alleen verloren kan worden. Een tussenstation dus om erger te voorkomen.

We moeten opnieuw onder ogen zien dat tijdens de laatste verkiezingen en ook in het nieuwe parlement, geen enkele partij op de bres staat voor de rechten en de wensen van de arbeidersklasse. De werkend mensen mogen weer jaren betalen en zwijgen. Maar dit hoeft niet zo te zijn. In de komende jaren zal nog duidelijker worden dat Nederland een revolutionaire partij nodig heeft die de weg vrij maakt naar een socialistische maatschappij. De antwoorden liggen buiten het huidige systeem en de huidige logica. Iedereen kan dit zelf zien. Daar is geen politieke indoctrinatie voor nodig.
De tijd van het kapitalisme is bijna afgelopen. De steunpilaren van het systeem kunnen alleen nog maar tijd rekken. Maar ook dat zal op den duur niet helpen. Voor ons is belangrijk dat we ons zelf organiseren en terugvechten. En wij niet alleen, we zullen deze strijd voeren samen met onze strijdmakkers in heel Europa. De opstand is al lang begonnen, alleen de machthebbers willen dit niet zien. Maar de dag zal heel snel komen dat ze de ogen niet meer sluiten kunnen en de terugtocht moeten aanvaarden. Daarom blijft ons motto: organiseer en sla terug! Nu meer dan ooit!

donderdag 1 november 2012

Keert Amerika het Midden Oosten de rug toe?

Er zijn conflicten in de wereld die nooit opgelost lijken te worden. Neem bijvoorbeeld het conflict tussen Israel en de Palestijnen en de Koerdische kwestie. Beiden zijn langlopende brandhaarden die door het kapitalisme niet worden opgelost, maar wel als militair testgebied gebruikt. Vooral in het conflict tussen Israel en de Palestijnen kunnen we spreken van verdrukkende Amerikaanse inmenging. Toch lijkt hier de laatste jaren wat verandering in te komen. Niet dat een oplossing dichterbij is, maar er is een andere Amerikaanse handelswijze zichtbaar die de moeite waard is om bij stil te staan. Voor links is dit belangrijk omdat het conflict in het Midden Oosten een verscheurende werking heeft gehad.

Laten we eerst even terugkijken. Het is een vaststaand feit dat het Joodse volk een enorme invloed heeft gehad op de linkse beweging. Dit geldt zowel voor het Marxisme-Leninisme als ook de sociaal democratie. De meeste leiders en ideologen van beide stromingen hadden een Joodse achtergrond en dat heeft ook een grote invloed gehad op de ideologie op zich. Daar komt nog bij dat er in Oost en Midden Europa een grote Joodse socialistische beweging was die Der Bund heette. Deze organisatie had een massa aanhang onder het Joodse proletariaat. Toen in 1948 Israel ontstond werden deze invloeden meegenomen naar het beloofde land en jarenlang kende Israel een socialistisch systeem, waarvan de Kibboetsbeweging de meeste bekende uitdrukking was, maar zeker niet de enige. De pioniers die het land groot maakten hadden voor een groot deel een socialistische achtergrond en geloofde in gemeenschappelijk bezit.
Pas veel later, met het ontstaan van de rechtse Likud, maakte Israel een ruk naar rechts. Toch zijn er nog veel sporen van het linkse verleden terug te vinden en ook de sterke vakbondstraditie is gebleven. Ook bestaat de Kibboetsbeweging nog steeds. De ruk naar rechts werd door twee zaken beïnvloed. Ten eerste werd Israel in het Midden Oosten alleen gesteund door Amerika, en als prijs hiervoor moest Israel optreden als een soort vooruitgeschoven post van het Westen. Ten tweede maakte het conflict met de Palestijnen dat de bevolking van Israel haar toevlucht zocht bij rechtse partijen, die zoals gebruikelijk meer veiligheid beloofden. Een belofte die nooit is waar gemaakt. Op zich is het conflict niet zo moeilijk op te lossen. De twee staten oplossing waarbij de grenzen die van 1967 zijn is eigenlijk een uitgewerkt plan dat zo kan worden toegepast. Toch blijven er aan beide kanten krachten die een oplossing in de weg staan. Omdat we nu vooral naar de Israëlische kant kijken, laten we de problemen in het Palestijnse kamp even buiten schot.

Het conflict heeft Israel veel schade opgeleverd. De prijs voor de Amerikaanse steun is veel te hoog en intussen is het land binnen de internationale gemeenschap steeds meer geïsoleerd geraakt. Voor de Israëlische bevolking is de maat meer dan vol. De harde rechtse lijn van de huidige Likud regering heeft een enorme protestbeweging tot gevolg gehad. De activisten willen meer gerechtigheid en een einde aan de rechtse bezuinigingen. Steeds meer stemmen duiken op die Israel terug willen brengen naar het oude socialistische verleden. Deze beweging gaat in golven, maar het heeft wel veel veranderingen teweeg gebracht. De regering moest een aantal maatregelen terugdraaien en meer rechtvaardige voorstellen op tafel leggen. Maar de strijd is nog lang niet gestreden. Daar komt nog bij dat steeds meer mensen zich beginnen te verzetten tegen de druk van religieuze orthodoxen, die het land hun eigen wil op willen leggen. Het moet duidelijk zijn dat er in Israel een grote strijd aan de gang is die ook voor de linkse beweging hier van belang is. Deze strijd wordt niet gezien omdat de meeste linkse partijen en organisaties niet verder kijken dan de Palestijnen.
Dat is een foute benadering omdat een ander Israel ook een doorbraak kan forceren in het conflict. Nu al is het zo dat de overgrote meerderheid van de bevolking een twee staten oplossing wil. Het zijn de rechtse leiders die dit in de weg staan. Ook is 65% van de bevolking tegen een aanval op Iran. Dit ondanks dat iedereen op de hoogte is van de potentiële dreiging van een Iraanse atoombom. Het moet dus duidelijk zijn dat er in Israel veel te winnen is voor links en dat de huidige afwijzende houding alleen maar averechts werkt. Lenin heeft er altijd opgehamerd dat we niet moeten isoleren of uitsluiten, maar juist zoeken naar bondgenoten die we kunnen winnen voor onze ideologie. Dat betekend niet dat we geen kritiek mogen hebben of overal zo maar achteraan lopen. We moeten altijd onze eigen standpunten naar voren blijven schuiven en in iedere situatie een klassenstandpunt innemen.

In het Midden Oosten zijn hier zeker mogelijkheden voor. We hebben in de laatste 4 jaar gezien dat de regering van Obama nauwelijks initiatieven heeft genomen om het conflict op te lossen. Dit is opmerkelijk want bijna iedere VS regering maakte hier een prioriteit van. Natuurlijk blijft Obama Israel steunen, maar van echte initiatieven of doorbraken is geen sprake. Volgens sommige kringen komt dit door dat Amerika op energie gebied zoveel alternatieven heeft ontwikkeld dat het niet langer afhankelijk is van het Midden Oosten. Dit proces zou nog niet compleet zijn, maar het gaat wel in die richting. Als dit op waarheid berust, en daar heeft het de schijn van, is het Midden Oosten, en de zich daar bevindende olie, voor Amerika steeds minder van belang. Helemaal loslaten zullen ze het nooit uit militaire overwegingen, maar het zal een veel mindere prioriteit hebben.
Als de Amerikaanse invloed minder wordt, en Israel weer meer naar links kan schuiven, komt er ruimte vrij voor hele andere vormen van beleid. Dan kunnen er ook ander bondgenotenschappen worden gesloten. We noemden eerder de Koerdische kwestie. Een soort Koerdistan als autonome eenheid begint zich steeds meer af te tekenen. De ontwikkelingen in Irak, Syrië en Turkije wijzen hier op. Als dit doorzet heeft Israel in de Koerden goede bondgenoten en kunnen er dus hele andere coalities in het Midden Oosten ontstaan. Als de 40 miljoen Koerden een eenheid kunnen vormen en een coalitie met een meer links Israel kunnen sluiten zal hier een enorme kracht van uit gaan. Dan staat een oplossing van het conflict met de Palestijnen nog maar weinig in de weg.

Zo’n coalitie heeft twee grote voordelen; het kan de Amerikaanse invloed in het Midden Oosten terugdringen en een dam opwerpen tegen de politieke Islam die, in de vorm van de Moslim Broederschap en nog radicalere stromingen, steeds verder om zich heen grijpt. Net als Israel hebben ook de Koerden ervaringen met aanvallen vanuit de politieke islam, en het zou dus niet moeilijk moeten zijn om elkaar op dit terrein te vinden. Nu al heeft Israel grote problemen met Turkije, de aartsvijand van de Koerden. Begin volgend jaar zijn er verkiezingen in Israel en dit kan het begin zijn van een ruk naar links. De ruimte is er nu, en de bevolking wil duidelijk een andere koers. Het is wel belangrijk dat de sprookjes over gevaar en dreigingen dan worden weggenomen. Hier in kan ook de linkse beweging in de rest van de wereld een rol spelen.
In plaats van Israel steeds aan te vallen zou het belangrijker zijn om bondgenoten te zoeken en gezamenlijk de strijd met rechts aan te binden. Dit voorkomt isolatie en maakt de weg vrij voor echte vooruitgang. We willen allemaal een ander Midden Oosten, maar om dit te bereiken is een positieve en niet een afwijzende houding nodig. Afwijzing speelt alleen rechts en de Amerikanen in de kaart. Precies die fout mogen we niet meer maken. Verder is het ook duidelijk dat het antisemitisme in veel delen van de wereld, inclusief, Europa weer aan het toenemen is. Ook deze vorm van racisme en uitsluiting vraagt om een gezamenlijke aanpak. Het negatieve beeld van Israel dat in veel linkse organisaties aanwezig is mag dit niet in de weg staan.

Lenin heeft altijd gezegd dat politiek bedrijven een kwestie is van bondgenoten zoeken en waar nodig compromissen sluiten. Zolang we binnen de kaders van onze ideologie blijven hebben we absoluut niets te vrezen. Integendeel we kunnen een grote rol spelen in het vormen van een ander Midden Oosten, dit als een stap naar een federatie van socialistische staten. Hierbij moeten we een ding goed voor ogen houden. Het kapitalisme heeft het Midden Oosten alleen maar dood en verderf gebracht, of je nu kijkt vanuit het standpunt van het Israëlische of het Palestijnse volk, de Koerden of de Arabieren. Oorlog, uitbuiting en opgeklopte wapenwedlopen, dat zijn de oplossingen van de imperialisten. Het wordt tijd dat wij, als linkse strijdorganisaties, de uitdaging aangaan en deze in bloed geschreven geschiedenis tot een positief einde brengen.