dinsdag 26 juni 2012

Protestbrief Spaanse mijnwerker

Hieronder plaatsen wij een brief van een gepensioneerde Spaanse mijnwerker. Hij geeft een goede uitleg over de achtergronden van de huidige staking in Asturias.

Asturias, juni 2012
Beste vrienden en kameraden,

Ik heb 25 jaar in de mijn gewerkt. Toen ik 18 jaar was ben ik als mijnwerker begonnen en ik moet zeggen dat ik zeer verrast ben door de vele commentaren, die ik lees over de mijnindustrie en de vervroegde pensionering. Ik zal jullie mijn kijk op de zaak geven.
Ten eerste wil ik zeggen dat de huidige strijd van de mijnwerkers niet over geld gaat. De mijnwerkers houden zich aan de overeenkomst die op dit terrein vorig jaar werd gesloten tussen het Ministerie van Industrie en de mijnwerkersbonden. In deze overeenkomst waren ook de subsidies geregeld tot 2018. Dit subsidiegeld kwam van de Europese Unie, niet van de Spaanse regering. Het is dus geen geld dat is opgebracht door het Spaanse volk, zoals veel mensen met kritiek lijken te denken. Als we het toch over dit geld hebben, vraag ik me af, en veel mijnwerkers families met mij, waar het deel van het geld van het Mijnen Fonds is gebleven, dat was bestemd voor het creëren van alternatieven industrieën in de mijngebieden, als de mijnen gesloten zouden worden. Precies zoals in veel andere sectoren is dit geld in handen gekomen van de politici en de bonden.

Met een deel van dit geld, bijvoorbeeld, heeft Dhr. Gabino de Lorenso, de voormalige burgemeester van Olvieda, nieuwe straatverlichting laten aanleggen in zijn stad.  Er kwam een nieuw paleis voor tentoonstellingen en congressen en veel andere projecten.  Mevr. Felgeroso, de voormalige burgemeester van Gijon, gaf het geld uit aan de Technische Universiteit en andere projecten. In Vallo de Turon, in het Gaudal kolengebied, waar ik woon, zijn 600 mensen in de mijnen verongelukt tussen 1889 en 2006, toen de mijnen werden gesloten. Dit zijn de cijfers die ik heb, maar tijdens de burgeroorlog werden de archieven verbrand. Ze hebben hier intussen wel een sportcentrum gebouwd, maar het gebouw heeft geen toiletten, en is bijna nooit in gebruik. Overal om ons heen zien we hopen afval van de industrie, die heel langzaam worden opgeruimd. Maar van herindustrialisatie, zodat er door stabiel werk leven blijft in de regio, ontbreekt bijna ieder spoor.
Ten tweede vind ik het ook wonderbaarlijk dat veel mensen zich opwinden over de subsidie aan onze industrie. Ik wilde dit eigenlijk niet schrijven, maar er word subsidie gegeven aan heel veel sectoren zoals; de veehouderij, de agrarische industrie in het algemeen, de visserij en nog veel meer. Persoonlijk vind ik dit prima, het is beter dat de subsidie naar de arbeiders gaat, dan naar de dieven die ons elke dag bestelen.

Ten derde, na het eindigen van de burgeroorlog werkten de mijnwerkers een uur per dag zonder loon. Ik denk dat velen van jullie dit niet weten. Dit werd vele jaren zo gedaan om de schade te herstellen die was aangericht door Franco en zijn aanhang. Dit werd gedaan ondanks het feit dat in veel van onze huizen honger heerste.
Ten vierde; in 1962 begonnen de mijnwerkers een staking die zich over heel Spanje verspreidde. Tijdens deze staking wonnen we veel van de rechten die nu voor het hele volk gelden, en die ze nu van ons proberen af te nemen. Tijdens deze staking werden veel mensen geslagen, gevangen gezet of verbannen naar andere provincies ver van hun familie. Zij konden pas in 1980 terugkeren.

Vijf; het is een sprookje dat mijnwerkers vervroegd met pensioen kunnen gaan als ze 40 zijn met een salaris waarvan het lijkt dat men de loterij heeft gewonnen. De realiteit is heel anders. De mensen die met vervroegd pensioen gaan krijgen een deel van de pensioenuitkering uit het extra geld dat ze zelf hebben betaald. Wij betalen sociale afdrachten van 50%, dus voor iedere 2 jaar die we werken betalen we een extra jaar afdracht. Een voorbeeld, ik heb 25 jaar in de mijnen gewerkt, en ik heb voor 37.5 jaar afdracht betaald. Hoeveel van jullie hebben dit soort afdrachten ooit betaald?
Zes; Er wordt gezegd dat de kolen die uit het buitenland komen goedkoper zijn dan Spaande kolen. Ik geloof dit niet, maar aangenomen dat het wel zo is, willen jullie dat wij als slaven werken, net als in andere landen gebeurd? Ik wil dat geen enkele arbeider, waar ook ter wereld, als slaaf moet werken. Ik schrijf dit alles omdat het de waarheid is. Ik heb gewerkt met collega’s uit Tsjechië en Polen. Toen zij naar Asturias kwamen, begonnen zij op een zeker moment inkopen te doen. Ze waren verrast, want ze konden alles kopen wat ze wilden, terwijl dit in hun thuisland niet het geval was. Tijden hun eerste kerst hier kochten ze handenvol repen Turron (een plaatselijk kerst traktatie). We vroegen hen waarom ze zo veel hadden gekocht en ze zeiden dat ze dit hadden gedaan omdat het in hun eigen land een onmogelijkheid was. Thuis konden ze zelfs niet genoeg kopen voor het eten, en dan was het nog slecht ook. Wat ik wil zeggen is dat als we onze rechten niet verdedigen, we dezelfde problemen zullen krijgen.

Zeven; Over de blokkades op de autowegen wil ik ook iets zeggen. Mensen beweren dat de mijnwerkers het voor hun moeilijk maken om naar het werk of de school te gaan. Ze zeggen dat als de mijnwerkers problemen in hun industrie hebben, zij naar andere werkplekken gaan om ook daar “problemen te maken”. Ik wil hierop zeggen dat als kameraden uit andere industrieën naar ons komen om hulp te vragen om hun banen te verdedigen, wij altijd voor 24 uur in staking zijn gegaan. Wij hebben altijd steun gegeven zowel voor kameraden hier als in het buitenland. Tijdens de Engelse mijnwerkersstaking hebben we het werk neergelegd, en een collecte gehouden, zodat ze hun families te eten konden geven. Heeft er iemand twijfel dat we dit weer zouden doen als het nodig was? Het lijkt er op dat het nu zelfs te veel is om anderen om hulp te vragen. Het is van fundamenteel belang om elkaar te ondersteunen, maar helaas zien we precies het tegenover gestelde. Precies dit speelt de elite in de kaart.
Als alle Spaanse arbeiders zo verenigd waren als de mijnwerkers zouden de heersers zich wel twee keer bedenken voor dat zij dit soort bezuinigen zouden doordrukken. Dat kan ik jullie verzekeren. Denk er eens over na wie jullie werkelijk afhouden van naar het werk en school gaan, nu het zo makkelijk is om ontslagen te worden en met de bezuinigingen in het onderwijs. De mensen die jullie tegenhouden zijn de politici.

Tegen de mensen die zeggen dat we maar naar Madrid moeten gaan, naar de deuren van het ministerie, en de rest van de bevolking met rust laten, wil ik zeggen: Ja, we zijn daar geweest. Maar door de censuur in de media hebben jullie waarschijnlijk hierover niet alle feiten mee gekregen. Ik sta op het standpunt dat een arbeider die zijn rechten verdedigd geen terrorist kan worden genoemd, zoals nu gebeurd, alleen omdat we vechten voor het welzijn van onze families.
Ik wil jullie allemaal uitnodigen om jullie huizen uit te komen, en te vechten voor wat van jullie is. Als je thuis blijft en niets doet laat je de heersers de honger in jullie leven brengen. Ze willen dat onze kinderen en die van jullie analfabeten blijven, net als wij. Dat we de muren van de school meer van buiten zien dan van binnen. Het is makkelijker om te heersen over mensen die niet kunnen lezen of schrijven. Blijf zo veel mogelijk op de hoogte. Kijk kritisch naar alles wat jullie op TV zien. Je hebt nu het internet en de mobiele telefoon. Je kunt constant met elkaar in contact zijn en organiseren op de manier die je zelf kiest. Je kunt het op een meer passieve manier doen, of direct op de barricaden, maar organiseer!

Zet doelen die snel gerealiseerd kunnen worden, want de regering werkt heel snel als het in hun voordeel is. Daar hebben ze een goed gevoel voor. Laat de woorden ‘angst’ en ‘waarom zou ik, het zal toch niets veranderen’ niet in je gedachten opkomen, en grijp de controle over je eigen toekomst. Als er iets is dat je niet begrijpt uit de woorden die ik heb geschreven, of een vraag hebt, zal ik proberen antwoord te geven. Ik zal dit met plezier doen. Heel veel dank aan hen die ons steunen uit andere provincies en andere landen.

Salud,
Juan Jose Fernandez

Asturias, Spanje

Naschrift: Op dit moment marcheren de mijnwerkers uit Asturias naar Madrid. Het is de verwachting dat de mars op 11 juli in de Spaanse hoofdstad zal aankomen. Daar zal een grote demonstratie worden gehouden. Steun de mijnwerkers door hun verhalen en nieuws over het conflict zo wijd mogelijk te verspreiden. De rechtse criminelen in de Spaanse regering en de pers proberen de strijd in de doofpot te stoppen. Dit mogen we niet laten gebeuren. Hun strijd is ook onze strijd, dus organiseer en sla terug!
Bronnen: Indymedia, Counterfire Great Britain en The Guardian


woensdag 20 juni 2012

Spaanse mijnwerkers op de barricaden

In het Spaanse Asturia gebied zijn meer dan 8000 mijnwerkers al enkele weken in staking. Zij protesteren tegen de plannen van de regering om de subsidies die naar de mijnbouwindustrie gaan drastisch te verminderen. Dit zal veel banen kosten en mijnen worden bedreigd met sluiting. De mijnwerkers pikken dit niet en blokkeren wegen en spoorlijnen om hun eisen kracht bij te zetten. Er zijn al verschillende veldslagen met de politie geweest, die zoals altijd optreedt het paramilitaire leger van de staat.

Maar de mijnwerkers laten zich niet snel afschrikken, en het gebied heeft een lange staat van dienst als het gaat om in opstand komen tegen de heersende klasse. De mijnwerkers, die regelmatig de straat op gaan, hebben steun ontvangen van de mijnwerkers in Wales, en een groep voormalige Britse mijnwerkers is op solidariteitsbezoek geweest. De staking wordt bijna doodgezwegen door de Europese media en meer aandacht is uiterst noodzakelijk.
Het conflict is het gevolg van de bezuinigingen opgelegd door Europa. Dit betekent dat de stakende mijnwerkers strijd voeren voor ons allemaal. Onze oproep is om dit bericht zoveel mogelijk door te sturen zodat de staking wereldwijd bekend wordt. Op die manier zal er druk ontstaan op der Spaanse overheid om de eisen van de mijnwerkers in te willigen en te stoppen met het politiegeweld tegen de stakers en hun familieleden.

Griekenland stemt, maar niet voor een oplossing

De Griekse verkiezingen van afgelopen zondag geven een verward beeld. De overwinnaar en grootste partij werd de conservatieven Nieuwe Democratie partij, die de bevelen van Europa wil opvolgen. Maar deze partij kreeg geen meerderheid. Op de tweede plaats eindigde de linkse Syriza partij, met een groter aandeel van de stemmen als vorige keer. Maar deze partij, die tegen de bezuinigingen is, maar wel in de euro wil blijven, werd niet de grootste partij. Dit was eigenlijk wel de verwachting binnen Syriza zelf, en ook de inzet van de verkiezingen. Nieuwe Democratie kan nu met de sociaal democratische Pasok, die ook pro-Europa is, een regering vormen. Er wordt gestreefd naar een nog wat bredere coalitie. Als deze coalitie er komt staat Syriza buitenspel, en het Griekse volk zal verder in de armoede wegzinken.

Weliswaar zeggen zowel de conservatieven als ook Pasok dat ze met Europa willen heronderhandelen, maar die is niet meer dan een zoethoudertje. De twee systeempartijen zullen niet echt tegen Brussel ingaan. Daar komt nog bij dat Merkel, de woordvoerder van het Duitse imperialisme, al heeft gezegd dat er van heronderhandeling geen sprake kan zijn. De wraakengel uit Berlijn wil bloed zien, en niet zo’n beetje ook. Wat moeten we dus uit deze verkiezingen concluderen? Ten eerste heeft Nieuwe Democratie geprofiteerd van de angstpsychose die werd verspreid. Griekenland zou zonder Euro volledig ten ondergaan werd er gezegd. Onzin, natuurlijk, maar veel mensen hebben het wel geloofd en conservatief gestemd.
Verder is er een stevige poging geweest om Syriza tot grootste partij te maken. Er is ter linker zijde veel tactisch gestemd, waardoor bijvoorbeeld de communistische KKE meer dan de helft van haar kiezers verloor. De meeste aan Syriza. Toch slaagde deze poging niet en bleef Syriza op de tweede plaats steken. De andere partijen spelen geen echte rol. Het beeld dat ontstaat, is dat de Grieken het zelf ook niet meer weten. Ze willen uit de armoede, die is veroorzaakt door Europa, de banken en de systeempartijen. Maar ze zijn ook bang voor de consequenties van een vertrek uit de Eurozone. De geruchten over doemscenario’s doen geregeld de ronde, en er lijkt geen uitweg.

Die is er natuurlijk wel. Een land dat door bezuinigingen onleefbaar word is immers geen optie. Griekenland zal weer een eigen koers moeten varen samen met de volkeren die intussen ook slachtoffer zijn van de Eurogekte en de criminele bankwereld. Dit betekend uit de Euro en uit de Europese Unie. Erger dan het nu al is kan het alleen maar worden als men tegen alles in toch in de Eurozone probeert te blijven. Dit is geld gooien in een zwart gat. Dit zal de komende regering jammer genoeg wel eerst gaan proberen. Men zal op orders van Brussel en Berlijn het Griekse volk nog verder uitzuigen.
Maar hier is praktisch al geen ruimte meer voor, en nieuwe pogingen zullen op verzet stuiten. Heel veel verzet. Het mag nu lijken dat de pro-Europa lijn heeft gewonnen. Maar dit is een lege overwinning. Het front zal zich nu verschuiven van verkiezingen en het parlement naar de straat. Precies daar zal uiteindelijk de beslissing vallen. Europa moet dus niet te vroeg juichen. Het Griekse volk is nog lang niet overwonnen. Dat begrijpen de kapitalistische beursen ook. Maandag was er even opluchting, maar in de middag gingen de beursen weer op hun bek, zoals steeds de laatste tijd. De crisis is nog lang niet over, en dat weet men maar al te goed.

Eigenlijk hebben de Europese leiders al lang besloten om Griekenland uit te sluiten. Men weet dat de schulden nooit afbetaald kunnen worden. De verkiezingen vertragen het proces, maar stoppen het niet. Maar met Griekenland uitsluiten is het ook niet gedaan. Spanje zit diep in de problemen en heeft noodhulp aangevraagd. Het Spaanse volk twijfelt niet wie hier schuld aan heeft en belegert de banken. Daar komt nog bij dat de Spaanse mijnwerkers staken tegen de regering. Zij worden door de oproerpolitie heftig aangevallen, maar mijnwerkers gaan niet snel aan de kant. De strijd wordt dus grimmiger.
Ook in Italië en Portugal begint het idee door te dringen dat een toekomst binnen de Euro niet meer voor handen is in de nabije toekomst. Dat is even schrikken omdat veel mensen de leugens geloven die aangeven dat de Europese Unie en de Euro natuurverschijnselen zijn waar je niet buiten kunt. De gevestigde partijen geloven dit nog steeds of geven voor dit te doen. Maar de volkeren, die de effecten iedere dag met eigen ogen zien zijn sceptisch geworden. De volgende stap is open oppositie, zoals we zien bij de Spaanse mijnwerkers. De eindconclusie is simpel en gaat veel verder dan alleen Griekenland; de Europese Unie en de Euro zijn een failliete boedel. De curatoren, met Merkel aan het hoofd, proberen tijd te winnen door de zwakkere landen te onderdrukken, maar deze praktijk kan geen stand houden.

Kortom, in niet al te lange tijd is de Europese Unie en de Euro verleden tijd. Dan zal er ruimte ontstaan voor het Europa van de volkeren. Twijfel? Laten we even realistisch kijken. Sinds 2008 proberen de Europese kapitalisten uit de crisis te komen die ze zelf hebben veroorzaakt. Ze hebben alles geprobeerd, maar het resultaat zien we vandaag. Een grote 0. Het wordt alleen maar erger, en de armoede is op weg om een Europese epidemie te worden. De kapitalistische nacht daalt neer op Europa. Het wordt tijd dat we deze nacht achter ons laten, en een weg zoeken naar het licht. Die weg is er als we de macht in onze eigen handen nemen.
Weg met de failliete boedel van Merkel en de EU. Voor een Europa van de volkeren waar de mensen het voor het zeggen hebben die de rijkdom produceren. Die rijkdom is overal om ons heen te zien. Laten we niet meer twijfelen en die rijkdom grijpen. Dan is de toekomst weer van ons Dus; organiseer en sla terug!!   

dinsdag 12 juni 2012

Het spook dat niet wil sterven; uitholling van de ideologie is de doodsteek

Het zal niet vaak voorkomen dat in de huidige parlementaire democratie een partij verboden wordt. Naar buiten toe zou je denken dat eigenlijk alles kan en mag. Er staat ook in de grondwet dat er vrijheid van organisatie is. Maar in de praktijk werkt het toch even anders. Inderdaad worden partijen en organisaties niet snel verboden. Maar het systeem heeft wel een ander effect. Omdat er eindeloos naar compromissen wordt gezocht is het heel moeilijk om principieel en ideologisch staande te blijven. Een partij moet heel stevig in zijn schoenen staan om hier weerstand aan te kunnen bieden.

Het vinden van voorbeelden is niet zo moeilijk. Kijk maar naar het verval van een partij als GroenLinks. Het is intussen al weer lang geleden, maar GroenLinks is ooit voortgekomen uit 4 verschillende linkse partijen; de CPN, de PSP, de PPR en de EVP. Veel mensen zijn deze partijen intussen bijna vergeten. Daarom even een overzicht van de 3 grootste: De CPN, de Communistische Partij Nederland, was de enige echte arbeiderspartij die Nederland rijk was. Wel moeten we er bij zeggen dat de partij kort voor de oprichting van GroenLinks eigenlijk al zijn traditionele opstelling en achterban had ingeleverd. De zogenaamde vernieuwingen hadden de partij richting het reformisme gedreven. Echte communisten waren in de leiding nog maar nauwelijks te vinden.
De PSP was een pacifistische partij, met een grote stem in de vredesbeweging. Het was een radicale partij met sterke principes. De PPR was een gematigde progressieve partij met een vaste aanhang. Deze verschillende “bloedgroepen” zoals het werd genoemd gingen samen met de EVP GroenLinks vormen in 1990. Deze linkse samenwerking zou meer slagkracht opleveren, was het argument. Samen sta je immers sterker. Een argument dat nooit tot werkelijkheid is geworden. GroenLinks is nooit groter geworden dan de 4 oude partijen samen. Maar dit ter zijde.

Het staat dus vast dat GroenLinks is ontstaan uit 4 vrij radicale en principiële partijen. Als we nu naar de partij kijken zien we daar niets meer van terug. Onder Femke Halsema maakte de partij de draai naar rechts die er al lang aan zat te komen. De huidige leiding is bezig om dit proces compleet te maken. Van een partij met het imago van een radicale en principiële achtergrond is GroenLinks verworden tot een semi-liberale partij die bereid is om praktisch alles op te geven om aan de macht te komen. De kroon op dit verraderlijke werk waren het akkoord over de Kunduz missie in Afghanistan, en uiteindelijk het vijf partijen akkoord dat bekend werd als de Kunduz coalitie die in elkaar werd gezet om Brussel te plezieren.
Wie moeten we van dit verval of verraad de schuld geven, de partijleiding of het parlementaire systeem? In feite ligt het probleem binnen het systeem. Elke partij die deel neemt aan het politieke proces krijgt al snel te verstaan dat je met principes geen macht verwerft. Dat levert in het begin wel wat verzet op, maar na verloop van tijd wordt het mee doen en het werken richting het pluche steeds belangrijker. Dan wordt de weg van het compromis ingeslagen. Eerst nog met aarzeling, maar na een zeker punt gaan de remmen los. De Haagse politieke wereld wordt dan gezien als de enige werkelijkheid, en daar past men zich bij aan.

Dit proces kan heel ver gaan, omdat de partijen heel subtiel te horen krijgen dat ze steeds wat verder moeten opschuiven om een kans te maken. Binnen niet al te lange tijd krijgt zo’n partij dan de leiding die bij dit proces past, en dan is de boel pas echt verloren. Het systeem heeft zijn doel bereikt. Alle scherpe kantjes zijn er af, en als de partij en de leiding dan echt braaf zijn mogen ze misschien ooit in een coalitie plaats nemen. Wel als partner zonder echte macht natuurlijk, want je weet immers maar nooit.
Binnen GroenLinks is dit proces nu compleet. Sap loopt over van ambitie en zou haar grootmoeder verkopen als dit haar een kabinetszetel zou opleveren. Kortom; het prototype waar het systeem om vraagt. Je kunt je afvragen waarom we dit verraad noemen, omdat het systeem immers dit proces zelf opwekt en aanmoedigt. Toch spreken we van verraad omdat een partij die al haar principes, waar jarenlang voor is geknokt, loslaat om macht te verwerven verraderlijk bezig is. Men had ook andere keuzes kunnen maken. We moeten toevoegen dat de SP nu op een zelfde weg zit, en ook al veel heeft opgegeven. Compleet is dit proces nog niet, maar er wordt aan gewerkt. Een bedreiging voor het kapitalistische systeem is de SP allang niet meer, en misschien ook nooit geweest. Ook bij deze partij begint het perspectief van de macht de hersenen te benevelen. Roemer zegt nu al dat er voor hem geen breekpunten meer zijn. Bijna dus weer een triomf voor het systeem.

In Duitsland zien we een zelfde proces binnen Die Linke, de partij die ooit voortkwam uit ondermeer de radicale PDS. Binnen Die Linke word nu gevochten over de kwestie of je principieel moet zijn of zogenaamde reaalpolitiek moet bedrijven. Met reaalpolitiek wordt bedoeld toegeven aan het systeem om macht te verwerven. Het is duidelijk zichtbaar hoe de Duitse media de reaalpolitieke agenda pushen. Toen er toch weer een meer radicale leiding werd gekozen door het congres van Die linke was de teleurstelling bij de mediacommentatoren duidelijk te zien. De opzet was niet geslaagd. Nog niet, tenminste.
In Duitsland gaat dit moeilijker omdat de ideologie in een partij als Die Linke nog een veel grotere rol speelt dan in Nederland het geval is. Want de sleutel tot dit alles is de ideologie. Partijen die hun ideologie loslaten zijn makkelijk de gewenste kant op te duwen door het systeem. Dat zie je bij GroenLinks en langzaam aan ook bij de SP. De ideologie is immers het richtsnoer en het houvast in de woelige politieke wereld. Als je dit loslaat ben je eigenlijk overal toe te verleiden. Zonder principes zijn er immers ook geen barrières meer.

Dan ga je mee in alles, met macht als de pot met goud aan het einde van de regenboog. Wel een regenboog die je maar zelden zult bereiken. Maar dat wil niemand zien. Tegen deze verleidingen, net als tegen de onderdrukking door het systeem, kun je je alleen met de ideologie wapenen. Daarom zie je ook dat partijen en organisaties met een sterke en principiële ideologie het hardste door het systeem worden aangevallen. Immers alleen voor de ideologie zijn ze nog bang. Verval en toegeven aan het systeem is totaal onnodig als je als partij andere keuzes maakt. Als je er van uit gaat dat het parlement, en het ivoren toren gebeuren dat hier om heen hangt, de werkelijke wereld is, ben je verloren.
Maar als je je richt op de wereld buiten deze schijnwereld en mensen in de praktijk laat zien waar je voor staat, zul je veel meer steun verwerven. Misschien is het een moeilijke route, met veel tegenstand, maar het is wel de enige weg naar echte veranderingen. Nu al is het zo dat de kiezers nog nauwelijks verschil zien tussen de partijen, en een partij die opkomt voor de rechten van de arbeiders ontbreekt in zijn geheel. Het is dus logisch dat veel mensen het interesse in de politiek verliezen. En dat is precies de opzet van het systeem. Zij kunnen hun agenda dan rustig uitvoeren zonder veel tegenstand.

Maar te veel overmoed zou de elite nog wel eens kunnen opbreken. De socialistische ideologie is niet weg, en dat zal ook nooit gebeuren. Dat weet de elite maar al te goed, zelfs beter dan veel mensen aan onze kant van de lijn. Daarom ook de paniek als er ideologische standpunten worden ingenomen, en de nog steeds voortdurende hetze tegen communisten en communistische partijen. De eerste regel van het Communistisch Manifest luidt: “Er waard een spook door Europa, het spook van het communisme”. Misschien dat dit spook zich wat op de achtergrond heeft gehouden. Maar er zit meer leven in ons spook dan in het door crisis verscheurde kapitalisme.
Dat zal de komende tijd dubbel en dwars worden bewezen. En dan smaakt de rode wijn aan de tafels van de elite plotseling toch weer wat zuur. De toekomst is aan hen die nu de juiste keuzes maken. Zij die dit niet doen zullen betalen met hun bestaansrecht.

woensdag 6 juni 2012

Lessen van Occupy

Het begon allemaal vol vuur en vastberadenheid. Eerst in de VS; de Occupy beweging. De boodschap was ook helder. Het ging tegen de banken, de bonuscultuur en het monopolie kapitalisme. Pleinen werden bezet, ook gebouwen en straten voor de grote financiële centra. Ook in Europa, inclusief Nederland, kwam Occupy van de grond. In Amsterdam stonden de actievoerders maandenlang op het Beursplein. Langzaam werd het kamp kleiner en kleiner. Tot er nog maar een hoekje over bleef. Dat liet de gemeente uiteindelijk ontruimen. Zo werd het weer stil rond de Occupy beweging.

Is het intussen een gestorven initiatief? Het lijkt er op. Jammer genoeg, want iedere aanzet tot tegenstand en verzet is welkom. Het is nu tijd om te kijken waarom het zo is gelopen, want wat er in Amsterdam gebeurde was ook elders het slotstuk. Het idee van Occupy sprak veel mensen aan. Bijna iedereen is de graaicultuur van de bovenlaag zat. Het moest maar eens afgelopen zijn met de bonussen en de megasalarissen. Occupy had dus genoeg open doelen om te kunnen scoren.
Maar er was al vanaf het begin een probleem. Occupy wist perfect waar het tegen was, maar waar men eigenlijk voor was kwam niet uit de verf. Een andere maatschappij, ja, en minder gegraai. Dat was veel te abstract. Daar kwam bij dat Occupy overal een ander gezicht had. In Engeland, waar ook gebouwen bezet waren, deed men veel aan persoonlijke hulpverlening. In Nederland ging het er vooral om dat de tentenkampen in stand bleven. Dat gaf maandenlang gesteggel met de verschillende gemeenten. Dat kostte veel tijd en energie.

Er bleef wat tijd over voor ludieke acties, maar veel gebeurde er niet. Het oefende ook geen aantrekkingskracht uit op de rest van de bevolking. Het moest dus allemaal op een zeker moment vastlopen. Een actie, zoals Occupy, moet zich steeds verder uitbouwen, steeds groeien. Er moet dynamiek inzitten. Steeds meer en andere mensen moeten zich aangesproken voelen. Daar kwam bijna niets van terecht. Er waren geen echte leiders met visie en ook geen echte strategie. Eigenlijk presenteerde men ook geen echt alternatief voor het heersende kapitalisme. Over een socialistische maatschappij, het enige alternatief voor het kapitalisme, werd al helemaal niet gesproken.
Van echt mobiliseren voor een alternatief was dan ook nauwelijks sprake. Wat had anders gemoeten? Het is een feit dat Occupy een eenheidsinitiatief was, en geen politieke partij. Van een sluitende ideologische lijn kan dan meestal geen sprake zijn. Maar er hadden wel duidelijk uitgangspunten en een visie moeten zijn. Verder was er noodzaak aan een duidelijk mobilisatiepunt. De tentenkampen waren dit niet. Het is goed om een basis te hebben, maar door de opzet trok het meer daklozen en verslaafden aan dan mensen die een andere wereld willen. Natuurlijk moeten deze groepen geholpen worden, maar dit was niet de plaats. Een goed mobilisatiepunt was geweest; een wekelijkse demonstratie op een vaste plek en een vaste tijd.

Je probeert dan iedere week mensen naar die demo te krijgen. Een kleine groep gaat dan langzaam groeien tot een massa als je tot de verbeelding van de mensen spreekt. Als dit lukt, wordt de demo iedere week wat groter en meer spectaculair. De bevolking gaat dit herkennen en als het goed georganiseerd is gaat dit een eigen leven leiden. Als dit punt wordt bereikt, en met de huidige onvrede moet dit toch kunnen, gaan de autoriteiten zich zorgen maken, en beginnen zij met tegenmaatregelen. Dat gaat nog meer mensen aantrekken en dan is er sprake van het sneeuwbaleffect. Natuurlijk is dit alles niet makkelijk en gaat het ook niet vanzelf. Maar je gaat dan wel een kans maken om daadwerkelijk iets te veranderen, en daar gaat het immers om.
Pessimisten zullen zeggen dat het wijdere publiek voor zoiets niet warm te krijgen is. Dat klopt niet, het gaat er maar om wat mensen voor ogen krijgen. Een klein voorbeeld; tijdens de antikapitalistische 1 mei demo in Amsterdam dit jaar werden de demonstranten op een zeker moment ingesloten door de ME. Omstanders begrepen niet goed wat er aan de hand was en waren de demonstranten niet bepaald goed gezind. Tot een demonstrant op een tramhokje ging liggen om het politiegeweld te filmen. Een ME’er te paard probeerde hem daar af te trekken. De zelfde omstanders zagen dit en hun stemming veranderde binnen een seconde. “Stelletje dictators, laat die man met rust,” werd er geroepen. Ook aan deze kant van de lijn werd het onrustig. Dit geeft aan dat er potentie is. Je moet hem alleen op de juiste wijze aanspreken.

Om tot werkelijke veranderingen te komen heb je een ideologie nodig, die handvaten biedt voor de verschillende morgelijkheden en problemen, en die er ook voor zorgt dat de actievoerders het kunnen uithouden. Occupy heeft teveel aan het toeval overgelaten. In feite was de beweging toch een beetje het kind van de huidige maatschappij, de waan van de dag regeerde. Het gaat er juist om daar niet in mee te gaan. Er moet een eigen agenda zijn waar je kosten wat kost aan vast houdt. Tegen alles in. Waar nodig ook tegen de wet. Het zijn immers niet onze wetten, maar de wetten van het systeem die er op zijn gericht om ons te onderdrukken. En precies dat systeem, inclusief deze wetten, willen we omverwerpen.
Het initiatief van Occupy lijkt nu voorbij. Maar er zullen andere bewegingen en verzetshaarden komen, deels gebaseerd op Occupy. Dan is het belangrijk om de lessen te leren. Het potentieel voor verzet en actie is er. Het gaat alleen om de juiste vormen en de juiste visie, en geduld om het verzet te laten groeien. Initiatieven als Occupy zijn etappes in wat nog een lange hobbelige rit gaat worden. Een rit die ons uiteindelijk naar een socialistische maatschappij gaat brengen. En in het bereiken van dit doel kunnen we allemaal een rol spelen. Hoe groot of klein dan ook.