donderdag 31 januari 2013

De stilte voor de storm

De geschiedenis van het Kabinet Rutte II is tot nu toe wat vreemd gelopen. De formatie ging in sneltreinvaart na een onverwacht duidelijke uitspraak van de kiezers. Toen kwam de gloriepresentatie van het nieuwe team, voorgesteld door de trotse vaders Rutte en Samsom. Maar deze glorie duurde maar kort. Je zou kunnen zeggen dat de wittebroodsweken eerder wittebroodsdagen waren. Toen de VVD kapitalisten begonnen te klagen over de inkomensafhankelijke zorgpremie ging het nieuwe akkoord meteen weer overboord en verdwenen de ministers in de bunkers.

Eigenlijk is men daar sinds die tijd gebleven want het is oorverdovend stil geworden. Geen controverses, geen ruzies en ook maar een klein beetje protest tegen de ingrijpende plannen van het kabinet. In feite zou je niet denken dat er een regering zit. Maar dat is natuurlijk maar schijn. We zitten nu in de bekende stilte voor de storm. De eerste maatregelen zijn al voelbaar, maar dat zijn nog maar speldenprikken. In het komende jaar zal de echte grote klap komen, die duizenden mensen in de armoede zal storten. Rommelen doet het nu al een beetje. Asscher heeft al aangegeven dat er misschien nog meer bezuinigingen nodig zijn. Samsom zei iets eerder dat hij zich nu al zorgen maakt over het verzet dat het kabinet zal oproepen. En het FNV vindt dat de regering de contacten met de sociale partners moeilijk maakt.

Vooral de PvdA bewindslieden zien de bui al hangen. De protesten tot nu toe zijn erg op zichzelf geweest. Iedereen knokt voor zijn eigen hoekje van het speelveld. Als de maatregelen echt gaan bijten is dat natuurlijk niet voldoende. Want dat er een echt pak ellende aan zit te komen moet wel duidelijk zijn. En alle mooie woorden ten spijt wordt het huishoudboekje en de financiële wereld opnieuw boven de bevolking geplaatst. De werkloosheid schiet omhoog en gelijktijdig wordt de WW uitgekleed. Dat op zich is al een recept voor problemen. Er wordt steeds gezegd dat de rekening voor de crisis eerlijk verdeeld zal worden. Maar de realiteit is dat het grootste deel van die rekening weer wordt neergelegd bij de mensen die het minste kunnen dragen. Opnieuw komen diegenen met de grootste bek en de dikste geldbundel er het beste af.

Er zit nog veel meer ellende in het verschiet en binnen heel kort zullen ontelbare gezinnen niet meer rond kunnen komen. Dan zullen de barricaden in zicht komen. En snel ook. Daar is organisatie voor nodig en we moeten nu al beginnen met de voorbereidingen. Want verzet heeft alleen zin als we het uiteindelijk ook kunnen winnen. En winnen kunnen we als we het potentieel goed gebruiken. En niet alleen wij, maar ook de andere volkeren in Europa. Rutte lacht nu nog, maar dat grijnzen zal hem snel vergaan. Voor steeds meer mensen zal duidelijk worden dat noch de liberalen, noch de sociaal democraten de problemen kunnen oplossen. Ze zullen het alleen maar erger maken in een wanhopige poging om hun systeem te redden.

Hoe de strijd zich zal ontwikkelen is nog niet duidelijk, maar zeker is dat de vakbonden een grote rol zullen moeten spelen in het verzet. Maar omdat mogelijk te maken zullen we de vakbonden eerst terug moeten pakken. Terug pakken van de bonzen en de zogenaamde realisten die niets meer zijn dan ordinaire klassenverraders. Misschien zal deze strijd binnen de vakbonden de eerste stap moeten zijn. De zogenaamde hervormingen binnen het FNV zijn niets meer dan een rookgordijn opgetrokken door de bonzen omdat ze bang zijn hun macht ter verliezen. Maar ook dat rookgordijn zal niet eeuwig blijven hangen en dan kunnen een aantal figuren vertrekken.

Verder is er een revolutionaire partij nodig om de politiek en de straat te organiseren. Ook daar kunnen we allemaal een rol in spelen. Het mag nu lijken dat de overmacht enorm is en dat we weinig in handen hebben. Maar we moeten niet vergeten dat de machtigen het sterkste lijken kort voor dat ze ten val worden gebracht. Een oud Iers revolutionair gezegde luidt: “De groten lijken alleen groot omdat wij op onze knieën leven. Laten we opstaan.” Kortom; er zal voldoende te knokken zijn in de komende jaren. Wordt 2013 het jaar van de opstand? De kans is groot dat dit inderdaad het geval is.

In het Zuiden van Europa is het allemaal al begonnen. Griekenland, Spanje, Portugal, Italië en Frankrijk. Overal is de arbeidersklasse in beweging geraakt. De Nederlandse media proberen deze opstand uit het nieuws te houden. Meer dan een paar beelden van straatgeweld worden er niet getoond. Dat daar een machtige beweging achter zit moet natuurlijk niet algemeen bekend worden. Het is aan ons om dat nieuws juist wel naar buiten te brengen. De ervaringen van onze kameraden in andere landen zijn goud waard.
De inzet van dit alles is duidelijk; een betere wereld. En dat kan alleen maar een socialistische wereld zijn. Laat de barricaden dus maar komen. We hebben niets te verliezen, alleen ons ketens en onze uitbuiters. Organiseer en sla terug!!!

donderdag 24 januari 2013

De tragedie van Parijs; wie had de vinger aan de trekker?

De datum 9 januari 2013 zal niet snel vergeten worden door Koerden in het algemeen en aanhangers van de PKK in het bijzonder. Op die dag werden de Koerdische activisten Sakine Cansiz (Sara), Fidan Dogan (Rojbin) en Leyla Saylemez doodgeschoten in het Koerdistan Informatie Centrum in hartje Parijs. De brute moord schokte niet alleen de Koerdische gemeenschap, maar de hele wereld. De vrouwen werden van dicht bij een aantal keren in het hoofd geschoten. Ze moeten op slag dood zijn geweest. De lijken werden in de nachtelijke uren ontdekt nadat vrienden geen contact met de vrouwen konden krijgen. Toen de moord bekend werd verzamelden zich vele Koerden en anderen bij het gebouw om hun respect te betuigen en woede uit te spreken over wat er was gebeurd. Een Franse minister, die het kantoor bezocht om een beter beeld te krijgen, sprak van een duidelijke executie.

Onmiddellijk na het bekend worden van de moordpartij begon de speculatie over wie voor deze misdaad verantwoordelijk was. Voor de Turkse media en de Turkse regering was het een uitgemaakte zaak; het zou gaan om een ruzie binnen de PKK. Er zouden al langer spanningen zijn tussen groepen die de vredespolitiek van Abdullah Öcalan steunden en anderen die de strijd wilden voorzetten. Natuurlijk was er voor dit alles geen bewijs te vinden, maar dat hield de speculatie niet tegen. De Koerdische kant was er van overtuigd dat fascistische elementen binnen de Turkse staat verantwoordelijk waren voor deze politieke moorden. Maar Koerdische leiders zeiden wel dat niets werd uitgesloten en dat men eerst het onderzoek van de Franse politie wilde afwachten. In een verklaring veroordeelde de PKK de moorden en zei dat deze misdaad, gericht tegen het Koerdische volk en het vredesproces, niet onbeantwoord zou blijven.

De zaterdag na de tragedie demonstreerden Koerden uit heel Europa in Parijs en een paar dagen later waren er opnieuw grote massa’s op de been voor de begrafenisceremonies voor de 3 vrouwen, eerst in Frankrijk en later in Koerdistan. Al de ceremonies waren omgeven door PKK vlaggen en spandoeken. Op de kisten van Sakine, Fidan en Leyla lagen PKK vlaggen, die ook in Koerdistan niet werden verwijderd. De opkomst bij de verschillende ceremonies was zo enorm dat de autoriteiten het niet waagden om in te grijpen. De beelden gingen over de hele wereld en het is zelden voorgekomen dat politici, die het slachtoffer waren geworden van een politieke moord, met zo veel waardigheid door het volk zelf werden begraven. In deze dagen hebben de Koerden aan de wereld laten zien tot wat ze in staat zijn.

Terwijl dit alles gaande was ging het onderzoek natuurlijk gewoon door. Stap voor stap kwamen er details naar buiten. Er zou met 1 wapen zijn geschoten, maar er konden meer daders zijn. Uit het kantoor was niets weggenomen en er was zelfs niets verplaatst. Blijkbaar hadden de moordenaars zonder veel moeite toegang tot het gebouw gekregen. Dit ondanks het feit dat er een veiligheidscode op de deur zat. Het leek er dus op dat de vrouwen hun eigen moordenaars hadden binnen gelaten. Maar wie dat waren geweest bleef onduidelijk. Wel kwamen er steeds meer geruchten dat de vrouwen de moordenaars gekend moesten hebben. Op vrijdag 17 januari leek er een doorbraak te zijn. De Franse politie gaf aan dat er twee mannen waren opgepakt en dat beiden van Koerdische afkomst waren. Zij zouden uit het netwerk van de vrouwen komen, en een van de mannen zou de chauffeur van Sakine Cansiz zijn geweest. De schok binnen de Koerdische gemeenschap was groot. Kon het zijn dat de drie kameraden door Koerdische handen waren gestorven? Het was bijna ondenkbaar, maar door gebrek aan details was de onzekerheid groot.

Pas na het weekend kwam er wat meer duidelijkheid. Eerst kwam het nieuws dat een van de mannen was vrijgelaten. Hij zou met het incident niets te maken hebben, en was alleen opgepakt omdat hij in hetzelfde huis als de andere man woonde. De tweede man, ene Omer Guney, werd aangeklaagd en officieel gearresteerd. De 31-jarige man moet voor een rechter verschijnen en bleef in hechtenis. Tijdens een persconferentie gaven de autoriteiten bekend dat Guney op de dag van de moorden Sakine naar het kantoor had gereden met zijn eigen auto. Hij zou ook verschillende keren het kantoor in en uit zijn gegaan die dag.

Maar er waren geen getuigen en de enige beelden die de politie als bewijsmateriaal kon aanvoeren kwamen van camera’s buiten het gebouw. Daar was Guney op te zien, ondermeer met een tas. In diezelfde tas werden later kruitsporen gevonden. Het kan dus zijn dat daarin het moordwapen werd getransporteerd. Het wapen is overigens nog steeds niet gevonden.  

Maar verder zijn er nog geen echte harde bewijzen. Er was DNA gevonden op een van de kogelhulzen die de politie uit het kantoor had meegenomen, maar het bleek dat dit niet het DNA van Guney was. De politie denkt ook dat er nog iemand in het kantoor is geweest. Van deze grote onbekende ontbreekt echter ieder spoor. Men was op Guney gekomen omdat hij tijdens een getuigenverhoor tegengestelde verklaringen had afgelegd. Hij zou ook een periode van 46 minuten die dag niet kunnen verantwoorden. Kortom, hij had voor die tijd geen alibi. Op zich is dit alles nog geen bewijs dat Guney ook daadwerkelijk de trekker heeft overgehaald, maar hij heeft de schijn wel tegen zich. Het onderzoek loopt nog door, en alles lijkt nog steeds mogelijk.

Binnen de Koerdische gemeenschap rees meteen de vraag wie deze Guney nu precies is. Bij navraag bleek dat hij in november 2011 lid was geworden van een Koerdische vereniging in Parijs, die onderdeel is van de Franse Koerdische Federatie. Hij beweerde dat zijn vader Koerdisch was en zijn moeder Turks. Met zijn moeder kreeg hij ruzie omdat hij lid was geworden van een Koerdische vereniging. Hij kwam vaak naar deze vereniging en deed ook mee met de activiteiten. Hij zat niet in het bestuur en had verder ook geen positie. Hij was gewoon lid, zoals zo veel mensen lid zijn. Guney spreekt uitstekend Frans en dat maakte dat hij al snel te hulp werd geroepen door andere leden die taalproblemen hadden. Zo maakte hij snel vrienden en kwam ook in contact met de drie vrouwen van het Informatie Centrum. Ook daar had hij geen enkele positie. Hij werd af en toe gevraagd om te vertalen of als chauffeur. Maar hij was niet de vaste chauffeur van Sakine Cansiz. Intussen is duidelijk geworden dat hij geen PKK lid was en ook geen enkele positie had. Hij had zich gewoon op een handige manier bij de vereniging naar binnen gewerkt en door zijn taalvaardigheden vertrouwen opgebouwd.

Dat hij eigenlijk niets met de PKK had is bevestigd door zijn familie waarvan een oom heeft gezegd dat de familie in feite tegen de PKK is. Eerder onderzoek had al uitgewezen dat Guney uit een ultra nationalistische familie komt, die in een dorp in Sivas woont. Koerden wonen er in dit dorp niet. Hij deed altijd wat geheimzinnig over zijn familie en over zijn leven eerder in Duitsland, en een woordvoerder voor de Koerdische Federatie heeft gezegd dat Guney een duistere kant heeft. Zo verzweeg hij dat hij in 2012 verschillende keren Turkije heeft bezocht. Blijft de vraag of hij echt de moordenaar is, en als dit het geval is wat zijn motief was. Intussen kunnen we uitsluiten dat het om een vete binnen de PKK gaat. Eventuele tegenstanders van het vredesproces zouden nooit gebruik maken van een loopjongen zoals Guney. Dat zou veel te veel risico zijn. Er moet dus een ander motief zijn. Het is intussen bekend dat Guney psychische problemen had en daardoor zeer veel moeite met afwijzingen door vrouwen. Het kan zijn dat hij iets van een van de vrouwen wilde, die dat niet zag zitten. Tijdens een ruzie hier over kan Guney zijn doorgedraaid. Dit scenario is zeker niet uit te sluiten omdat Guney geen lange band met de Koerdische beweging had en dus ook slecht op de hoogte zal zijn geweest van de normen en waarden van de politieke organisatie.

Maar er zijn nog andere mogelijkheden. Als Guney inderdaad de moordenaar is, kan het zijn dat hij een infiltrant was die binnen de vereniging als een zogenaamde sleeper optrad. In dat geval zal hij in opdracht hebben gehandeld van de geheime staat binnen de Turkse staat, of de Grijze Wolven. Deze twee zijn uitwisselbaar. Een aantal feiten spreken voor dit scenario. Ten eerste werd Guney in november 2011 lid van de vereniging in Parijs. Ook in 2011 ging er een waarschuwing rond dat er verschillende Turkse doodseskaders naar Europa waren gestuurd. Waarschijnlijk naar Frankrijk en België. Het doel van deze doodseskaders was om leidende PKK functionarissen uit te schakelen. Guney kan tot deze doodseskaders behoren en zich onder valse voorwendselen bij de vereniging hebben gemeld. Door mee te doen aan activiteiten en zijn taalvaardigheden in te zetten zal hij snel zijn geaccepteerd. Op die manier zal het ook niet moeilijk geweest zijn om bij PKK functionarissen in de buurt te komen. Weliswaar in een kleine, blijkbaar onbeduidende rol. Maar voor zijn doel was het voldoende.

Wat ook nog voor deze theorie pleit is de manier waarop de executies werden uitgevoerd. De drie vrouwen werden allemaal in het hoofd geschoten met meerdere kogels. Dit gebeurde zonder dat ze een poging tot vluchten konden ondernemen. Immers in het kantoor zijn geen sporen van een gevecht gevonden. Om op deze manier drie keer raak te kunnen schieten moet de schutter een bepaalde militaire training hebben gehad. Guney had interesse in wapens, en is minimaal  een keer met een pistool gezien, waarvan hij beweerde dat het een startpistool was. De politie heeft steeds gezegd dat het een professioneel uitgevoerde aanval was. Blijft de vraag waarom Guney, als hij de dader is, juist nu heeft toegeslagen. Het is bijna zeker dat dit iets te maken heeft met de pogingen tot een vredesproces die gaande zijn tussen de PKK leider Abdullah Öcalan en de Turkse staat. De Turkse staat is niet homogeen en de geheime staat functioneert nog steeds. Dit deel van de staat wijst iedere overeenkomst met de Koerden af. Het kan zijn dat men Guney heeft geactiveerd om het proces tot stilstand te brengen.

Of de AKP regering hier weet van had is moeilijk te zeggen. Meteen na de moorden gaf een AKP minister aan dat het om een interne vete binnen de PKK ging. Deze theorie werd door premier Erdogan overgenomen. De regering houdt hier nog steeds aan vast. Sterker nog, een AKP parlementslid heeft gezegd dat er in de komende dagen gelijksoortige aanslagen zijn te verwachten in Duitsland. De vraag is; waar komt deze informatie vandaan? Zit de AKP zelfs achter de aanslagen of hebben ze informatie dat de geheime staat nogmaals toe zal slaan? Bekend is dat Turkije wil dat Europa meer tegen de PKK doet. De aanslagen kunnen ook onderdeel zijn van dit streven.

Dan is er nog een laatste mogelijkheid. Guney kan zich door zijn eigen tegenstrijdigheden bij de politie verdacht hebben gemaakt. Het is duidelijk dat de Franse politie om een snel succes verlegen zit en Guney is misschien de zondebok waar ze naar zochten. Het zou zeker niet de eerste keer zijn dat de politie snel een verdachte arresteert om zichzelf in te dekken. Als Guney tijdens het verhoor in paniek is geraakt en rare dingen is gaan vertellen, kan de politie daar van hebben geprofiteerd om aan de wereld haar efficiency te tonen. In dat geval zou Guney onschuldig zijn en lopen de moordenaars nog vrij rond.

Conclusie:

Op dit moment lijkt het er het meeste op dat Omer Guney in 2011 via de vereniging heeft geïnfiltreerd om, als zijn opdrachtgevers de tijd juist achten, de aanslag uit te voeren. Toen er optimisme over het vredesproces ontstond was dat het moment waarop men had gewacht. De actie zou dus een provocatie zijn om het proces om zeep te helpen. Vreemd is wel dat Guney daarna niet meteen is verdwenen. Volgens zijn huisgenoot reageerde hij heel normaal die dag, en kon hij niet geloven dat de vrouwen dood waren, toen hij het nieuws te horen kreeg. Hij is uiteindelijk zelf naar de politie gegaan als getuige. Misschien voelde hij zich zeker en had hij ook nog andere opdrachten. Als dit inderdaad de toedracht is geweest, en daar lijkt het op, is de Turkse staat verantwoordelijk voor de moordpartij.

De PKK en de Koerdische beweging in het algemeen treft geen blaam. Je kunt nog een vraagteken zetten bij hoe het mogelijk was dat een onbeduidend verenigingslid zo dicht bij PKK top functionarissen kon komen, maar in de praktijk kan zo iets wel voorkomen. Volledige beveiliging bestaat niet. Guney was geen PKK lid en er zal dus ook geen reden zijn geweest om zijn achtergrond te checken. Verenigingen zijn open massaorganisaties waar iedereen welkom is. Dat daar soms ook vreemde figuren tussen zitten is niet te voorkomen. Een oud spreekwoord zegt; je gooit ze door de voordeur naar buiten, maar ze komen door het raam weer binnen. Je gooit ze door de achterdeur naar buiten en ze komen via de schoorsteen terug. Dat is het risico van iedere massabeweging en de prijs van de democratie. Jammer genoeg kan die prijs soms erg hoog zijn. Dat is in Parijs gebleken.

Bronnen: ANF (Firat News), BBC News, France 2, Fed Kom, Het Parool, de Morgen,  januari 2013

donderdag 17 januari 2013

Het ware verhaal van de Enschedese stroomstoring

Het was Kerstavond 2012 in het gebouw van de voedselbank in Enschede. In het kleine muffe kantoor zaten de voorzitter Henk Grijphetleven en zijn trouwe secretaris Jantje Ganzeveer bij elkaar. Het was koud in het gebouw wat de verwarming kon niet branden omdat er geld gespaard moest worden. De stemming was terneergeslagen. Henk keek met droevige ogen naar het papier dat voor hem lag. Het was de voorraadlijst die Jantje net had klaar gemaakt. “Dit is een ramp,” zei Henk. “voor na de Kerstdagen hebben we niets meer te bieden. Wat moet ik onze cliënten nu voorzetten?”  Jantje haalde zijn schouders op. “ik weet het ook niet meer. Ik heb vanmiddag alle supermarkten in de wijde omtrek afgebeld. Ze geven ons niets meer. Ze beweren dat ze zelf maar nauwelijks rondkomen.” Henk gromde vol irritatie. “Ja, dat zal welk weer. Klagen kunnen ze wel de heren grootgrutters. Ze hebben toch nooit genoeg. Prijzen omhoog drukken. Dut lukt ze prima. Maar iets over hebben voor onze voedselbank, dat zit er dan weer niet in. Ze moesten al die uitbuiters tegen de muur zetten.”

Jantje knikte terwijl hij het gebouw rond keek. “Grote woorden, maar daar krijgen we de schappen niet vol mee. In het hele gebouw hebben we nog 1 pot pindakaas en een pakje macaroni. Maar aan die laatste hebben de muizen gezeten, dus die is niet bruikbaar meer. Voor de rest kunnen we na de feestdagen lucht verkopen. Wat ze allemaal niet willen weten is dat mensen toch gewoon moeten eten. Crisis of geen crisis.” Henk stemde in. “Weet je wat de slogan van het Jordaan oproer was in de jaren 30?” Jantje haalde zijn schouders op. “Ze komme aan je vreten”, onthulde Henk. Jantje grinnikte. “Tja, daar draait het natuurlijk altijd wel om. Maar daar lossen we ons probleem niet mee op. Of misschien toch wel!” Hij begon gehaast op en neer te lopen. Henk keek toe en wachtte rustig af wat er ging komen. Jantje had wel vaker onorthodoxe  oplossing uit de hoge hoed getoverd.

Plotseling bleef de secretaris staan. “Wanneer krijgen we de meeste voorraden binnen?” vroeg hij. Henk dacht na. “Als de supermarkten met spullen zitten waar ze geen weg mee weten. Technische storingen enzovoort. Dan komt het bederfelijke spul naar ons.” “Precies,” zei Jantje. “Dus moeten we er voor zorgen dat er een technische storing optreedt.” Henk keek verschrikt. “Ben je nou van de pot gerukt, we kunnen toch zelf geen technische storing veroorzaken.” Jantje keek ernstig. “Wil jij straks aan al onze mensen vertellen dat er in het nieuwe jaar niets te eten is? Zie je jezelf al staan? Nee, de maat is vol. We moeten nu iets doen. En mijn grootvader zei altijd al, niet goedschiks dan maar kwaadschiks.” Henk begreep er niets van. “Maar hpe wil je dat dan doen? Ik begin langzaam aan bang van je te worden.”

Jantje grinnikte en ging weer zitten. “Het is immers vuurwerktijd, en ik weet van mijn familie dat in Duitsland het illegale vuurwerk praktisch langs de weg te vinden is. Stel dat ik zo’n pakketje te pakken krijg. Ik maak er een flinke lading van en mik hem in een transformatorhuis. Wedden dat dan binnen seconden in de hele stad de stroom uit is. En dan moet jij eens opletten. Dan staan de grutters hier in lange rijen klaar om van hun spulletjes af te komen. Dat betekend voor ons volle schappen en onze cliënten kunnen weer eten. Kortom, eind goed alles goed.” Henk zat als een geest aan zijn bureau. “Maar dat kun je toch niet maken, joh, dat geeft toch enorme schade. Dat kan het nooit waard zijn.” Jantje keek hem geduldig aan. “Denk nu even na. Het is nog niet echt koud, dus kan iedereen wel een poosje zonder stroom. En de enige die echte schade zal oplopen is de energie maatschappij. Dat zijn een stelletje van die privé uitbuiters die indertijd van de privatisering hebben geprofiteerd. Hoe meer geld die smeerlappen verliezen des te beter. Daar weegt de honger van onze mensen niet tegen op. Of zie je het anders.”

Henk leunde achterover. “Nee, je hebt inderdaad gelijk. Daar weegt het niet tegenop. Het is immers niet onze schuld. Als die idioten in Den Haag zorgde dat iedereen voldoende te eten had hoefden we hier niet eens te zitten. Misschien wordt het tijd dat ze eens een lesje krijgen. Als jij voor vuurwerk kan zorgen ben ik je man.” Zo gingen de mannen tevreden naar huis die avond. De volgende dag reed Jantje in zijn oude Eend naar Duitsland en kwam met een pakket geweldig vuurwerk thuis. Het ene stuk  was nog mooier en krachtiger dan de andere. En allemaal beloofde ze een reuze knal. Op Tweede Kerstdag maakte onze twee helden van de Kerstrust gebruik om het goedje het grootste transformatorhuis van de stad binnen te mikken. Ze maakten dat ze wegkwamen, en wachtte op veilig afstand op de explosie. Maar er gebeurde niets. Het bleef zo stil dat je de kaarsen in de Kerstboom kon horen branden.    

Henk en Jantje wisten niet wat ze er van moesten denken. “Dat vuurwerk van jouw deugde niet,” bromde Henk. “Al die spanning is voor niets geweest. En voorraden hebben we nog steeds niet.” “Misschien waren de lonten nat,” oppoerde Jantje. “Jammer, het was een mooi plan.” De mannen besloten weer aan het werk te gaan en de zaak maar te vergeten. Nieuwe voorraden moesten maar op andere manieren bij elkaar worden geschraapt.

Op zaterdag 5 januari waren er twee explosies in een transformatorhuis in Enschede waardoor 20.000 woningen zonder stroom raakten. De explosies werden gevolgde door een brand. Over de oorzaak is nog steeds niets bekend.

Nog diezelfde avond kon de voedselbank het aantal nieuw aangeboden voorraden nauwelijks verwerken. In lange rijen stonden de wagens van de verschillende supermarkten en groothandels voor de deur. Henk en Jantje stonden bij de ingang en noteerden alles wat binnen kwam. Niemand zei een woord, maar voor getuigen waren er wel sporen van binnenpretjes te vinden. En voor de cliënten van de voedselbank was er voorlopig geen vuiltje meer aan de lucht.

Natuurlijk is dit verhaal niet waar, hoewel de nood bij alle voedsel en kledingbanken wel steeds groter wordt. Soms gebeuren er wondertjes, of zitten er hier en daar toch wat vingertjes achter draadjes? Niemand zal het ooit weten.

donderdag 10 januari 2013

Het Noorden van Ierland; verborgen gebreken

Als we naar de regeringen in Londen en Dublin luisteren zou je echt denken dat het conflict in het Noorden van Ierland is opgelost. Immers, het vredesproces lijkt grote stappen vooruit te hebben gezet en officieel heeft de IRA zich ontbonden. Het lijkt er op dat er inderdaad een oplossing gevonden is. Dat vinden ook de leiders van Sinn Fein die nu in de Noord Ierse regering zitten samen met de protestantse DUP. Maar in de laatste weken is opnieuw gebleken dat we hier met schone schijn te maken hebben. Het kleinste incident of de kleinste verandering brengt het conflict meteen weer in volle hevigheid naar boven.

Wat was het geval? De gemeenteraad van Belfast besloot in de tweede week van december dat de Britse vlag in het vervolg niet meer iedere dag boven het stadhuis zou wapperen. Sinds het gebouw in gebruik werd genomen in 1906 was de vlag iedere dag zichtbaar. Dit werd door de nationalisten in de stad altijd als een provocatie gezien. Nu leek de tijd aangebroken voor verandering. De nationalistische partijen, waaronder Sinn Fein, kregen een meerderheid voor het verwijderen van de vlag in de raad omdat de neutrale Alliance partij het voorstel, met een compromis, steunde. De Alliance stelde voor dat de vlag niet meer iedere dag, maar alleen maar op 17 bijzondere dagen zou worden uitgehangen. Het besluit werd genomen en de vlag werd weggehaald.

Maar hiermee was het niet gedaan want de protestanten, opgejut door de Unionisten partijen, pikte dit niet en probeerde het stadhuis te bestormen. Dit was het begin van nachtenlange rellen die zeker een week aanhielden. Republikeinse wijken werden aangevallen en vooral de leden van de Alliance partij moesten het ontgelden. De TV beelden leken weer verdacht veel op de donkerste dagen van de Troubles, zo als het conflict in Ierland wordt genoemd. Het was als of er nooit een vredesproces was geweest.

Dit is geen op zichzelf staand incident. De laatste tijd is de spanning in het Noorden weer toegenomen. Het conflict is nooit echt opgelost en daarom ook is er maar een vonk nodig om alles weer uit elkaar te laten spatten. Veel vroegere IRA leden hebben zich in kleinere organisaties verzameld die het vredesproces afwijzen. De groepen plegen af en toe aanslagen, zoals het doodschieten, kort geleden, van een cipier die in een gevangenis werkte waar republikeinse gevangenen heel lang actie hebben gevoerd tegen de slechte behandeling. Af en toe zijn er ook weer bommen en de groepen proberen ook de drugsdealers van de straat te vegen. De betrokken groepen waren lang verdeeld, maar nu is er een zekere mate van eenheid ontstaan die een ding duidelijk maakt; de tegenstand tegen het vredesproces neemt toe. Aan beiden kanten.

Dit kan ook bijna niet anders. Immers de grote problemen die het hoofdbestanddeel van de strijd vormden zijn nog steeds niet opgelost. Sinn Fein heeft zijn best gedaan om zo veel mogelijk te bereiken en natuurlijk zijn er stappen vooruit gezet. De Republikeinse minderheid heeft nu veel meer rechten en is ook politiek vertegenwoordigd. Daar kon men in 1968, toen het allemaal begon, alleen maar van dromen. Maar met wat meer rechten is het natuurlijk niet gedaan. Feit is dat het Noorden van Ierland nog steeds onder Britse controle staat, en dat Ierland nog steeds niet verenigd is. En dat was natuurlijk toch wel het uitgangspunt. Sinn Fein zegt dat het verenigde Ierland er op termijn gaat komen. Maar steeds minder mensen hechten hier geloof aan. Niet dat iedereen nu meteen de wapens weer wil oppakken, maar het aantal mensen dat wel deze weg kiest neemt weer toe.

Of een gewapende strijd op dit moment verstandig is of niet is intussen weer een discussiepunt geworden. Vooral voormalige IRA leden vragen zich af waarom de hoofdeisen al niet lang binnen zijn gehaald. Het is een terechte vraag geboren uit frustratie. En op die vraag is er maar een antwoord. Zolang de Britse regering in het Noorden de macht heeft zal er nooit aan de legitieme eis voor een verenigd Ierland worden voldaan. Het blijft dus van het grootste belang om de Britse invloed voorgoed te beëindigen. Dan kan via een referendum in heel Ierland een verenigd Ierland worden bereikt. Zolang dit alles niet het geval is blijft de gewapende strijd in principe legitiem.

Groepen en vrijwilligers die deze strijd willen aangaan hebben het volste recht dit te doen. Temeer omdat dit ook staat in de Declaratie van de Republiek uit 1916. Toch zal een verenigd Ierland niet voldoende zijn. Ook in de huidige republiek in het Zuiden worden arbeiders uitgebuit en heeft de katholieke kerk onrechtmatig veel macht. Om in deze situatie verandering te brengen is een arbeidersrepubliek nodig. Dit zal een einde maken aan de macht van de EU en de katholieke kerk. Het was deze arbeidersrepubliek die de grote Ierse revolutionair James Connolly voor ogen had. Hij moest zijn visie met de dood bekopen toen hij na de opstand van 1916 werd geëxecuteerd door de Britten. De euro crisis heeft Ierland hard getroffen en dat is een bewijs dat Ierland van Brussel niets te verwachten heeft. Het wordt tijd dat de arbeiders in zowel het Noorden als het Zuiden het recht in eigen hand nemen en zich ontdoen van de uitbuiters uit verschillende hoeken die Ierland al eeuwen leegzuigen.

Pas als de arbeidersrepubliek is bereikt zal er aan het conflict een einde komen. Het huidige vredesproces zal dit nooit kunnen bereiken. Daar voor heeft het te veel verborgen gebreken. De oplossing ligt in handen van het Ierse volk. Afwachten en niets doen zal alleen maar meer slachtoffers opleveren. De Ierse revolutionair en hongerstaker Bobby Sands heeft ooit gezegd dat de strijd in Ierland en in de rest van de wereld zo groot is dat iedereen een rol kan spelen, hoe groot of klein dan ook. Deze uitspraak heeft vandaag nog niets aan kracht ingeboet.

donderdag 3 januari 2013

Hoe het vuur van de Nederlandse politiek doofde

Op een avond in december gaf de publieke omroep, zonder het te beseffen, een ongelooflijk helder beeld van wat er mis is met de Nederlandse politiek. Op verschillende netten waren bijna gelijktijdig portretten te zien van de voormalige PvdA leider en minister president Joop den Uyl, en de huidige SP leider Emile Roemer. Het contrast kon niet groter zijn. Joop den Uyl kwam naar voren als de gedreven idealist die voor niets opzij ging, en echt dacht dat hij de Nederlandse maatschappij blijvend kon hervormen. We kunnen niet zeggen dat hij het revolutionaire vuur uitstraalde, want hij was immers sociaal democraat en dus zeker geen revolutionair. Maar er ging wel iets van hem uit, een zekere bezieling, die tegenwoordig een zeldzaamheid is geworden. Joop den Uyl kon als geen ander een zaal bespelen en zelfs zijn tegenstanders hadden het grootste respect voor hem. Kortom, hij was iemand met een missie, waar hij zelf tot het einde in geloofde.

Na dit portret kwam er een documentaire, waarin SP leider Emile Roemer werd gevolgd tijdens de recente verkiezingscampagne. Het verschil met den Uyl kon niet groter zijn. Bij Roemer geen vuur en ook maar bar weinig idealisme. Hij mag overkomen als een aardig man, die hij zeker is, maar van gedrevenheid of passie voor zijn zaak is niet of nauwelijks sprake. Den Uyl liet zien dat hij niet alleen ergens voor stond, hij gaf ook echt om waar hij voor stond. En hij was bereid om dit te tonen en er risico’s voor te nemen. Bij Roemer is het veel meer een kwestie van goede intenties en een grote dosis realisme. Hij zal zeker om zijn achterban geven, maar hij straalt het in ieder geval niet uit. En wat nog erger is, hij beweegt niet. Hij lijkt van het ene gesprek naar het andere te schommelen en is iedere keer stomverbaasd als de pers of een van zijn politieke tegenstanders hem te slim af is. Terugslaan, waar den Uyl een meester in was, zie je bij Roemer niet of nauwelijks. Zijn verkiezingsafgang, afgelopen september, was dan ook voor iedereen zichtbaar, behalve voor hem zelf. Als de eerste exit poll bekend wordt en de SP is blijven steken op 15 zetels blijft Roemer onbewegelijk zitten. Je ziet hoe in een paar seconden zijn hele wereld instort. En nog steeds weet hij niet hoe het is gekomen.

Op zich is hij in de Nederlandse politiek van dit moment niet uniek. Waar ooit passie en ideologie een hoofdrol speelden is onderkoeling nu een trend geworden. Alle politici die op dit moment een leidende rol spelen komen over als een lichting robots die buiten een paar extra zetels en een riant salaris praktisch nergens meer om geven. Geloven ze nog ergens in? Als dit zo is doen ze wel heel veel werk om het te verbergen. Ook op het gebied van talenten en vaardigheden komt de huidige politieke elite, in vergelijking met hun voorgangers over als het tweede elftal van FC Knudde. Het is allemaal een kwestie van een onsje meer of minder zonder dat er aan de echte wensen van de kiezers tegemoet wordt gekomen. Dat was in de jaren 70 wel anders. Toen hadden mensen nog het gevoel om echt door iemand vertegenwoordigd te worden in het parlement. Want naast De Uyl was er ook nog CPN leider Marcus Bakker. Als Den Uyl overkwam als de man die iets voor het volk wilde doen, dan was Marcus Bakker de man die echt uit het volk kwam. Een arbeidersleider die met zijn sarcasme en scherpe woorden iedereen in de Tweede Kamer kon afmaken. En dat met de handen in de zakken. Als hij sprak hadden zelfs mensen die geen communist waren het gevoel dat zij zelf aan het woord waren. Wat de mensen dachten werd door de CPN leider onder woorden gebracht. Wat een rijkdom en een vuur waren er toen in de politieke rijen te vinden.

Van dat vuur kunnen we nu alleen nog maar dromen. De politieke leiders van vandaag variëren tussen oplichters (Verhagen, Sap en Rutte) dreinende kinderen (Wilders) en super realisten als Roemer en de huidige PvdA leiding. Het klopt dat Diederik Samsom uiteindelijk de verkiezingscampagne en ook de formatie heeft gewonnen. Maar ook van hem gaat geen vuur uit. Ook bij hem zie je niet dat hij ergens in geloofd. Hij is slim en handig, met veel feitenkennis. Verder heeft hij een bepaalde schijneerlijkheid die veel mensen blijkbaar vertrouwen geeft. Maar van politiek vuur kan geen sprake zijn. Hij zou ook gewoon verzekeringen kunnen verkopen. Dat geldt ook voor de rest, diegenen die intussen het veld hebben geruimd inclusief. Het vuur, het vechten voor een zaak is bij het oude ijzer terecht gekomen.

Als er nu een Joop den Uyl of een Marcus Bakker op zou staan zouden ze met gemak de vloer aan vegen met het zootje ongeregeld dat nu de banken van de Tweede Kamer bezet houdt. De heren en dames zullen er op wijzen dat ze toch veel stemmen hebben gekregen. Maar dat is logisch als er niets anders te kiezen valt. Als het tweede en derde garnituur de dienst uitmaken. Waar ooit politieke standpunten en ideologische beleidslijnen de boventoon voerden, kraaien nu de oneliners koning. De gewone mensen, de kiezers, zijn hierbij de verliezers. Want wie geen ideologie heeft, kent ook geen geweten. En wie geen geweten kent kan uiteindelijk de meest onmenselijke maatregelen doorvoeren. Dat zullen we de komende jaren nog zien.

Het ergste van alles is nog dat de Nederlandse arbeidersklasse geen vertegenwoordiging meer heeft in de reguliere politiek. Een partij als de CPN bestaat op dit moment niet en de SP kan nog niet in een fractie van de schaduw staan van deze echte arbeiderspartij. Men heeft geen traditie, maar een beperkt gevoel en niet de politieke moed om het systeem recht in de ogen te kijken en de middel vinger op te steken. De SP zal de Nederlandse arbeiders nooit vertegenwoordigen en zeker het systeem niet afvallen of bestrijden. Die tijd is men niet voorbij, hij is er gewoon nooit geweest. Voor de arbeiders zijn er maar twee keuzemogelijkheden; er komt een nieuwe revolutionaire communistische partij die het vuur het parlement in kan dragen, of de strijd wordt buitenparlementair voortgezet. Deze beiden opties sluiten elkaar overigens niet uit.

In de jaren 70 van de vorige eeuw dachten we dat alles kon zonder het huidige systeem volledig op te blazen. Intussen weten we dat dit niet het geval is. De hervormingen van toen waren veel te weinig en ook niet duurzaam. We staan nu aan de vooravond van een nieuw tijdperk waarin het een kwestie van er op of er onder zal zijn. Als we een andere wereld willen, en ideologische antwoorden op de kwesties waar we nu voor staan, moet de huidige politieke elite, die een barrière tot de vooruitgang vormt, zo snel mogelijk de laan uit. Redenen om in opstand te komen zijn er altijd, maar we zijn nu op een punt dat opstand een van levensbelang zijnde noodzaak is geworden. Laten we de komende jaren gebruiken om het politieke en ideologische vuur opnieuw te ontsteken en de toekomst in eigen hand te nemen. Laten we die wereld bouwen waar we al zo veel strijd voor is gevoerd. Als we dit vuur ontsteken zal ons niets meer in de weg staan. Dus organiseer en sla terug, iedere dag en overal.