donderdag 29 maart 2018

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2018; VERSPLINTERING TOT OP HET BOT


De uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen van vorige week zijn intussen algemeen bekend. We gaan dan ook niet alle cijfers en details herhalen. Die zijn op het internet en in de media overal te vinden. Wij zullen kijken naar de achtergronden, en de richting die hier uit voortkomt. Daaruit zullen we wat conclusies voor de toekomst kunnen trekken. Natuurlijk weten we dat verkiezingen een moment opname zijn, en dat we ook echt niet de illusie moeten hebben dat verkiezingen iets kunnen veranderen. Maar uit de uitslagen valt vaak wel op te diepen wat de mensen zoal denken. En dat is wel weer interessant.

Er zijn twee punten die uit de uitslagen naar voren komen. Het eerste punt is dat vooral de lokale partijen de grote overwinnaars zijn geworden. Dat was bij de vorige verkiezingen ook al het geval. Het geeft aan dat veel mensen de grote systeempartijen niet meer vertrouwen. Ze zijn te vaak belogen, en weten intussen ook dat lokale partijafdelingen van de grote partijen moeten luisteren naar de meesters in Den Haag. Er is dus maar weinig ruimte voor eigen plaatselijk beleid. Dat betekend gelijktijdig dat deze partijen voor de kiezers ongrijpbaar zijn. Op zijn beurt versterkt dat weer het gevoel dat we eigenlijk niets te zeggen hebben. De keuze voor een lokale partij, die dichter bij de mensen staat, is dan wel een logische optie.

Maar het lijkt er op dat er nog een andere gedachte zit achter het stemmen op de lokale partijen. Veel mensen willen de controle terug over de eigen leefomgeving. Ze hebben het idee dat daar steeds meer aan getrokken wordt, en willen terecht tegengas geven. Op bijna alle terreinen is niet meer te controleren en te beïnvloeden wat de overheid allemaal doet. Om dat goed te begrijpen is het handig om even de piramide als geheugensteuntje te nemen. De plaatselijke overheid moet luisteren naar Den Haag, Den Haag moet luisteren naar de EU in Brussel, en de EU moet weer luisteren naar de NAVO en de Amerikanen. Op deze wijze worden de belangrijkste beslissingen genomen die het leven van ons allemaal bepalen. Het is gelijktijdig onderdeel van de globalisering.

Precies deze hele gang van zaken stuit veel mensen tegen de borst. Ze zien een snel veranderende wereld die ook plaatselijk zijn uitwerking heeft. Daarom willen velen de controle terug, omdat juist de invloed over de eigen omgeving bepalend is voor de identiteit. Daar komt nog bij dat de systeempartijen uitblinken als het om politieke correctheid gaat, en dat zorgt bij veel kiezers voor irritatie en woede. Omdat er weinig alternatieven lijken te zijn, komen dan de lokale partijen uit de bus als een soort barrière tegen de dwingelandij die uit politiek Den Haag komt. Natuurlijk gaat deze theorie vaak niet op, omdat de ene lokale partij de andere niet is. We moeten dan ook maar hopen dat de beslissingen om lokaal te stemmen weloverwogen zijn geweest. Toch is de hang naar het lokale en de eigen omgeving een trend die we kunnen toejuichen. Veranderingen zullen aan de basis moeten beginnen, en het kan de start zijn van echt verzet en weerstand tegen de Haagse kliek.

Het tweede grote punt dat uit de uitslagen naar voren komt is de nederlaag van de sociaal democratie. We spreken dan zowel over de PvdA als ook de SP. Als de PvdA leiding dacht dat een paar maanden op de oppositiebanken in Den Haag de aanhang wel zou terugbrengen, heeft men zich behoorlijk verkeken. De PvdA heeft nog nooit in zo’n diep dal gezeten. In Amsterdam, een stad waar de PvdA jarenlang de bestuurderspartij was, is men opnieuw gehalveerd. Het verlies is dus structureel aan het worden, en dat zal toch ingeslagen zijn als een bom. Ook de SP kon overal op verlies rekenen. Bij deze club dacht men dat een nieuwe landelijke leiding ook meteen een nieuw begin zou betekenen. Ook dat was een misrekening. Het aantal SP stemmers valt over de hele linie terug. Dat krijg je als je op twee gedachten blijft hinken. Aan de ene kant wil de SP nog steeds de oude protestpartij van vroeger zijn, de tomatengooiers zullen we maar zeggen. Aan de andere kant wil men laten zien dat de SP een bestuurderspartij is waar men vertrouwen in kan hebben. Dat vertrouwen vraagt men dan aan het systeem, niet aan de kiezers. Dat betekend in de praktijk dat de SP niet te vertrouwen is. Het is immers nooit helemaal duidelijk waar de oren op een zeker moment naar hangen.

We moeten er wel bij vermelden dat de teruggang van de sociaal democratie een landelijk en ook internationaal fenomeen is. Overal zien we nederlagen en leegloop. Veel arbeiders hadden jarenlang het idee dat er een deal was met de sociaal democraten; als jullie als partij ons vertegenwoordigen zullen we op jullie stemmen. Deze deal is door de sociaal democratie aan de kant geschoven, als er tenminste ooit echt sprake van is geweest. Het verraad van de sociaal democraten wereldwijd is intussen zo duidelijk dat zelfs de harde kern van de aanhang de verschillende partijen de rug toekeert. Daaruit is ook de winst van GroenLinks te verklaren. Deze partij is echt niet beter dan de SP of de PvdA, maar een aantal kiezers wil toch enigszins het linkse geweten sussen, dus wordt GL het alternatief. Ook dat zal een illusie blijken, en dan kan men weer een nieuwe zoektocht beginnen. Een ander deel van de kiezers is overgestapt naar de populisten, hoewel dit bij landelijke verkiezingen duidelijker te zien is dan op lokaal niveau.

Ondanks de winst van GroenLinks, een partij die in het verleden meer dan eens heeft getoond dat men het systeem graag te hulp komt, moeten we concluderen dat de rol van het traditionele soft links bijna is uitgespeeld. De arbeidersklasse zoekt een nieuwe vertegenwoordiger, en het systeem zal de sociaal democratie echt niet de helpende hand toe steken. Er zijn genoeg anderen die een verradersrol willen spelen, dus waarom moeite doen. Als de arbeiders weer een politieke stem willen hebben zullen ze die van de grond af moeten opbouwen. De sociaal democratische fietsband, waar zo lang op gereden is, is versleten en niet meer te plakken. Deze illusie heeft afgedaan, en zal nooit meer hersteld kunnen worden.

Als conclusie kunnen we vaststellen dat de versplintering in de lokale politiek intussen angstwekkende vormen heeft aangenomen. Dat is geen kwestie van democratie, maar van pure wanhoop. Niemand weet meer hoe het verder moet, dus begint men maar weer een nieuwe toko. De chaos die hier door ontstaat, is meestal een voorbode van een grote politieke explosie. Een explosie die alles kan veranderen, misschien morgen al. Welke vorm zo’n verandering zal hebben is met geen mogelijkheid te voorspellen. Maar wat wel vaststaat, is dat de huidige bestuurders hun langste tijd hebben gehad. Als er echt een grote verandering komt, zullen we eerst een periode van puinruimen zien, en daarna zal de toekomst duidelijker worden. Maar zo ver is het nog net niet. Een ding is zeker; we leven in interessante tijden.

donderdag 22 maart 2018

AFRIN; KOERDISTAN'S DRESDEN


We hebben er al eerder melding van gemaakt, in Afrin vecht het Koerdische volk al weken lang voor haar leven. Natuurlijk heeft zo'n strijd iets heldhaftigs. Niet opgeven, vechten tot de laatste kogel. Jammer genoeg is dat soms zelfs niet genoeg. Intussen zijn Turkse troepen, samen met de islamistische terroristen, waar ze gemene zaak mee maken, Afrin binnen gedrongen. De bevolking is geëvacueerd, en de Koerdische milities beginnen nu een guerrilla oorlog tegen de moordbendes van Erdogan. Deze manier van vechten zal meer succesvol zijn dan een frontenoorlog. Het is immers niet makkelijk om een NAVO leger met normale middelen tegen te houden. Maar in een guerrilla oorlog ligt dit anders. Een guerrilla leger is niet te verslaan en altijd in het voordeel tegen een regulier leger. We kunnen dus gerust aannemen dat er nog vele Turkse soldaten en andere moordenaars in kisten naar huis terug zullen keren.

Maar er zit ook een andere kant aan deze strijd. Want er wordt niet alleen gevochten in Afrin, de stad en dus ook haar burgers zijn wekenlang constant gebombardeerd door de Turken. Sirenes, schuilkelders en angst. Het ging 24 uur per dag door. Slachtoffers bleven natuurlijk ook niet uit. Cijfers zijn moeilijk te krijgen, maar het zullen er vele honderden zijn. Daarom ook kunnen we zeggen dat Afrin Koerdistan’s Dresden is geworden. Afrin is immers een cultuurstad, en dat was Dresden ook. Daar houdt de vergelijking ook nog niet op. Dresden was geen militair steunpunt, maar toch werd de stad door de Britten en de Amerikanen in 1945 platgegooid. Precies zoals nu met Afrin is gebeurd. Terwijl dit gaande was keek de wereld toe. Niemand kan deze keer zeggen dat ze het niet hebben geweten. Vele mediakanalen hebben naar buiten gebracht wat er met Afrin gebeurde. Maar nog steeds keek de wereld elite de andere kant op.

Steeds opnieuw “vergeten” de oorlogsvoerders dat het verboden is om burgerdoelen te bombarderen. Dat de burgerbevolking nooit als een doel mag worden gezien. Het staat in verdragen en conventies. Presidenten en premiers hebben er hun handtekening onder gezet. Maar het maakt geen enkel verschil. Al vele jaren zien we dat terreurbombardementen gericht tegen de burgerbevolking gewoon doorgaan. Niemand wordt hier voor berecht, en niemand beland in de gevangenis. Vele steden zijn intussen doelwit geweest. Warschau, Rotterdam, Coventry, Dresden, de steden in Vietnam en Cambodja, steden in Irak en Afghanistan, de Servische steden, Halabja en nu dus Afrin. Het is makkelijk om deze laffe manier van oorlogsvoeren in te zetten tegen vrouwen en kinderen, tegen oudere mensen en zieken. De zieke geesten die dit soort dingen bedenken krijgen er zelfs onderscheidingen voor. Je blijft je afvragen hoe diep de mensheid eigenlijk nog kan zinken.

Maar dan maken we een fout. Het gaat niet om de mensheid, maar om de geldgierige elites die de dienst uit maken. Als de gewone mensen het voor het zeggen hadden bestonden terreurbombardementen niet. Daar heb je slagers als Erdogan voor nodig. En hij staat niet alleen. De Amerikaanse leiders, de NAVO generaals en vele anderen in de wereld elite schrikken er niet voor terug om duizenden onschuldige levens van de kaart te vegen. Als hun belangen in het geding komen is geen enkel leven een cent meer waard. En achteraf wordt er over gelogen en bedrogen. Niemand is ooit ergens verantwoordelijk voor. Sterker nog; uiteindelijk komen er zo veel leugens aan te pas dat het er op gaat lijken dat de slachtoffers van de terreurbombardementen zelf de schuld dragen. Hiervoor gebruikt men onderzoeken, geheime diensten en gekochte wetenschappers. Als er geld op tafel komt is bijna iedere onderzoeker of wetenschapper te koop. Er zijn uitzonderingen, maar het zijn er weinig en zij worden nauwelijks gehoord.

We hebben Afrin aan het begin vergeleken met de Duitse stad Dresden. Misschien kent niet iedereen het verhaal van deze stad, die als een van de mooiste in Europa gold. Dresden was de hele oorlog niet gebombardeerd, tot februari 1945. Voor alle duidelijkheid, Duitsland had toen de oorlog al verloren, en de capitulatie zou over een paar maanden een feit zijn. Toch werden de Britse en Amerikaanse luchtmachten in februari 1945 naar Dresden gestuurd, een stad zonder militair belang, en met nauwelijks industrie, maar wel vol gepakt met vluchtelingen uit het oosten. Dit waren meest vrouwen en kinderen, en verder oudere mannen die niet meer naar het front konden. In drie aanvallen met honderden bommenwerpers werd Dresden met de grond gelijk gemaakt. Er werd gebruik gemaakt van een bijzondere manier van bombarderen om een zogenaamde vuurstorm te ontketenen. In een paar uur tijd werden duizenden mensen gedood. Mensen die probeerden te vluchten werden nog beschoten door Amerikaanse jagers.

Er bestaat geen twijfel aan dat dit een oorlogsmisdaad was. Maar niemand is ooit voor het vernietigen van Dresden voor de rechtbank gezet. Het is eigenlijk nog veel erger, want de Amerikanen, de Britten en de huidige Duitse autoriteiten zijn al jaren bezig om de ramp kleiner te laten lijken dan dat het werkelijk was. Door de vele vluchtelingen, die niet geregistreerd waren, wist niemand hoeveel mensen er precies in de stad waren. Kort na het bombardement ging men er vanuit dat er tussen de 250.000 en 500.000 mensen waren omgekomen. Maar dat cijfer mocht geen standhouden want dan zouden de Britten en Amerikanen officieel van een oorlogsmisdaad kunnen worden beticht. Na jaren van onderzoek en geschiedvervalsing beweerd men nu dat er 20.000 tot 25.000 slachtoffers waren. In Dresden gelooft niemand dit. Maar de overwinnaars schrijven de geschiedenis en komen zo met alles weg.

Als de geschiedenis van Afrin wordt geschreven zal het niet anders zijn. Turkije is nog steeds lid van de NAVO en zal altijd steun van de rest van deze misdadige organisatie krijgen. En de islamistische bendes die door Turkije zijn ingezet worden ook door anderen gebruikt, dus zal er ook geen vinger naar deze moordenaars wijzen. De conclusie kan alleen maar zijn dat de Koerden er weer alleen voor staan, zoals al zo vaak in de geschiedenis. Maar de strijd is nog lang niet verloren. Een guerrilla oorlog tegen de Turken en hun handlangers kan eigenlijk alleen maar succesvol zijn. En, om bij het thema van de Tweede Wereld Oorlog te blijven, het is zeker niet uitgesloten dat Afrin uiteindelijk het Stalingrad van de Turken gaat worden. In 1942 leek Stalingrad ook verloren, en hadden de Duitsers grote delen van de stad in handen. Met de soldaten van het Rode Leger gaven niet op en vochten voor ieder huis en voor iedere verdieping. Na veel offers wonnen zij de strijd, en was het lot van de Duitsers bezegeld. Niemand kan zeggen dat in Afrin niet hetzelfde zal gebeuren. Met de moed der wanhoop is heel veel mogelijk. En een ding is zeker, aan moed heeft het Koerdische volk nooit gebrek gehad. Een overwinning is dus nog lang niet uitgesloten.

donderdag 15 maart 2018

KIESLIJSTEN VOOR IN DE KACHEL


Deze week was het weer zo ver, de kieslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen ploften in de brievenbussen. Altijd weer een verheugend moment. Je verwacht niets, maar ergens is toch altijd weer een vonkje hoop dat je een partij zult tegen komen die de strijd met het systeem wil aanbinden. Een partij die echt opkomt voor de gewone mensen, en de kapitalisten, die de touwtjes in handen hebben, wil bestrijden tot op het bot. Dus snel uitvouwen dat onhandige papier en kijken of we deze keer geluk hebben. Zou er eindelijk iets te stemmen zijn? Of is het weer allemaal onzin. Een moment lang blijven de hoop en de onzekerheid elkaar afwisselen. Tot we de lijst eindelijk met veel moeite plat voor ons op tafel hebben liggen.

Als je ogen dan over de letters glijden zie je het meteen al; het is weer het gebruikelijke stelletje oplichters en dieven die zich proberen uit te geven als toekomstige volksvertegenwoordigers. Als we de lange rijen namen bestuderen komen we al de gebruikelijk figuren tegen. Natuurlijk vooraan de systeempartijen die ons al langer belazeren dan dat de meeste van ons kunnen denken. Het maakt ook niet uit of ze zich nu rechts, links, liberaal of groen noemen, bijna nooit zit er in wat er op het label staat. Je krijgt het gevoel dat je langs een schap in de supermarkt loopt; de mooiste verpakking verbergt meestal het slechtste product. Wees dus gewaarschuwd, en loop gewoon door. Als we naar de zogenaamd linkse partijen kijken zien we meteen al weer dat er geen echte keuze is. Allemaal sociaal democraten, die ook allemaal even onbetrouwbaar zijn. Of ze nu PvdA, GroenLinks of SP heten; ze hebben geen antwoorden op de vraagstukken van vandaag. Niet nationaal en ook niet lokaal. Ze vertegenwoordigen op geen enkele manier de arbeidersklasse.

Als we verder kijken komen we een heel scala aan belangen partijen en partijtjes tegen. Sommige lijken wereldvreemd en anderen volledig gestoord. De wildgroei is duidelijk niet meer te stuiten. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de lokale partijen, die er ook in vele kleuren en smaken zijn. Zij beloven natuurlijk allemaal dat alleen zij weten wat de plaatselijke kiezer echt nodig heeft. Sommige zijn nieuw, andere doen al jaren mee en hebben meer dan eens bewezen dat ze de kiezer meteen vergeten zijn als de stemmen eenmaal in de tas zitten. Hier en daar zal er best een serieus clubje tussen zitten, maar het zijn er weinig en een goede bestudering van wat men werkelijk wil is zeker aan te raden. Dit om een kater te voorkomen de dag na de verkiezingen.

Naast de lokale partijen zijn er ook nog een paar clubs die veel aandacht krijgen, maar niets voorstellen of gewoon gevaarlijk zijn. Een partij die niets voorstelt is bijvoorbeeld BIJ1 in Amsterdam. De groep bestaat vooral uit anti-zwarte piet figuren, en attentionseekers die jarenlang in de welzijnswereld hebben rondgehangen, en het nu in de gemeenteraad willen proberen. Conclusie; een totaal onnodige partij die alleen dient om het overvolle woud van politieke partijen nog verder aan te vullen. In een aantal plaatsen doen ook de populisten mee, en ook dat trekt weer veel media aandacht. Maar het trekken van aandacht en het leveren van echte antwoorden zijn twee totaal verschillende zaken. Tot nu toe is er van die echte antwoorden maar bitter weinig terecht gekomen.

En dan is er nog DENK. Nu wordt het pas echt gevaarlijk want deze club is niet wat je op het eerste gezicht zou denken. DENK lijkt een club die probeert om de Turkse gemeenschap te vertegenwoordigen, en heeft ook de mond nog vol over integratie en samenwerken met iedereen en van alles. Maar de waarheid is anders; DENK is de lange arm van de Turkse dictator Erdogan in Nederland. De partij zou even goed de AKP in Nederland kunnen heten, maar dan stemt er natuurlijk geen zinnig mens op. Dus gaat men schuil onder de naam DENK. Maar de daden spreken voor zich. Toen nog niet zo lang geleden Turkse ministers in Nederland wilden spreken, terwijl dit niet was toegestaan, vielen DENK leden over elkaar heen om faciliteiten aan te bieden. Ook heeft DENK de namen doorgeven van Turks Nederlandse parlementsleden die voor de erkenning van de Armeense genocide hebben gestemd. Geen enkele keer heeft DENK de misdaden van de bloedsultan Erdogan veroordeeld. We kunnen dus gerust concluderen dat DENK de agenten van Erdogan in de Nederlandse politiek zijn.

Precies dat maakt het gevaarlijk; deze agenten zitten al in de Tweede Kamer en proberen nu ook nog in een aantal gemeenteraden zetels te verwerven. Eigenlijk is het te gek voor woorden. Geen enkel ander land zou toestaan dat de lobbyorganisatie van een buitenlandse mogendheid, en dan ook nog een dictatuur, zich politiek organiseert en zetels binnensleept. Dat kan alleen in Nederland. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het feit dat veel DENK leden overtuigde antisemieten zijn. Ook DENK is dus geen aanwinst op de kieslijsten, en had er in feite nooit op mogen staan.

Is er dan nog ergens iets om op te stemmen? Wij gaan er al jaren vanuit dat je alleen moet stemmen als je communistisch kunt stemmen. Waar dat niet kan is niet stemmen of blanco stemmen de enige weg. In enkele plaatsen zijn wel lichtpuntjes te bespeuren. In Oldambt is stemmen op de Verenigde Communistische Partij altijd de moeite waard. En de NCPN doet mee in Lemmer en Heiloo. Meer communistische kandidaten hebben we helaas niet kunnen ontdekken. Misschien hebben we nog iets over het hoofd gezien, dus is het zeker de moeite waard om de kieslijsten goed uit te kammen. Maar helaas zullen deze lijsten in de meeste plaatsen meteen de kachel in kunnen. Stemmen op de systeempartijen of andere malloten zal alleen maar de illusie levend houden dat we met stemmen iets kunnen veranderen. Dan is teleurstelling gegarandeerd.

Tja, dan is er gelijktijdig ook nog het referendum over de zogenaamde sleepwet, die het de geheime diensten mogelijk zal maken om in onze privélevens te woelen. Dat doen ze toch al, maar deze wet maakt het officieel. Het is dus aan te bevelen om in het referendum tegen deze wet te stemmen. Veel zal het niet uithalen, want Rutte trekt zich van referendumuitslagen niets aan. Buma, zei eerder al dat de wet er gewoon komt, of de kiezers het nu willen of niet. Dat zegt dus voldoende. Het tegenstemmen zal alleen nuttig zijn om deze nepdemocraten opnieuw te laten uitleggen waarom ze weer tegen de wil van het volk in gaan. Daar houden we de wet niet mee tegen, maar ze moeten in ieder geval weer even in de verdediging, en dat is toch altijd weer leuk om te zien.

TOT SLOT; LATEN WE DE OGEN OPEN HOUDEN EN ONZE KANS AFWACHTEN! ONZE DAG ZAL KOMEN EN DAN WORDT ER AFGEREKEND. GERECHTIGHEID WORDT ALLEEN REALITEIT, ALS WIJ DAT ZELF AFGWINGEN! GEEN DAG EERDER!

donderdag 8 maart 2018

KOERDEN ONDER VUUR IN EUROPA


Het lijkt nog maar zo kort geleden dat Europese landen over elkaar heen vielen om hulp te geven aan de Koerden. Er kwamen wapens, andere voorraden en instructeurs om militaire trainingen te geven. Dat was ook niet echt een wonder, want de Koerdische organisaties waren de enige echte macht in het Midden Oosten die het opnam tegen de ISIS, en deze fundamentalisten uiteindelijk versloeg. Weliswaar werd Europa tijdens deze strijd geteisterd door aanslagen gepleegd door ISIS jihadisten, maar de meeste landen waren te laf om op de grond echt iets tegen de ISIS terroristen te ondernemen. Dus gaf men steun aan de Koerden om de kooltjes uit het vuur te halen. Dat lijkt allemaal lang geleden, want Europa, hypocriet als altijd, ziet de Koerden intussen al weer als vijanden. Een klein overzicht.

Toen Turkije Afrin aanviel gingen de Koerden in heel veel landen de straat op. Ze protesteerden tegen de oorlogsmisdaden van de Turkse staat, en vroegen de Europese landen om steun. Maar de situatie was intussen veranderd, en in plaats van steun kregen de Koerden opnieuw te maken met toenemende repressie. Vooral in Duitsland was dit zichtbaar. Verschillende grote demonstraties werden door de politie aangevallen of gestopt, omdat er posters of vlaggen met de foto van Abdullah Öcalan te zien waren. Dit soort vlaggen is in Duitsland, een land dat zich een democratie noemt, verboden. In Keulen mogen de Koerden intussen helemaal niet meer demonstreren. De politie beweert dat men bang is voor gevechten met nationalistische Turken, maar het is overduidelijk dat ook de obsessie met vlaggen een rol speelt.

In andere Duitse steden zijn demonstraties nog wel mogelijk, maar steeds opnieuw zijn er aanvallen door de politie die hun vijandigheid niet onder stoelen of banken steken. Niet dat de Koerdische beweging zich door dit soort intimiderend gedrag laat tegenhouden. Afgelopen zaterdag nog demonstreerden duizenden Koerden in Berlijn. Van een hoog flatgebouw was een gigantische poster van Abdullah Öcalan te zien. Maar de houding van de autoriteiten leidt wel tot steeds meer spanningen. Overigens zijn het niet alleen demonstraties die het moeten ontgelden. In Hamburg brak de politie in bij een Koerdische vereniging omdat ze dachten dat er een Öcalan vlag binnen hing. Zo ver gaat men intussen. De Koerdische organisaties overwegen juridische stappen omdat de politie en andere autoriteiten het recht op demonstratie schenden.

Ook in Nederland zijn er incidenten geweest tijdens Koerdische demonstraties. Dit kwam vooral door de provocaties van Turkse nationalisten, maar de politie trad vooral tegen de Koerden op en liet de Turken ongemoeid. Dit soort voorvallen hebben we gezien in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Ook op andere vlakken laat Europa zien dat men zich steeds meer van de Koerden afkeert. Zo werd vorige week in Praag de voormalige voorzitter van de PYD, Saleh Moslem, gearresteerd. Dit gebeurde op verzoek van Turkije dat om zijn uitlevering vroeg. Zo als gebruikelijk hadden de Turken hun papieren weer niet op orde, en na een paar dagen werd Saleh Moslem weer vrijgelaten. Dat was natuurlijk een overwinning, maar het geeft wel aan dat Europa steeds meer een vijandige houding tegen de Koerden aanneemt. Men had immers het verzoek van Turkije ook gewoon kunnen negeren. Dat is vaker gebeurd, de mensenrechtensituatie in Turkije staat toch geen uitleveringen toen. Dat het nu anders liep geeft aan dat Europa weer is teruggevallen op de eerdere houding van vijandigheid tegenover Koerdische politici.

Dat werpt meteen de vraag op waarom dit zo is, en ook waarom Europa zo vreselijk stil is gebleven na de aanval op Afrin, ondanks het feit dat het hier duidelijk om onwettige Turkse agressie gaat. Niet alleen tegenover de Koerden, maar ook tegenover de Syrische regering. Het antwoord moeten we zoeken in de situatie in Syrië zelf, en de houding die de Europese staten in dit conflict innemen. Laten we beginnen met Europa. Er bestaat geen twijfel aan dat de  verhouding tussen Turkije en verschillende Europese landen de laatste tijd behoorlijk verstoord is geweest. Dat geldt vooral voor Duitsland en Nederland. Als zo’n situatie optreedt, krijgen de Koerden altijd wat meer ruimte omdat de Europese regeringen in kwestie Turkije dwars willen zitten. Echter, zo’n periode duurt altijd maar kort. Ook nu zien we weer dat zowel Nederland als ook Duitsland proberen om de banden met Turkije aan te halen. Dat Turkije intussen de meest gruwelijke oorlogsmisdaden pleegt is dan niet meer van belang. Duitsland heeft zelfs een nieuwe wapendeal met Turkije gesloten om een Duits-Turkse journalist uit een Turkse gevangenis te halen. Ook de Nederlandse regering wil geen slecht woord meer horen over de bloedsultan in Ankara. Dat verklaart deels de recente houding van Europa tegenover de Koerden. Maar er is nog meer aan de hand.

De huidige ontwikkelingen hangen ook samen met de Amerikaanse politiek in het Midden Oosten, en de onzekerheid die hier over bestaat. Het is heel moeilijk om uit te vinden wat de Amerikanen nu eigenlijk willen. Deels komt dat omdat ze in feite de oorlog in Syrië hebben verloren, en gelijktijdig heeft het te maken met het beleid van Trump zelf. Dit beleid verandert bijna per dag en soms per uur. Niemand weet dan ook precies wat de bedoeling is. De Amerikanen werken in Syrië wel moet de Koerden samen, maar niet in Afrin omdat men niet in conflict wil raken met NAVO partner Turkije. De Amerikanen willen wel tegen iedere prijs een aanwezigheid in Syrië houden, en het lijkt er op dat ze aansturen op een Syrië dat in stukken is verdeeld. Dit is voor Washington ook het enige haalbare resultaat, omdat de Syrische regering samen met Rusland grote delen van het land heeft bevrijdt. Ook in Afrin zijn nu milities aanwezig die samenwerken met de Syrische regering. Amerika zal dus proberen vast te houden aan de paar gebieden die niet in handen van Assad zijn.

Het blijft onduidelijk wat voor rol de Koerden in de Amerikaanse plannen zullen spelen. Deze onzekerheid leidt er toe dat de Europese landen de Koerden, en de conflicten waar de Koerden bij betrokken zijn, zo veel mogelijk negeren. Ze volgens immers altijd Washington, en zolang niet duidelijk is wat de heer en meester precies wil zal men zich stil houden. Dat is natuurlijk een laffe houding, maar van de Europese staten zijn we niet anders gewend. Een onafhankelijk standpunt valt van Europa niet te verwachten. Daarvoor is de Amerikaanse invloed veel te groot. Sommige Europese leiders mogen dan kritiek op Trump hebben, als het er op aan komt doen ze toch wat de Yanken bevelen.

Voor de Koerdische organisaties verandert er dus niet zoveel. De prioriteit blijft om de oorlog gewoon voort te zetten, zowel tegen de Turken als de islamitische bendes in het gebied, om zo een eigen toekomst veilig te stellen. Macht gaat altijd samen met kracht, en hoe meer kracht de Koerden kunnen ontwikkelen, zowel politiek als militair, hoe meer de grote machten in het gebied rekening moeten houden met de eisen en wensen van het Koerdische volk. Het blijft een onzekere zaak, maar in dit soort gevallen is het vertrouwen op eigen kracht de enige werkbare oplossing. Wat je met eigen handen en eigen bloed hebt gewonnen, kan niemand meer afnemen.


donderdag 1 maart 2018

OVER HET LIJK VAN VAN MIERLO

Wat al een poosje in de pen zat, is deze week dan eindelijk gebeurd. De Tweede Kamer heeft het raadgevend referendum weggestemd. Beter gezegd; het referendum is ten grave gedragen gelijk tijdig met de illusie van een beetje meer democratie. En wie was de slippendrager? Kajsa Ollongren, de minister van binnenlands zaken van D’66. Ja, inderdaad, D’66, de partij van het referendum bij uitstek. Kun je nog verder zinken?, is dan de volgende vraag. Waarschijnlijk niet. Een ding is zeker; de oprichter van D’66, Hans van Mierlo, heeft in de laatste dagen liggen tollen in zijn graf. Dat kan gewoon niet anders.

Wie zich de tijd van de oprichting van D’66 kan herinneren in, hoe kan het ook anders, 1966, weet nog wat een spektakel deze partij toen ontketende. Voor het eerst sinds lange tijd zou Nederland een nieuwe partij krijgen. Het zou ook niet zo maar een partij als vele anderen worden, D’66 zou de Nederlandse politiek voorgoed op zijn kop zetten. Een frisse wind, met een frisse leider, Hans van Mierlo, die vooral bij de vrouwelijke kiezers goed scoorde. De uitspraken van Van Mierlo logen er niet om. Nederland moest open gebroken worden. Het was tijd voor meer democratie, echte democratie, heel anders dan we van de oude vastgeroeste partijen gewend waren. En het centrale punt van dit alles moest het referendum zijn. Dan pas zouden de burgers echt mee kunnen praten, en nog belangrijker; meebeslissen.

Waarschijnlijk kan niemand zich nu meer voorstellen wat er toen allemaal gebeurde. Vandaag ziet  bijna iedere week een nieuwe partij het levenslicht, maar in de jaren 60 van de vorige eeuw was dat het verhaal van het jaar. Natuurlijk hadden Van Mierlo en zijn club de tijd mee. De jaren 60 waren een tijd van doorbraak en het wegwerken van taboes. Het was de tijd van onrust in Frankrijk en elders, de Provos waren actief in Amsterdam en de seksuele revolutie stond op uitbarsten. Binnen alle ontwikkelingen in die tijd paste D’66 precies. De partij beloofde een frisse wind, en Nederland zou nooit meer hetzelfde zijn. Het was dus duidelijk dat de club een echte doorbraak verwachtte. Deze droom kwam maar deels uit. Zeker, D’66 kreeg steun, vooral van jongeren en kiezers die het oude zuilensysteem meer dan zat waren. En, daar was de partijleiding blij mee. Maar voor een echte doorbraak was het te weinig, en dat had eigenlijk ook geen verrassing moeten zijn. In de Nederlandse politiek breekt eigenlijk geen enkele partij echt door. Ook nu nog niet. Het loopt altijd uit op coalitievorming.

D’66 was dus gearriveerd en zat in de Kamer maar daarmee was de frisse wind voorlopig uitgeblazen. Begin jaren 70 mocht de partij een bijwagen zijn in het beroemde Kabinet Den Uyl. Maar door de inbreng van de andere deelnemers was de club van Van Mierlo maar deels zichtbaar. Veel verder is men ook nooit gekomen. Overigens was D’66 niet het enige experiment om een doorbraak te forceren. In 1970 ontstond ook nog DS’70, een lang vergeten partij die werd geleid Willem Drees junior. Ook deze partij beleefde een klein doorbraakje en won 8 zetels. De afsplitsing van de PvdA stond verder vooral bekend om de verkiezingsposters en stickers die de vorm hadden van een wybertje. Dat was eerder nooit vertoond. Veel heeft het niet geholpen, en de partij is al heel lang begraven onder een dikke laag Haags stof.

Maar terug naar D’66. Na de spraakmakende start en de vele publiciteit rond de persoon van Van Mierlo bleef men stug doorzetten om toch maar weer in het centrum van de macht te komen. Makkelijk was het allemaal niet, maar men bleef wel vasthouden aan de plannen voor meer democratie, inclusief natuurlijk het beroemde referendum. Maar de heersende klasse was al nooit een voorstander van dit middel, en daar is ook nooit verandering in gekomen. Zowel met het referendum over de Europese grondwet, als ook het associatieverdrag met de Oekraïne leden de verschillende regeringen gevoelige nederlagen, omdat het volk heel goed wist wat er op het spel stond. Zoals je zou verwachten werden de uitslagen nooit uitgevoerd, en de plannen gewoon doorgezet. Toch was men hier niet tevreden mee. Natuurlijk kon men het resultaat van iedere volksraadpleging naast zich neerleggen. Maar dat zag er toch iedere keer weer ondemocratisch uit en het voelde ook als een vernedering. Helemaal afschaffen was dus veel beter. Dan was men van het hele geneuzel af.

Veel zou het toch niet uitmaken, want de referenda die gehouden zijn veranderden niets. Rutte III kreeg dan ook de taak om de wet voorgoed de nek om te draaien. En Nederland zou Nederland niet zijn, als men daarbij niet op het idee was gekomen om het vuile werk te laten doen door de partij die eigenlijk ook gerust referendum partij had kunnen heten. Tijdens de debatten liet D’66 nog wel kleintjes weten dat de afschaffing niet hun idee was geweest. Maar ja, D’66 is intussen niets meer dan een gewone bestuurderspartij, en bevel was natuurlijk ook nog een keer bevel. Dus mocht Ollongren de kooltjes uit het vuur halen. Met de hete adem van Rutte in de nek voerde ze haar taak met veel wippen en duiken uit. Als bestuurderspartij ga je over lijken, zelfs als het om het lijk van je oprichter gaat.


Zeker, de Eerste Kamer moet het allemaal nog goed keuren, en er zal nog wel wat gepuft en gesteurd worden. Maar eigenlijk is de kogel gewoon door de kerk. Er mag zelfs geen referendum over de beslissing komen, en een alternatief is er ook niet in de aanbieding. Dus is het vijgenblad dat zich democratie noemt weer een stukje kleiner geworden. We mogen het blijven doen met de onzin die men verkiezingen placht te noemen. Natuurlijk wisten we al heel lang dat we hier niets te zeggen hebben. Het enige goede aan de afschaffing van het referendum is, dat de Haagse elite toch weer eens gedwongen was om te laten zien wat een geweldige “democraten” er toch op het Binnenhof zetelen. En Van Mierlo….als hij zijn oude partij nu nog in actie zou zien, zou hij waarschijnlijk doen wat hij meestal in dit soort gevallen deed; de kroeg in duiken.