donderdag 26 december 2013

2014; jaar van principiële keuzes



Het kan aan het einde van het jaar nooit kwaad om even terug te kijken. Als was het alleen maar om de lessen te leren en in het nieuwe jaar beslagen ten ijs te komen. En lessen waren er in 2013 meer dan genoeg. Als er een zaak is die het afgelopen jaar heeft gedomineerd is het wel de vele onthullingen over afluisteren en meelezen van de Amerikaanse NSA en andere miezerige diensten die niets liever doen dan hun vieze neus in de zaken van anderen te steken. Dat we nu meer weten over dit schandaal hebben we te danken aan Edward Snowden, die intussen wel de grootste klokkenluider uit de geschiedenis genoemd mag worden. Zelden heeft iemand in zo’n korte tijd zoveel informatie naar buiten gebracht over de bedreigingen van geheime diensten die ons allemaal kunnen beschadigen. En het mooie van dit alles is ook nog dat al zijn onthullingen gewoon waar blijken te zijn. Niets is overdreven en de Amerikanen hebben tot nu toe niets kunnen ontkennen. Ze zijn gewoon schuldig. Punt uit! Zelfs Plasterk, de wezel van Rutte II, kan alleen maar van de ene schuilkelder naar de andere rennen. Mooi om te zien.

Om nog even bij de Amerikanen te blijven; de rol van Washington als politieagent van de wereld is duidelijk uitgespeeld. Of het nu om Syrië of Iran gaat, de oorlogstrommels waar de Yanks zo gek op zijn laten zich niet meer horen. Deels omdat de eigen bevolking al die oorlogen zat is en ook omdat andere machten in de wereld naar voren komen. Rusland drukt weer een stempel op het Midden Oosten en de directe buurlanden, en ook in China worden langzamerhand de messen geslepen. Of dit alles goed of slecht is zal nog moeten blijken, maar dat de Amerikanen een flink aantal tonen lager moeten zingen, is zeker een vooruitgang. Als ze nu ook de atoombommen die nog steeds op Volkel liggen eens zouden opruimen zou het echt reden voor een feestje zijn. Maar dat is blijkbaar nog te vroeg, en vraagt om meer druk op de ketel.

De Koerdische kwestie leek in 2013 even de goede kant op te gaan. Er werd gepraat en er kwam een vredesproces, maar helaas toonde de Turkse staat dat men geen spat veranderd is. Van vrede kan geen sprake zijn en het enige proces dat nodig is, is de berechting van de criminelen die in Turkije de dienst uitmaken. Hieronder vallen Erdogan en zijn AKP trawanten, het Turkse leger, en de Moslim extremisten met voorop Fethullah Gulen. Pas als dit gespuis in de bak zit en de Turkse staatsideologie voorgoed vernietigd is zal er ruimte komen voor mensenrechten, politieke vrijheid en democratisering. Overigens is de Turkse staat niet alleen vijandig tegenover de Koerden en andere bevolkingsgroepen. Ook de Turkse bevolking wordt niet gespaard zoals de Taksim opstand heeft bewezen. De les voor 2014 is duidelijk; vertrouw geen enkele van de Turkse machthebbers, het zijn stuk voor stuk leugenachtige huichelaars. Die les was eigenlijk al begin 2013 duidelijk toen 3 vrouwelijke PKK kameraden in Parijs werden vermoord. Intussen is duidelijk dat er een Turkse vinger aan de trekker zat. Er zal een dag komen dat ze hiervoor een hoge prijs betalen. De rekening blijft nog even open.

In Noord Ierland zijn er steeds meer mensen die zich van het hele vredessysteem afkeren en de wapens weer op pakken om Ierland vrij te vechten. Het is een logisch gevolg van de koehandel die nu al jaren plaats vindt en die een verenigd Ierland in de weg staat. Maar een verenigd Ierland alleen is niet genoeg. Het gaat om het opzetten van een arbeiders republiek. Dat krijgen steeds meer mensen in de gaten. In 2013 waren er meer acties dan in de voorgaande jaren. Het geduld begint eindelijk op te raken.

Op een heel ander terrein roepen de Europese staathoofden dat de euro crisis voorbij is en dat er een einde komt aan de recessie. De volkeren merken hier echter niets van. In Zuid Europa en op de Balkan neemt de armoede per dag toe. De werkloosheid stijgt en het aantal zelfmoorden vertoond een stijgende lijn. Is dit het einde van de crisis? Het lijkt er niet op. We zeiden het al eerder; het hele kapitalistische systeem weet dat het op gestolen tijd leeft. Als deze crisis het systeem niet de das om doet gaat het wel tijdens de volgende crisis gebeuren, die al om de hoek wacht. De enigen die nu feestvieren zijn de bankiers en andere parasieten die denken dat ze zich weer opnieuw vol kunnen vreten. Dat kon wel eens tegenvallen. De mensen hebben hun lessen geleerd en vertrouwen niemand meer van dit gespuis. Hetzelfde geld voor de regeringsleiders trouwens. En terecht.

Tijdens het afgelopen jaar verloren we twee belangrijke kameraden Hugo Chavez en Nelson Mandela. Maar in Venezuela gaat het socialisme gewoon door en in Zuid Afrika en elders zullen de lessen van Nelson Mandela een inspiratiebron zijn voor de nieuw generaties om de vele misstanden aan te pakken en af te rekenen met de corruptie. Leidende kameraden zijn moeilijk te vervangen, maar het is aan ons allemaal om een bijdrage te leveren, zodat de opengevallen plaatsen kunnen worden opgevuld.

Als er dit jaar een stroming door de mand is gevallen, dan is het wel de sociaal democratie. Overal waar sociaal democraten aan regeringen gingen deelnemen hebben ze opnieuw hun achterban verraden en de kant van de heersende klasse gekozen. We zien dat in Nederland waar de PvdA al haar verkiezingsbeloften brak en als poedel van de elite ging functioneren. Het toppunt van dit verraad zijn de bijstandswetten van Klijnsma, die we zonder twijfel als vijand van de arbeidersklasse kunnen aanmerken. Als je zelfs niet met je vingers van de mensen kunt afblijven die toch al niets hebben, ben je wel tot een recorddiepte gezonken. Maar het is niet alleen Klijnsma, de hele PvdA top is van boven tot onder verrot. Iedereen die nog illusies in deze partij heeft, moet wel onder een steen hebben geleefd, verstoken van de buitenwereld. Het is ook niet alleen de PvdA, de zogenaamde linkse oppositie in de Tweede Kamer heeft compleet gefaald. Van SP tot GroenLinks, en alles wat daar nog tussen in hangt. Dit falen, en het toenemende racisme, hebben er toe geleid dat fascist Wilders weer de grootste partij is in de peilingen.

Ook in Duitsland koos de sociaal democratische SPD voor de heersende klasse in plaatst van een linkse coalitie die het land blijvend had kunnen veranderen. Men kruipt liever onder de stoel van Merkel, die na Zuid Europa ook de Oekraïne in de chaos probeert te storten. Daar kan de SPD dan ook een leuk rolletje in spelen. In Groot Brittannië wordt Labour steeds meer een partij van het midden, en keert men langzaam maar zeker terug naar de donkere dagen van Blair. Dit is nog maar een kleine greep uit de verraderspraktijken van de sociaal democratie.
Het belang nu is om de balans op te maken en duidelijk afstand te nemen van alles wat sociaal democratisch is. Waarom zouden we ons zelf steeds opnieuw laten belazeren? Het is nu de tijd voor principiële keuzes. Dat betekent geen stem meer voor de sociaal democratie. Stem alleen als er de mogelijkheid is om op communisten te stemmen. Stemmen op andere partijen houdt alleen de illusie in stand dat de arbeidersklasse in het parlement vertegenwoordigd is. Met deze illusie moeten we voor altijd breken. De oppositie moet komen van buiten het parlement, kortom het is de straat die moet spreken. Tegen de tijd dat de gemeenteraadsverkiezingen er aan komen, in maart 2014, zullen we hier dieper op in gaan. Maar we herhalen wat we eerder zeiden, Nederland heeft een revolutionaire communistische partij nodig. Een partij die de kant kiest van de werkende mensen en de strijd aanbindt met de heersende elite. Dus, organiseer en sla terug, ook in 2014.

donderdag 19 december 2013

Terug naar de Velser Affaire, Deel 2



Zoals we in Deel 1 zagen begon de spanning binnen de Binnenlandse Strijdkrachten in de winter 1944-45 steeds verder toe te nemen. De BS kende een elitaire commandostructuur met als bevelhebber Prins Bernhard. In het bezette gebied deelde Henri Koot de lakens uit. In deze periode ontstond er een enorme hetze tegen het communisme, die werd gevoed door de angst van de oude heersende kliek voor een communistische machtsovername. Overal doken geruchten op dat er geheime communistische wapenopslagplaatsen waren, en RVV groepen werden beschuldigd van het plannen van een machtsovername na een Duitse capitulatie. Het is bekend dat de regering in Londen en de oranje kliek er net zo over dachten. Er werd zelfs gedreigd met acties tegen de RVV door de leidingen van de OD en de LO/LKP. Volgens de onderzoeker is het niet duidelijk of de dreigementen ook waar zijn gemaakt. Hij wil niet zien dat de kans groot is dat de gebeurtenissen in Velsen, IJmuiden en Haarlem hier wel op wijzen. En niet alleen daar. In Groningen werden 2 vooral linkse verzetsgroepen verraden door de agent Karel Mans die door Londen was gestuurd. Hij werd in november 1944 gepakt en bood aan met de SD samen te werken. Met de SD’er Knorr sloot hij een antilinkse samenwerkingsovereenkomst af. Later wist hij te ontsnappen en bood zijn verontschuldiging aan voor zijn verraad. Dezelfde man werd na de bevrijding medewerker van de Politieke Recherche Afdeling (PRA). Knorr werd kort na de bevrijding in zijn cel doodgeschoten. Volgens de SD’er Faber om zijn deal met Mans niet te laten uitlekken. Ook in Amersfoort gebeurde raadselachtige dingen waar vooral RVV leden het slachtoffer van werden.

Toch ziet von Benda hier geen patroon in. Hij moet wel toegeven dat er veel anti communisme was en dat deze hysterische hetze in feite op niets was gebaseerd. Over de jacht op de zogenaamde “wilde” verzetsgroepen heeft hij te weinig informatie. Zelfs als buitenstaander kun je opmaken dat al deze zaken met elkaar te maken hebben. Dat dit allemaal toeval was kan nooit de conclusie zijn. In de meeste gevallen zien we,  net als binnen het kader van de Velser Affaire, hetzelfde beeld. Politiemannen en notabelen die in de eerste jaren van de bezetting de orders van de Duitsers gewoon uitvoerden. In 1943 of later kozen zij eieren voor hun geld en gaven zij steun aan het verzet of gingen er deel van uit maken. Meestal gebeurde dit via de OD of de LO/LKP. Bijna al deze figuren waren al voor de oorlog anticommunistisch en dat veranderde in de bezetting niet. In Velsen en IJmuiden speelde dit nog sterker dan elders. Toen het einde van de bezetting in zicht kwam vreesden zij dat de oude kliek van voor 1940 aan de kant zou worden gehouden en dat de CPN en anderen linkse groepen hun succes en verdiensten in het verzet zouden verzilveren. Dat was de voedingsbodem voor zaken zoals de Velser Affaire. Hoe ver men hierin is gegaan is nog steeds niet duidelijk, maar alle aanwijzingen geven aan dat men heel ver ging.

De bovengenoemde figuren hadden meestal al langer contacten met de SD en andere Duitse instanties. Instanties die zelf ook anticommunistisch waren. Dit alles verklaart heel veel. Maar blijkbaar niet voor de onderzoeker, want hij wringt zich in allerlei bochten om andere verklaringen te vinden. Vaak schrijft hij hierbij in tegen zijn eigen bevindingen. Zo heeft hij ontdekt dat in de laatste dagen van de bezetting verschillende SD’ers, waaronder Lages, hebben geprobeerd om hun dossiers over de CPN aan “vooraanstaande Nederlanders” te verkopen, waaronder Henri Koot. De prijs was 100.000 gulden. De Nederlanders waren bereid om te betalen. Alleen is niet duidelijk geworden of de transactie ook is doorgegaan. Wel was Bureau Inlichtingen, de voorloper van de BVD, betrokken en men zal de dossiers niet hebben willen kopen omdat er gebrek aan lectuur was. Ook dit is weer een aanwijzing voor een hetze tegen de CPN en het communistisch verzet die tot in de hoogste kringen ging. De onderzoeker houdt het er maar weer op dat hij geen gegevens heeft gevonden voor een gecoördineerde campagne tegen de CPN. Volgens hem is er ook geen bewijs dat Nico Sikkel van Gerbrandy de opdracht had om de communisten in te perken of uit te schakelen. Hij gaat er van uit dat alles op papier moet staan om waarheid te zijn. Maar in een oorlog en zeker de chaos van de laatste maanden werd niet alles op geschreven, wat logisch is. Maar dat betekend niet dat het niet is gebeurd. Veel feiten geven aan dat er wel degelijk iets aan de hand was. Die feiten schrijft hij nota bene zelf op.

Ook over de dood van Hannie Schaft staat veel in het boek. De schrijver zegt dat Hannie voor haar arrestatie niet is verraden. Ze werd gewoon opgepakt tijdens een controle met een pak Waarheid kranten en een pistool in haar handtas. Dat klopt. Maar de Duitsers wisten niet wie ze in handen hadden en volgens von Benda is het mogelijk dat ze dit via van der Voort en Kuntkes aan de weet zijn gekomen. Sikkel en de SD’er Luurssen, die in Den Haag werkten maar ook min of meer in het verzet zat, zouden nog een poging hebben gedaan om haar voor executie te bewaren. Maar hij moet toegeven dat deze poging waarschijnlijk meer schijn was en dat ze er niet echt rauwig om waren dat Hannie werd vermoord. Na de oorlog werden de betrokken Duitsers verhoord, maar hier kwam weinig zinnigs uit, volgens de dossiers. Maar dat is niet verwonderlijk want Kuntkes, die toen voor de POD werkte, deed zelf de verhoren. Uitspraken die hem of zijn trawanten in de problemen konden brengen zal hij echt niet hebben opgeschreven. De stelling van von Benda dat Hannie niet is verraden is dus niet houdbaar. Er was in de laatste weken een deal tussen de Duitsers en het verzet en daardoor werden een aantal mensen gered. Maar dit gold niet voor Hannie Schaft. De reden laat zich raden. Overigens werd tijdens deze onderhandelingen ook over zogenaamde links extremisten gesproken. Zowel het oranjeverzet als ook de Duitsers hadden belang bij het onder controle brengen van de linkse groepen, zoals de RVV. Het is niet duidelijk wat hier mee is gedaan, maar het is wel een belangrijk element.

Duidelijk wel is dat de Duitsers al veel informatie hadden over Hannie via Jan Bonekamp, die na een liquidatie door de Zaandamse politieman Tonny Jansen in handen van de Duitsers terecht kwam. Jansen, die al voor de oorlog anticommunist was, vond de gewonde Bonekamp in een steeg en had hem kunnen redden. Maar hij leverde hem zonder medeleven uit aan de SD die zo de kans kreeg om informatie over Hannie uit de zwaargewonde Bonekamp te pressen, doormiddel van injecties. Jansen had de dood van Bonekamp en deels ook die van Hannie op zijn geweten. Na de oorlog kreeg hij twee en half jaar gevangenisstraf voor collaboratie, maar in de aanklacht werd de uitlevering van Bonekamp aan de SD niet eens meegenomen. Jansen werd zelfs geprezen voor zijn verdiensten voor het verzet. Ook weer zo’n toeval? 

Zoals gezegd kwamen Sikkel, Kuntkes en Engels na de bevrijding in leidende posities in de Politieke Opsporingsdienst (POD), en konden zo zonder veel problemen hun sporen uitwissen. Ze waren bezig met verrijking, intriges en het dwarsbomen van onderzoeken nadat er veel klachten tegen de kliek waren ingediend. Ook hun anticommunisme stopte niet. Engels liet alle linkse leden van de POD in 1946 ontslaan omdat ze volgens hem niet naar hem luisterden. Ook dat was een drogreden om zijn haat tegen alles wat links was te versluieren. Al deze zaken beschrijft von Benda in detail. De conclusie dat hier heel veel niet klopte schreeuwt je van iedere pagina tegemoet. Maar von Benda blijft ontkennen dat er een complot was, en zelfs nu nog is. Hij verschuilt zich achter het feit dat Justitie wel probeerde om rechtszaken van de grond te krijgen, maar dit mislukte steeds door vormfouten of het overschrijden van termijnen. Hij wil niet zien dat dit een veel gebruikte truc is om zaken die niet gewenst zijn te laten mislukken. Alleen van der Voort werd veroordeeld voor corruptie en kreeg ontslag. Maar dat was alles.

In de jaren na de oorlog kwam de Velser Affaire vaak in de pers met veel details. Twee journalisten die hier afzonderlijk mee bezig waren kwamen in vreemde omstandigheden om het leven. Von Benda haast zich hier aan toe te voegen dat zij niet werden vermoord door de BVD. Maar hij geeft wel toe dat de manuscripten waar de mannen aan werkten spoorloos verdwenen. Van een van de manuscripten werd alleen de kaft teruggevonden. Hij zegt ook dat verschillende rapportenboeken van de politie onvindbaar zijn en dat hij niet kan garanderen dat alle dossiers over de Velser Affaire compleet zijn. Ze waren in vele handen, waaronder die van Joop Engels. Hij had de kans om alle dingen te verwijderen die hem niet welgevallig waren. Zo is een kritisch rapport over Sikkel dat RVV leider Gerben Wagenaar al tijdens de bezetting schreef gewoon verdwenen. Von Benda geeft ook niet aan of hij wel alles heeft mogen zien. Het lijkt er niet op dat hij daar ook echt strijd voor heeft gevoerd. Als hij dat wel had gedaan zat hij waarschijnlijk nu niet bij het NIOD. Von Benda geeft wel toe dat de groep rond Sikkel zowel tijdens en ook na de bezetting veel slachtoffers heeft gemaakt en dat dit bijdroeg aan de klachten van heel veel mensen. Maar volgens hem was er toch geen sprake van een doofpot. Hij zegt wel meer over het anti communisme dan in eerdere onderzoeken het geval was. Maar hij wil niet accepteren dat precies dit de basis van de Velser Affaire is.
Hoe nu verder? Ons standpunt blijft dat von Benda uit de feiten die hij zelf boven water heeft gehaald de verkeerde conclusies trekt. Alles wijst er op dat er wel degelijk een anticommunistisch complot was dat aan een aantal verzetsmensen het leven heeft gekost. Hij verschuilt zich achter de bewering dat over een aantal zaken geen gegevens op papier staan. Dat betekend echter niet dat er niets is gebeurd. Vaak is het ook een zaak van interpretatie. Alles wijst er op dat er meer te vinden is, maar daar is een meer tegendraadse onderzoeker voor nodig. Zo laat von Benda de rol van BS bevelhebber Bernhard bijna volledig buiten beschouwing. Toch zijn er aanwijzingen dat hij wel degelijk betrokken was, en er op zijn minst van heeft geweten. Maar dat past niet in het straatje van deze onderzoeker, dus is het dan maar niet gebeurd, vindt hij.

Ondanks de verkeerde conclusies bevat het boek veel feiten die voor een nieuwe aanval op de doofpot kunnen worden gebruikt, niet alleen met betrekking tot Velsen, maar landelijk. Er zal een tijd komen dat de Nederlandse elite haar geheimen zal moeten prijsgeven. Rest alleen nog de vraag wie het breekijzer wil zijn. Een ding is zeker, van opgeven kan geen sprake zijn. Dat zijn we de slachtoffers schuldig.
 
“De Velser Affaire” Bas von Benda Beckmann Uitgeverij Boom, november 2013

donderdag 12 december 2013

Terug naar de Velser Affaire, Deel 1



Een maand geleden schreven we over de Velser Affaire. Dit naar aanleiding van de presentatie van het nieuwe onderzoek dat werd uitgevoerd door de intussen NIOD onderzoeker Bas von Benda Beckmann. Een onderzoek dat ook in boekvorm is verschenen. Ondertussen is het boek gelezen en zijn een aantal reacties de revue gepasseerd. De belangrijkste conclusies van het onderzoek waren dat het oranjeverzet in Velsen en IJmuiden geen communistische verzetsstrijders aan de Duitsers heeft uitgeleverd. Er zou tegen het einde van de Duitse bezetting ook geen opdracht van de regering in Londen zijn geweest om het communistisch verzet uit te schakelen. Wij concludeerden daar een maand geleden uit dat de doofpot nog steeds gewoon door gaat. Na het lezen van het verslag van het onderzoek kunnen wij vaststellen dat deze conclusie staat als een huis. Sterker nog; de bewijzen voor deze doofpot zijn alleen maar sterker geworden.

Toch willen we nog een keer op de Velser Affaire terug komen omdat er zaken in het boek staan die zeker van belang zijn, en gelijktijdig gegronde redenen voor verder onderzoek. Laten we bij het begin beginnen. De onderzoeker von Benda geeft in het eerste gedeelte van het boek een overzicht van de geschiedenis en de politieke verhoudingen in IJmuiden en Velsen. Hij schrijft over de sterke tegenstellingen en de strijd tussen vooral de NSB en de CPN. Wat meteen opvalt, is dat hij de opkomst van de NSB in de regio met een zekere bewondering beschrijft. Niet zo zeer bewondering voor de beweging, maar wel voor de mensen die haar opbouwden. In scherp contrast brengt hij de linkse beweging, waaronder de CPN en de RSAP, meteen in verband met geweld en oproer. Hij schrijft vanuit een behoudende geest en dat is overal in het boek merkbaar. Sympathie voor links kan hem op geen enkele manier verweten worden. Wel laat hij doorschemeren dat hij een bepaalde bewondering heeft voor autoritaire figuren zoals burgemeester Kwint van Velsen, en de jurist Nico Sikkel, die een grote rol in de affaire speelde. We hebben dus te maken met een enigszins conservatieve schrijver, die zich zelf misschien wel objectief zal vinden, maar nooit de indruk wekt dat hij tegen de heersende orde in zal gaan. En precies dat tegen de heersende orde in gaan is nodig om de waarheid over de Velser Affaire naar boven te halen.

Wat ook opvalt is dat von Benda de communisten steeds apart zet van de anderen. Regelmatig schrijft hij over de Duitse vervolging van Joden, verzetstrijders en communisten. Als of communisten geen verzetstrijders waren, terwijl de CPN de eerste partij was die georganiseerd in verzet ging. Steeds worden de communisten neergezet als een aparte categorie. Ook dat geeft inzicht in de denkwijze van de onderzoeker. En ook op deze basis kunnen we alleen maar concluderen dat hij niet de juiste persoon was voor dit onderzoek. Zorgvuldig is hij ook niet als het om de communistische organisaties gaat. Zo blijft hij de gewapende vleugel van de illegale CPN steevast de Militaire Commissie noemen, terwijl iedereen met een beetje kennis van zaken weet dat dit Militair Contact was. Hij heeft ook wel sympathie voor de verrader Piet Vosveld, die bijna de hele CPN top heeft verraden. Volgens von Benda deed Vosveld dit als gevolg van mishandelingen door de SD en dreigingen tegen zijn familie. Maar dat gold voor heel veel andere verzetsstrijders, die op de zelfde manier werden mishandeld maar wel trouw bleven aan hun principes en de SD om de tuin probeerden te leiden. Vosveld liet zich tot een gewillig werktuig van de Duitsers maken. Maar dat is voor de schrijver geen aanleiding voor kritiek. Kortom; het onderzoek is gedaan door een burgerlijke onderzoeker die onderdeel uit maakt van het heersende systeem. Het is dus ook geen wonder dat hij nu bij het NIOD zit.

Bij de beschrijving van de oorsprong van de Velser Affaire geeft von Benda al snel aan dat hij begrip heeft voor politiefiguren als Joop Engels, Arend Kuntkes en Cees van der Voort, die na de Nederlandse capitulatie met de Duitse bezetter werden geconfronteerd. Hij geeft toe dat zij in de eerste jaren gedwee de Duitse bevelen uitvoerden, maar hij gaat voor grote delen mee in hun verklaringen van na de oorlog dat ze dit deden om zo verzetsactiviteiten te dekken. Hij heeft veel begrip voor de zogenaamde dilemma’s waarvoor ze werden geplaatst. Dat dit ten koste van het leven van anderen ging, benoemd hij wel zonder er conclusies uit te trekken. Zo werkte Kuntkes in 1943 zonder tegenspreken mee aan het uitleveren van 10 communisten uit Velsen aan de SD. Op een voorstel van de arrestanten om allemaal samen onder te duiken ging hij niet in. Een aantal mensen uit deze groep werden later gefusilleerd. Ook de deelname van Kuntkes aan de zogenaamde treincontroles, waarbij jacht werd gemaakt op Joden, onderduikers en verzetsmensen, wordt door van Benda niet als reden gezien om de politiefunctionarissen te veroordelen. Hij kan zich wel vinden in hun verklaringen dat ook dit een dekmantel voor verzet was. Hij onderbouwd dit dan door te zeggen dat er geen gegevens zijn die bewijzen dat er tijdens de controles veel mensen zijn gearresteerd. Geen gegevens is een excuus dat we hem nog vaker zullen zien gebruiken.

De onderzoeker geeft wel toe dat er sprake was van anticommunisme binnen de politie en onder bestuurders. Maar hij geeft gelijktijdig heftige kritiek op een ander boek dat hier veel verder in gaat. Het gaat om het boek “Vuile Oorlog in Den Haag” van Rudi Harthoorn. Harthoorn zegt dat het anticommunisme binnen de politie continue was, voor, tijdens en na de bezetting. Dit is voor von Benda reden om dit boek weg te zetten als provocatief. Hoe von Benda persoonlijk naar de zaken kijkt wordt ook duidelijk als we het begrip zien dat hij heeft voor de Velser politiemannen, terwijl hij er alles aan doet om de plaatselijke Raad van Verzet (RVV) commandant, Frans van der Wiel, in diskrediet te brengen. Kritiek op de politie komt alleen als het niet anders kan, terwijl hij bij links juist naar een aanleiding zoekt.

Volgens von Benda leverde het oranjeverzet geen communisten uit. Maar hij beschrijft wel in detail hoe de Velser politie de verzetsgroep van Ko van der Haas, die grotendeels communistisch was, aan de SD uitleverde en mee deed aan de arrestaties. Volgens de schrijver gebeurde dit niet omdat het om een communistische groep ging maar om dat de groep Van der Haas een zogenaamde “wilde” groep was die niet naar de BS commandanten luisterde en daarom het imago van het verzet zou schaden. Dit nadat een boer tijdens een overval per ongeluk was neergeschoten. De 7 arrestanten werden later op verschillende locaties gefusilleerd. We komen hier aan een belangrijk punt, want in de winter 1944-45 en ook het volgend voorjaar werd er in veel plaatsten jachtgemaakt op deze “wilde” groepen door de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Het had allemaal te maken met de weigering van een aantal groepen om zich bij de BS aan te sluiten. Vaak ging dit om de meer linkse groepen die van de elitaire BS leiding niets moesten hebben. De Raad van Verzet sloot zich wel na veel aarzelingen bij de BS aan, om isolatie te vermijden, maar het bleef een moeilijk zaak. Zo weigerde Frans van der Wiel de BS een overzicht te geven van de leden van zijn groep en hun bewapening, omdat hij de OD’ers die de leiding hadden in de BS niet vertrouwde. Dat hij het juiste idee had is later zonder meer vast komen te staan. Als hij door rechtse intriges niet op een zijspoor was gezet, had veel ellende voorkomen kunnen worden vooral voor de groep van Hannie Schaft en de zusjes Oversteegen.

Opmerkelijk is dat de Engelsen veel positiever over de Raad van Verzet dachten dan de Nederlandse regering in Londen. Volgens de Engelsen was de RVV de enige verzetsorganisatie die echt iets voorstelde en men besloot de RVV te bewapenen. Dit tot grote ergernis van de Nederlandse inlichtingendienst, die via intriges probeerde om de wapens, die voor de RVV bedoeld waren, toch in handen van de OD te spelen. Maar dit lukte maar gedeeltelijk. Het is wel weer een bewijs voor de vijandigheid van het Nederlandse establishment tegenover de RVV.    
 
Ter afsluiting van dit eerste deel zullen we even een overzicht geven van de situatie in Velsen en IJmuiden na september 1944. De politiemannen die eerder tijdens de bezetting de orders van de Duitsers op de voet volgden, zoals Kuntkes en Engels, zaten nu in het verzet en werden onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten. Zij werkten onder het commando van de jurist Nico Sikkel, die uit de conservatieve Orde Dienst (OD) afkomstig was en niet populair was bij de RVV en de Knokploegen. Sikkel had echter goede contacten en was familie van minister president Gerbrandy, zo kreeg hij zijn post tegen alle verwachtingen in. Hij had gebruikgemaakt van intriges om Frans van der Wiel op een zijspoor te zetten, en had nu dus alle ruimte. In deel 2, dat over een week verschijnt, zullen we zien hoe deze situatie aan de wieg stond van de na-oorlogse Velser Affaire, en welke conclusies de schrijver hieruit trekt.

donderdag 5 december 2013

SPD laat de Duitse arbeiders stikken



We hebben er al een aantal keren over geschreven; de neiging van de leiding van de sociaal democratie om altijd de kant van de heersende klasse te kiezen. Dit zelfs ten nadele van de eigen achterban en de eigen kiezers. Kijk naar het verraad van de Partij van de Arbeid. Er is geen verkiezingsbelofte die intussen niet gebroken is. Een nieuw voorbeeld van deze beleidslijn komen we nu in Duitsland tegen. Ook daar laat de sociaal democratische SPD de arbeiders gewoon stikken. Kosten noch moeite worden gespaard om toch maar aan de eisen van de heersende klasse tegemoet te komen.

Wat is namelijk het geval; bij de verkiezingen in september won de christendemocratische CDU van Merkel met een groot stemmenverschil. Maar de partij kreeg net niet de meerderheid en de eerdere coalitiepartner FDP, die Merkel ook nu weer op het oog had, kreeg een enorm pak slaag en kwam niet terug in de Bondsdag. Merkel zat dus met een probleem. Meteen werd er over gespeculeerd dat er nu een grote coalitie moest komen van CDU en SPD. Dit leidde ook al snel tot onderhandelingen, hoewel een aantal partijfunctionarissen een nieuwe coalitie met Merkel niet echt zagen zitten. De reden is niet zo zeer dat de verschillen zo heel groot zijn, maar de SPD heeft eerder met Merkel geregeerd en werd toen als loopjongen zonder echte invloed gebruikt. Hierop werd de SPD later door de kiezers enorm afgerekend, en terecht. Er zijn dus SPD leden die de vingers niet opnieuw willen branden.

Toch gingen de onderhandelingen door en sloot de SPD op een aantal punten compromissen.. Maar steeds werd gezegd dat de hoofdeis, een minimumloon, niet ter discussie mocht staan. De eis van een minimumloon van 8,50 euro per uur voor heel Duitsland werd als een harde eis gezien. Duitsland kent op dit moment geen minimumloon en de SPD had tijdens de campagne steeds opnieuw herhaald dat dit zo niet langer kon. Maar in de onderhandelingen speelde de muziek plotseling een heel ander deuntje. Merkel was fel tegen een minimumloon voor heel Duitsland en hoewel ze uiteindelijk het principe wel moest accepteren, heeft de SPD een heel vat water bij de wijn gedaan. Er komt een minimumloon, maar het zal pas in 2015 in gaan. Door de geldontwaarding zal het dan ook geen 8.50 euro per uur meer waard zijn. Maar dat is nog niet alles. In de twee jaar vanaf 2015 zijn er uitzonderingen mogelijk. Niet alle bedrijven zullen dus ook daadwerkelijk betalen. Pas vanaf 1 januari 2017 zal het minimumloon volledig wet worden. Hiermee is de verkiezingsbelofte gebroken. Opnieuw werd er een diepe buiging gemaakt voor Merkel, de vijand van heel zuid Europa, en de Duitse heersende klasse. Opnieuw werd de kant gekozen van de uitbuiters en de onderdrukkers. Een groter voorbeeld van sociaal democratisch verraad is er eigenlijk niet te vinden, zou je denken.

Of toch, want deze hele poppenkast was niet nodig geweest. Er was immers nog meer tijdens de verkiezingen gebeurd. Zowel de Groenen als ook de Links Partij wonnen licht en zitten dus in de Bondsdag. Als de SPD, de Groenen en de Links Partij een regering zouden vormen zou deze coalitie een meerderheid hebben. Merkel zou dan in de kou staan en Duitsland zou voor het eerst in jaren een echte linkse regering hebben. De Groenen en de Links Partij waren hiertoe bereid, maar, het wordt bijna eentonig, de SPD zei Nee. De mogelijkheid van rood-rood-groen werd zelfs niet eens serieus onderzocht. Al tijdens de uitslagenavond werd duidelijk dat de heersende klasse zo’n regering niet zag zitten. De commentatoren moesten wel toegeven dat de cijfers zo’n coalitie mogelijk maakten, maar er werd meteen aan toegevoegd dat dit politiek ongewenst was. De SPD zweeg in eerste instantie en rende later snel naar Merkel. Dit is dus nog een grotere vorm van klasseverraad. Een verraad dat eens en voor altijd bewijst dat ten eerste de sociaal democratie al lang niet links meer is, zeker de leiding niet. En ten tweede dat de sociaal democratische leiders de vijanden van de arbeidersklasse zijn. Natuurlijk wisten we dit al, maar er blijven nog steeds mensen met een illusie in deze stroming. Een illusie die totaal misplaatst is.

Het regeerakkoord tussen de CDU en de SPD is intussen afgesloten, en dus kan de heersende klasse weer gewoon verder gaan met uitbuiten, afbreken en winst maken. Toch is de race nog niet helemaal gelopen. De leden van SPD moeten zich in een referendum over het regeerakkoord uitspreken. Deze stemming is nu gaande. Tot nu toe lijkt de afkeuring van een grote coalitie in de afdelingen en onder de leden alleen maar toe te nemen. Zelfs grote afdelingen hebben ondanks druk van de leiding al gezegd dat ze een akkoord niet zullen aanbevelen. De uitslag wordt half december bekend.

De architect van het verraad, de SPD voorzitter Sigmar Gabriel, reist intussen het hele land door om zijn leden achter het akkoord te krijgen. Steeds opnieuw stuit hij op tegenstand. Maar we weten allemaal hoe dat kan lopen. Congressen kunnen heel makkelijk gemanipuleerd worden door de leiding en ook aan stemmingen onder de leden is te draaien. Het dreigement is nu al duidelijk; het akkoord accepteren of er komen nieuwe verkiezingen. Volgens de leiding zou Merkel dan een rechtse meerderheid kunnen krijgen en de SPD verliezen. Een duidelijk geval van politieke chantage dus. Over een linkse coalitie wil Gabriel niet eens praten.

In de komende dagen zal duidelijk worden welke kant het opgaat. Maar de conclusie moet duidelijk zijn; elke arbeider die zijn lot en zijn toekomst in de hand van de sociaal democratie legt is bezig met zelfbedrog. Of het in Nederland, Duitsland of een ander land is, de sociaal democraten zullen nooit anders zijn dan de gevaarlijke marionetten van de heersende klasse. Misschien is deze uitspraak voor sommige mensen pijnlijk, maar er nog langer om heen draaien zou op termijn nog pijnlijker zijn. Alleen wie zijn vijanden, inclusief handlangers, goed kent kan de juiste keuzes maken. Keuzes die nodig zijn voor een betere toekomst en een socialistische wereld.