Deze keer willen we beginnen met een
vraag. Een vraag die eigenlijk zo voor de hand ligt dat hij nooit of nauwelijks
wordt gesteld. En toch is het een vraag die voor onze toekomst van het grootste
belang is. Is er eigenlijk nog iemand die
gelukkig is in dit land? Als we deze vraag stellen is hij gericht aan de
gewone mensen. Niet aan de kleine rijke minderheid, want met genoeg geld kun je
overal gelukkig zijn. Als we deze vraag stellen aan de bevolking, moeten we er
bij zeggen dat het idee, dat over de laatste jaren ontstaan is, aangeeft dat
het antwoord waarschijnlijk Nee zal zijn. Veel meer is het de onvrede, de
frustratie, de woede en de machteloosheid die door onze straten zweven. Meestal
wordt het niet duidelijk onder woorden gebracht, en vaak worden de gevoelens
ook verscholen. Maar over het algemeen kunnen we vaststellen dat de meeste mensen
waarschijnlijk niet gelukkig zijn in het Nederland van 2015, en dat is ook geen
wonder.
Veel mensen zijn het intussen vergeten
en de betrokken generaties sterven uit, maar toen meteen na de Tweede Wereld
Oorlog de wederopbouw begon, was er sprake van bittere armoede in Nederland. De
lonen waren laag, een aantal zaken waren nog op de bon en aan een woning was
bijna niet te komen. Niet dat het Nederlandse kapitaal plotseling arm was
geworden, verre van dat. De wederopbouw werd juist voor hen het instrument om
de bevolking zoveel mogelijk te kunnen uitbuiten. Iedereen die zich verzette,
door bijvoorbeeld in staking te gaan, werd als een soort verrader neergezet en
kon op ontslag rekenen. Een voordeel was nog wel dat de arbeidersklasse nog
behoorlijk georganiseerd was. Daardoor werd het over de jaren mogelijk om door
strijd een aantal verworvenheden en verbeteringen te bewerkstellingen. Er kwam
een 5-daagse werkweek, er werden meer betaalbare woningen gebouwd, de lonen
konden omhoog en stap voor stap ontstond er een betere gezondheidszorg en later
de welvaartstaat.
Al deze zaken waren geen gunsten van
het kapitaal, zij waren het resultaat van harde en verbitterde strijd. De
vakbonden waren toen nog echte vakbonden, en natuurlijk was er de CPN om het
vuur van de klassenstrijd aan het branden te houden. De CPN heeft nooit in
Nederland geregeerd, maar haar aanwezigheid, en het bestaan van de Sovjet Unie
maakten dat het Nederlandse kapitaal concessies deed om de arbeiders bij het
communisme vandaan te houden. Op zich waren de concessies kruimels van de tafels
van de rijken als we het vergelijking met wat de elite zelf binnen sleepte, en een
socialistisch Nederland is het nooit geworden. Maar voor veel mensen ging het
wat beter en dat werd terecht als een duurbetaalde verworvenheid gezien.
Dit alles bleef wel zo’n beetje in
stand tot de jaren 80 van de vorige eeuw. Toen werd bezuinigen het motto en
later ook het privatiseren. De bevolking werd weer meer uitgeknepen en het
resultaat van dit alles kunnen we elke dag om ons heen zien. Nederland is weer
het koude, kille, berekenende land dat het ook in de jaren 30 was. Hoe heeft
het kunnen gebeuren dat zo veel verbeteringen die in strijd waren afgedwongen
intussen weer zijn geschrapt of in ieder geval tot op het bot teruggesnoeid?
Waarom hebben we dit allemaal toegelaten zonder verzet? Verzet is er natuurlijk
wel geweest, maar meestal was het niet voldoende.
Laten we eens kijken hoe het
Nederlandse systeem het heeft klaar gespeeld dat de arbeidersklasse weer
monddood en zonder strijdmiddelen achter is gebleven. We kunnen gerust stellen
dat hier een hele lange campagne van de elite aan vooraf is gegaan. Langzaam
maar zeker is het er bij de arbeiders ingestampt dat we allemaal dezelfde
belangen hebben en dat het ons allemaal goed zal gaan als het Nederland goed
gaat. Dat voor dit soort beleid meestal de werkers de offers moeten brengen
werd met wat kruimels handig gecamoufleerd. Mensen die de klassenstrijd kennen
weten dat er geen gezamenlijke belangen zijn, maar alleen maar tegenstellingen.
Toch slaagde het systeem er in om de arbeiders zo ver in slaap te wiegen dat
men echt ging geloven dat er geen strijdorganisaties meer nodig waren.
Strijdtradities werden als iets beschreven dat was achterhaald en voorbij, en
het ging zelfs zo ver dat men zich er eigenlijk voor moest schamen dat er ooit
zo iets was geweest. De campagne werkte: de sociaal democratie schoof, zo
mogelijk, nog verder op naar rechts, de vakbonden werden hervormd tot een soort
verzekerings en advies bedrijven en veel mensen geloofden echt dat wat later
het poldermodel ging heten, de oplossing was. Wie niet luisterde werd met
bedreigingen en intimidatie buiten spel gezet.
Het offensief van de elite werd pas
echt in gezet toen de Berlijnse Muur viel en een poosje later de Sovjet Unie
instortte. Nu had men vrij spel en kon de aanval op alle verworvenheden van de
arbeidersklasse met volle kracht worden doorgevoerd. Met gebruikmaking van de
media werd het poldermodel tot oplossing voor alle kwalen opgehemeld, en zaken
als de welvaartstaat en goede zorg werden als verdacht en onnodig beschreven.
Men ging zo ver dat men de bevolking ging overtuigen dat we ons allemaal samen
moesten schamen voor goede sociale wetten. Dat alleen klaplopers er profijt van
hadden. Kortom er werd door de autoriteiten gelogen, bedrogen en gestolen op
grote schaal. Een offensief dat nog steeds gaande is. Vandaag, in 2015, schamen
de heersende klasse, en haar politieke terroristen in Den Haag, zich nergens
meer voor. Men ging altijd al over lijken, maar nu gebeurd dat in het meest
heldere daglicht. Dat is dan gelijk een waarschuwing aan ons allemaal, wie
onder de wielen terecht komt, hoeft nergens meer op te rekenen.
Laten we even wat misdaden van de
elite en haar vazallen in regering en parlement op een rijtje zetten. Van een
5-daagse werkweek is nauwelijks meer sprake. Flexibiliteit is het toverwoord,
wat betekend dat iedereen maar moet komen opdraven wanneer het de bazen goed
uitkomt. Voeg daar nog eens aan toe dat bijna alles op korte contracten wordt
gedaan, de ontslagbescherming steeds meer wordt uitgekleed, een toenemend
aantal mensen worden gedwongen als zelfstandige te werken en de bescherming bij
ziekte en arbeidsongeschiktheid steeds meer wordt afgebouwd. Het komt er in
feite op neer dat je twee centimeter van het graf moet zijn om
arbeidsongeschikt verklaard te worden. Dan hebben we het nog niet eens over de
dwangarbeid en het gedwongen vrijwilligerswerk, inclusief stages. Wie had nog
niet zo heel lang geleden ooit gedacht dat in Nederland, een van de rijkste
landen ter wereld, door de vele bezuinigingen duizenden mensen van de
voedselbanken moeten leven?
Terwijl de arbeidsdruk toeneemt, gaat
de AOW leeftijd naar 67. Voor mensen in veel beroepen betekend dit dat ze
gedwongen moet volhouden ook al zijn ze versleten en in feite niet meer in
staat om door te gaan. Door de leugens van de politieke terroristen in de regering
worden mensen gedwongen twee jaar van hun leven gewoon op te geven. Diefstal is
het enige woord dat hier voor te vinden is. Het is dan ook geen wonder dat
onder deze druk een toenemend aantal mensen doordraait of in verwarring raakt.
Zij die dit soort plannen bedenken interesseert dat natuurlijk niet. Zij willen
alleen productie zien, net als de slavendrijvers uit voorbije tijden.
Dan is er ook nog de zorg. Eens was je
gewoon verzekerd bij het ziekenfonds via je werkgever. Van zorgpremies had nog
niemand gehoord. Tot er plotseling een klein bedrag betaald moest worden. Een
bedrag dat steeds hoger werd en dat nu een groot deel van het inkomen opvreet.
Weer een oplichtersplan om ons te bestelen. Intussen ligt de macht niet meer
bij de doktoren en verplegers, maar bij de zorgverzekeraars, de grootste
aasgieren die maar te bedenken zijn. We betalen steeds meer voor de zorg en
krijgen steeds minder. Het is als of je bij de bakker voor een heel brood
betaald en maar een half mee naar huis krijgt. Als een bakker dit kunstje zou
uithalen werd hij opgepakt voor diefstal en bedrog. Maar de zorgverzekeraars
mogen deze stunt iedere dag uithalen en worden er ook nog rijkelijk voor
beloond.
Heeft er nog iemand twijfel over dat
dit land in handen is van dieven en oplichters? De maffia met stropdas en
documentenkoffer bepaald ons leven tot zo’n niveau, dat je er niet aan ontkomt
om je af te vragen of we nog wel een eigen leven hebben. Op zich is het
allemaal niets nieuws. Het kapitalisme is nooit anders geweest. Het vindt
alleen steeds nieuwe gedaanten om haar misdadige praktijken te kunnen
voorzetten. Boven hebben we maar een minimaal deel van deze misdaden laten
zien, het is maar een kleine greep, want de lijst is ongelooflijk lang. Hij
wordt ook nog iedere dag langer. Helaas.
Vaak komt de vraag waarom de bevolking
niet in verzet komt. Waarom verworvenheden die door jarenlange strijd zijn
bereikt niet worden verdedigd. Een deel van het antwoord ligt in de sluipende
manier waarop de afbraak wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt het poldermodel
steeds naar voren geschoven als bewijs dat de werkende bevolking mee kan praten
en mee kan beslissen. Het is een illusie, net als dat een illusie is dat wij en
de heersende klasse dezelfde belangen hebben. Het zijn de leugens van de staat
en de regering die deze illusie in leven houden. Een ander deel van het
antwoord is dat de arbeiders eigenlijk geen strijdorganisaties meer hebben om
de verworvenheden te verdedigen en in verzet te komen tegen de dictaten van de
regering en het groot kapitaal.
We hebben al gezien dat de vakbonden
deze titel nauwelijks meer verdienen. Geleid door verraders en overbezet door
bestuurders die alleen maar op de eigen carrière zijn gefixeerd, is er uit deze
hoek geen echte tegenstand meer te verwachten. Natuurlijk komt het voor dat de
bonden toch nog in actie moeten komen, omdat het onrecht te groot is. Maar
gelijktijdig wordt er alles aan gedaan om een snelle, meestal slechte,
oplossing te vinden en de strijdbaarheid onder de arbeiders af te breken.
Mensen die echt willen vechten en willen vasthouden aan de strijdtradities
worden snel uitgerangeerd of helemaal de bond uitgewerkt. Daar komt nog bij dat
de arbeiders sinds de opheffing van de CPN geen politiek vertegenwoordiging
meer hebben. Niemand kan er omheen dat de CPN de enige echte arbeiderspartij
was die Nederland ooit heeft gekend. De zogenaamde “linkse” partijen die we nu
kennen willen alleen maar meeregeren en zullen daar altijd alles voor
opofferen. Principeloos en naar binnen getrokken, dat geldt voor allemaal; van
de PvdA over GroenLinks tot de SP. Ook van hen is geen strijd meer te
verwachten. Alleen maar loze woorden en lege beloften.
Je zou tot de conclusie kunnen komen
dat de strijd voor altijd verloren is en dat er, op wat achterhoede gevechten
na, niets meer te halen is. Dat zou betekenen dat het kapitaal en de
bijbehorende politieke en financiële terroristen vrijspel hebben. Dat mogen ze
gerust geloven, maar ze vergissen zich. Luister naar de onvrede en de woede
onder de bevolking. Kijk naar het totale gebrek aan vertrouwen in de heersende
politiek. De meerderheid van de bevolking ziet in de Haagse politici niets meer
dan leugenachtige zakkenvullers. Tot open verzet komt het nog niet, tenminste
niet op massa basis. Maar onder de oppervlakte gist en borrelt het. Sommige
kringen zoeken een uitweg bij extreem rechts of de populisten. Maar de meeste
mensen voelen wel aan dat dit niet de oplossing is en dat ook deze partijen
uiteindelijk deel uitmaken van het systeem.
Waar moet het verzet dan vandaan
komen? Het antwoord ligt in de geschiedenis. Onze ouders en grootouders hebben
met alle macht en veel offers gevochten voor de verworvenheden die nu worden
afgebroken. Wij staan nu op hun schouders en het zou beschamend zijn als wij
niet de moed zouden hebben om het systeem opnieuw uit te dagen en aan te
vallen. De pessimisten zeggen dat ze niet kunnen zien waar het verzet dan
vandaan moet komen. Er is geen organisatie en er zijn geen leiders. Maar als
het echt moet zal dit alles opnieuw ontstaan. Misschien veel sneller dan we
denken. Nog niet zo lang geleden joeg de vredesbeweging de militaristen en de
heersers de stuipen op het lijf, en de kraakbeweging deed hetzelfde met de
huisjesmelkers en de speculanten. Niemand kan ook de strijd tegen de Golfoorlogen
vergeten, waar duizenden mensen spontaan aan deelnamen.
Dat gevoel, het gevoel van het niet meer pikken, en naar de hel met de consequenties, is er nog niet. Maar het is niet ver weg meer. Je merkt de frustratie en de woede overal. Het moet alleen nog gebundeld worden en dan zal op een zeker moment het vat ontploffen. Als dan alle opgekropte woede loskomt, mag het gespuis in Den Haag en de rest van de overheid wel heel snel een goed heenkomen zoeken. Dan zal er geen houden meer aan zijn. Daarom waarschuwen we de politieke elite; waan je niet te veilig. Ga er niet van uit dat je leugens en diefstallen tot in het oneindige door kunnen gaan. Nu al is er onzekerheid, maar dat is nog niets vergeleken bij wat er gaat komen. Het wachten is op de eerste vonk. Die vonk is het waard om op te wachten, of hij morgen komt of pas over een paar jaar. Als de klassenstrijd weer op de agenda komt, is de overwinning niet ver meer. Dat is geen dreigement, maar een belofte.