In verschillende landen van Europa
gaan de laatste tijd stemmen op om de Antifa te verbieden. Dit in navolging van
Amerika waar de groep tot een terroristische vereniging is verklaard. De roep
om een verbod volgt op een aantal aanslagen en andere gewelddadige incidenten
waar Antifa groepen zelf de verantwoordelijkheid voor hebben opgeëist. De
meeste van deze incidenten waren in Duitsland en Engeland, maar ook in
Scandinavië zijn er dingen gebeurd die met echt eerlijk antifascisme niets meer
te maken hebben. Omdat het om autonome groepen gaat, die lang niet altijd
contact hebben is het goed om eens te kijken hoe het nu eigenlijk zit met de
Antifa. Want hoewel er veel eerlijke strijders in rond lopen, lijkt de Antifa
ook over vreemde geldschieters te beschikken. Laten we dus maar eens kijken of
het beeld helder te krijgen is. Misschien dat de discussie dan wat makkelijker
wordt.
Deel 3
Betrouwbaarheid en geweld
Ook de Nederlandse Antifa kent een
roemruchte geschiedenis. Zo staken antifanten ooit een hotel in brand waar de
toenmalige Centrum Democraten van Janmaat en de Centrum Partij een bijeenkomst
hielden. Tijdens dit incident raakte de vriendin van Janmaat, Wil Schuurman, zo
ernstig gewond dat ze een been verloor. Het incident vond plaats in Kedichem in
maart 1986. Het hotel in kwestie brandde tot de grond toe af. De plaatselijke
bevolking reageerde woedend en viel de antifanten aan, die op de vlucht waren.
Uiteindelijke werden er 66 actievoerders gearresteerd, maar niemand is ooit
voor de aanslag zelf, die met rookbommen werd uitgevoerd, veroordeeld. De rest
van de politiek had geen interesse, en de zaak verdween in de doodpot. Dit
beeld komt in de geschiedenis van de Antifa meer dan eens voor. Toeval?
Het geval Kraaijer
Binnen de Nederlandse tak van de
Antifa waren er ook schandalen te bespeuren, wat de betrouwbaarheid van de
groepering zeker in twijfel trekt. We hebben het dan weer over de autonome
Antifa, en de Anti-Fascistische Actie (AFA) in het bijzonder. In de jaren 90
van de vorige eeuw was de Zwolse activist Paul Kraaijer het gezicht van AFA.
Als perswoordvoerder was hij overal bij en kwam regelmatig in de media aan het
woord. Na een aantal jaren was hij plotseling verdwenen als woordvoerder. Er
bleek een conflict te zijn ontstaan over telefoonrekeningen en andere kosten.
Dus einde verhaal voor de woordvoerder van de meest bekende Nederlandse Antifa
club, zou je denken. Maar dat bleek een misrekening. In 2011 onthulde Kraaijer
via De Telegraaf en een zelfgeschreven boek dat hij 25 jaar voor verschillende
inlichtingendiensten had gewerkt. Hij zou gespioneerd hebben voor de
inlichtingendienst van de politie, en voor de AIVD. De genoemde periode besloeg
dus ook zijn tijd als woordvoerder en activist bij AFA. De onthulling sloeg in
als een bom. AFA beweerde al snel dat Kraaijer nooit meer dan een
ondergeschikte rol had gespeeld in de organisatie, maar dat was alleen maar
schadebeperking. Als je in de jaren 90 AFA zei, kwam Paul Kraaijer
tevoorschijn. Hij schreef er ook toen al een boek over: “Een Antifa vertelt”.
Van een kleine rol was dus geen sprake.
Het boek was snel uitverkocht, en niet
meer te krijgen. De feiten geven echter een duidelijk beeld over de rol van
Kraaijer binnen de organisatie. Kraaijer beheerde de AFA telefoon, deed de
perscontacten, was betrokken bij de contacten met gemeentebesturen, en ook het
faxverkeer liep deels via hem. Hij had constant overleg met de rest van de AFA
leiding, en was praktisch bij iedere vergadering. Van een ondergeschikte rol
was dus geen sprake. Omdat hij openlijk optrad kan het zijn dat hij buiten de
meer illegale kant van de AFA bleef, maar als hij echt voor de AIVD werkte in
die tijd zal hij ze een behoorlijk beeld van de organisatie hebben kunnen
gegeven.
Toen hij zijn spionageactiviteiten
onthulde was hij al verhuisd naar Suriname, en buiten het bereik van AFA, en zijn
latere vrienden in de dierenrechten scene. Er werd vanuit linkse hoek wel een
onderzoek naar zijn activiteiten gehouden, omdat niemand begreep hoe dit
debacle had kunnen plaatsvinden, maar hoe het allemaal echt had gezeten was
moeilijk te ontdekken. Nog steeds is het niet zeker of Kraaijer echt een agent
was, of een zielenpoot met een grote fantasie. Maar de zaak maakte wel de
kwetsbaarheid duidelijk. De Antifa bestaat vooral uit vriendenkliekjes met
weinig oog voor organisatiebeveiliging. Het is een kenmerk van anarchistische
en krakersgroepen. Dus ook van AFA. Misschien denken ze het ook niet nodig
te hebben. Veel hebben ze immers niet te vrezen, ondanks
infiltratiepogingen.
In de laatste jaren heeft de AFA zich
vooral bezig gehouden met het volgen en verstoren van extreem rechtse
demonstraties. Dit gebeurd meestal via het 'Laat ze niet lopen' initiatief. Maar
ook in Nederland blijft de Antifa het geweld niet schuwen. Toen het Identitair
Verzet een poosje geleden in Amsterdam een huis kraakte, nadat een groep
illegalen hetzelfde had gedaan met praktisch de hele straat, verschenen een
paar vermomde figuren. Ze sloegen ramen en deuren in en schoten vuurwerk naar
binnen. Hierbij vielen verschillende licht gewonden. De daders verdwenen en
werden nooit gevonden. Nu we op de hoogte zijn van hoe er meestal met dit soort
zaken wordt omgegaan, is het de vraag of er wel echt is gezocht. Voor alle
duidelijkheid, geweld en politiek zijn altijd met elkaar verbonden, omdat
geweld een machtsfactor is. Dat geldt voor links, rechts en ook de staat. Maar
bij de autonome Antifa lijkt geweld altijd de eerste optie, nooit de
laatste.
De lange arm van Soros
Liet George Soros een kritische journalist vermoorden?
Op 15 december 2018 was het precies
een jaar geleden dat in Zweden de 33-jarige onafhankelijke journalist Bechir
Rabani dood werd gevonden. Hoe hij is omgekomen is nog steeds niet duidelijk,
de politie sprak eerst over een mogelijk geweldsdelict. Later werd gezegd dat
Bechir aan een hartinfarct is gestorven. Een echt onafhankelijk onderzoek is er
nooit geweest. Maar de zaak roept vraagtekens op, omdat Rabani door de
machtigen van deze aarde als vijand werd gezien.
Rabani stond er om bekend dat hij
gewaagde onthullingen deed, en hij infiltreerde ondermeer in de gewelddadige
vleugel van de Antifa in Zweden. Daar kwam nog bij dat hij had gezworen om
George Soros en andere globalisten te ontmaskeren. Al deze feiten werpen
uiteindelijk de vraag op of deze Palestijnse journalist, die in Zweden erg
geliefd en gerespecteerd was, misschien op orders van Soros is vermoord. We
weten dat de machtigen van deze wereld geen kritiek kunnen verdragen, en dat ze
hun smerige zaakjes graag geheim houden. Reden dus om deze zaak wat verder te
bekijken, als onderdeel van ons onderzoek naar de banden tussen Soros en de
Antifa, en ook om te laten zien hoe groot en omvangrijk het netwerk van Soros
is.
Bechir Rabani werd als een
alternatieve journalist gezien, zonder vrees en met veel talent. Hij was altijd
op zoek naar verhalen die niet in de gewone mainstream media te vinden waren.
En, wat zijn positie nog gevaarlijker maakte, hij nam geen blad voor de mond.
Op deze wijze maak je in de huidige wereld snel vijanden. Meestal zijn dat
machtige vijanden. De Palestijnse familie van Rabani kwam in de jaren 80 van de
vorige eeuw naar Zweden. Ondanks het feit dat hij maar 33 jaar mocht worden
heeft Bechir Rabani zeker zijn stempel gezet op het journalisme in zijn gekozen
thuisland. Toen hij stierf stond hij kort voor een onthulling over de linkse
Zweedse journalist Robert Aschberg. Aschberg is bestuurslid van de Expo
Stichting. Deze stichting verzamelt gegevens over iedereen die als extreem
rechts wordt gezien, met als doel deze gegevens op internet te publiceren. Het
kan gezien worden als een uitnodiging om op de genoemde personen aanslagen te
plegen. Rabani was opzoek naar verbindingen tussen Aschberg en George Soros.
Omdat Soros ook in andere landen gelijksoortige stichtingen van geld voorziet,
is het niet ondenkbaar dat dit ook voor Expo geldt.
Rabani probeerde Ashberg te
interviewen over deze zaken, maar dat werd door Aschberg geweigerd. Het Expo
bestuurslid voelde zich wel in het nauw gedreven, want hij liet het Facebook
account van Rabani sluiten, en zijn vrouw bedreigde Rabani met de dood als hij
haar echtgenoot niet met rust zou laten. Op de dag dat Rabani zijn nieuwe
onthulling zou publiceren werd hij dood aangetroffen. Zijn familie en vrienden
geloven niet dat hij als gevolg van een hartinfarct is gestorven. Ze zeggen dat
hij altijd kerngezond was, en nooit klachten had. Reden dus voor een
onafhankelijk onderzoek, zou je denken. Maar dat werd door de Zweedse autoriteiten
als onnodig gezien. Het is zeker niet ondenkbaar dat zowel Aschberg, die zeer
gewelddadige vrienden heeft, als Soros iets met de dood van Rabani te maken
hebben. Vier maanden eerder, in september 2017, stootte Rabani voor het eerst
op een mogelijke verbinding tussen George Soros en de autonome Antifa. In
Gothenburg infiltreerde hij in een Antifa demonstratie en filmde hoe Antifa
leden met zware katapults op de politie en politieke tegenstanders schoten.
Zijn film trok veel aandacht, en de Antifa was woedend. Voor Rabani reden te
meer om verder te zoeken. Hij gaf aan dat hij pas zou rusten als hij Soros had
ontmaskerd. Het is erg waarschijnlijk dat hij dit voornemen met de dood heeft
moeten bekopen. Kort voor zijn overlijden was hij gewaarschuwd door de Zweedse
geheime dienst dat er een onderzoek naar hem liep, en dat hij voorzichtig moest
zijn. Omdat er geen onderzoek naar zijn dood is geweest, blijven ook de feiten
onbereikbaar. Welke figuren hierbij aan de touwtjes trekken is niet moeilijk te
raden. De globalisten elite kent zo zijn eigen regels, en niemand weet hoe ver
men bereid is om te gaan als het om zelfbescherming gaat. Waakzaamheid is dus
te allen tijde geboden.
Volgende week: recente voorbeelden van Antifa geweld, de
reactie van de autoriteiten, en de G20