donderdag 2 januari 2014

De slag om de Rote Flora



Als we ons uitspreken tegen het systeem in eigen land is het ook belangrijk om over de grenzen te kijken en de ontwikkelingen daar te volgen. Dat is internationale solidariteit, maar gelijktijdig ook een leerschool die we kunnen gebruiken in de dagelijkse strijd die steeds harder wordt. Op zaterdag 21 december 2013 was de Duitse havenstad Hamburg in rep en roer. Wat was er aan de hand? Hamburg kent een sterke linkse traditie die terug gaat naar het begin van de vorige eeuw. In de jaren 20 en 30 werd de stad bekend als het “Rode Hamburg”, een titel die in feite nog steeds van toepassing is. Hamburg kent ook een sterke kraaktraditie, en in de Schanzenwijk staat een groot kraakpand dat de naam de Rote Flora draagt. Dit pand, dat al tientallen jaren gekraakt is, is nu een politiek cultuur centrum en een centraal punt in het linkse Hamburg.

De autoriteiten in Hamburg willen al jaren van het pand af en het lijkt nu dat ze hun zin gaan krijgen. De eigenaar, een vastgoedhaai, beweert nu plannen met het pand te hebben en hij wil dat het zo snel mogelijk wordt ontruimd. Onderhandelingen over legalisering hebben tot nu toe niets opgeleverd, en de eigenaar begint nu druk uit te oefenen. Dat betekend dat de Rote Flora wordt bedreigd. Om hier tegen te protesteren was op 21 december een grote demonstratie aangekondigd met deelnemers vanuit heel Duitsland. In de week voor de demonstratie begonnen de autoriteiten in Hamburg, met de politie voorop, de demonstratie te demoniseren. Er zouden duizenden demonstranten naar Hamburg komen die alleen maar uit waren op geweld. Het winkelende kerstpubliek zou hier door worden bedreigd en grote schade was niet uit te sluiten. Een dag voor de demonstratie ging men nog een stap verder en werd het centrum van Hamburg tot “gevarenzone” verklaard. Dit gaf de politie een blanco cheque om tegen iedereen en alles op te treden.

De sfeer was dus gemaakt en toen de demonstranten op zaterdagmiddag verzamelden voor de Rote Flora stonden er 3000 smerissen klaar om op te treden. Er waren bijna 10.000 demonstranten en toen de optocht van start ging was de politie er als de kippen bij om de route te blokkeren. Op dat moment was er door de demonstranten geen geweld gebruikt en was ook de vergunning nog gewoon van kracht. Het geweld ontstond pas toen de politie op de demonstranten begon in te slaan en gewelddadige arrestaties begon te verrichten. De politieprovocatie leidde tot grote rellen waarbij honderden demonstranten gewond raakten. Gelukkig werden ook zeker 120 smerissen het ziekenhuis in gemept of moesten ter plekke behandeld worden. Boontje komt immers om zijn loontje. In de dagen die volgden woedde er een heftige propagandaslag. De politie beweerde dat de demonstranten eerst geweld hadden gebruikt. Maar onafhankelijke getuigen, inclusief aanwezige politici, spraken dit tegen.

Intussen heeft in de pers een persoon die binnen de politie werkt gelekt dat de politieleiding het hele scenario zo had gepland dat de demonstratie niet kon doorlopen en dat er geweld zou volgen. Sterker nog; de politie wilde dat er geweld zou ontstaan en heeft het met alle middelen uitgelokt. Hierover is nu een politiekconflict ontstaan omdat de politie op deze manier ook alle schade op de koop toe nam. Het gaat bij dit alles niet alleen om dit specifieke geval, maar om een trend die we op steeds meer plaatsen zien. Ook in Turkije slaat de politie er meteen op los als mensen bij elkaar komen om te demonstreren tegen de staat. In een aantal Europese landen zien we een zelfde beeld. Ook in Nederland nemen de politieprovocaties toe. Een aantal maal heeft de politie in Rotterdam met opzet de 1 Mei demonstratie aangevallen of verstoord. In 2012 werd een antikapitalistische 1 mei demonstratie in Amsterdam door de ME gestopt en aangevallen alleen omdat er wat vuurwerk was afgestoken. Ook toen was te merken dat het blauwe tuig zat te wachten op een moment om aan te vallen. Een zelfde beeld zien we bij voetbalwedstrijden waarvan het politiegeweld in Amsterdam tegen Celtic supporters een perfect voorbeeld is. Recentelijk werd een demonstratie in Den Haag tegen politiegeweld, door die zelfde politie aangevallen.

De conclusie is duidelijk; de politie in alle landen gaat zich steeds meer opstellen als een paramilitaire organisatie die gebruikt maakt van burgeroorlogtactieken. Het doel is om demonstraties die zich direct tegen het systeem richten van de straat te slaan of op andere manieren te saboteren. De aanvallen op voetbalsupporters worden vooral als oefeningen voor dit soort tactieken gezien. We kunnen dus gerust stellen dat het demonstratierecht praktisch buitenwerking wordt gesteld als dit de autoriteiten goed uit komt. De smeris heeft dan een vrijbrief om naar eigen goeddunken te slaan, schoppen, arresteren en giftgassen als pepperspray en traangas in te zetten. Burgerrechten bestaan dan niet meer en in feite mag alles. Het zal ook niet lang meer duren voordat er eerst gebruik gemaakt gaat worden van rubberkogels en daarna scherpe munitie. De rol van de politie als privéleger van de heersende klasse is nog nooit zo duidelijk geweest.

Ook op andere manieren krijgt de politie steeds meer macht om te schieten en zelfs te moorden. Kijk naar het aantal verwarde mensen dat in het laatste jaar is neergeschoten of gewoon vermoord. Een smeris hoeft maar te zeggen dat hij zich bedreigd voelt en hij heeft meteen de vrijheid om te schieten, en ook raak te schieten. Hij heeft van niemand iets te vrezen. Dat bewijst ook de zaak van Rishi, de 17-jarige jongen die door een smeris op een Haags station werd doodgeschoten. Hij rende weg van de politie en werd in de keel geraakt. Volgens een rechter was de agent niet schuldig aan moord en zelfs niet aan doodslag. Hij werd van vervolging ontslagen. Men gaf wel toe dat hij zwaar letsel had toegebracht en dat hij de zogenaamde politieregels had overtreden. Maar dat maakte niet uit. De moordenaar van Rishi mocht gewoon als vrij man naar huis.

Dit is geen zaak om licht op te nemen. Het betekend dat iedere smeris nu het recht heeft om iedere burger gewoon dood te schieten als hem of haar dat uitkomt. Als iemand even niet luistert, kan het al raak zijn. Iemand die door rood rijdt kan zo maar achter het stuur vandaag geschoten worden, en ook een fietsendief moet er rekening mee houden dat op diefstal de doodstraf kan staan. Kortom, de blauwe moordenaars zijn onder ons. Er wordt wel eens gezegd dat wij te snel het woord politiestaat gebruiken. We leven inderdaad nog niet onder een fascistische dictatuur. Maar de fundamenten die voor zo’n dictatuur nodig zijn worden wel gelegd, en daar hoort ook de radicalisering van de politie bij. We moeten er rekening mee houden dat dit nog maar het begin is. Onze rechten, en zelfs onze levens staan op het spel, en dat is iets wat waar we allemaal rekening mee moeten houden. De strijd tegen het politiegeweld zal doorgaan, net als de strijd om de Rote Flora te behouden door zal gaan. Organiseer en sla terug!! Ook in het nieuwe jaar.

1 opmerking: