Van een correspondent
We weten allemaal dat na het einde van
een oorlog of conflict de overwinnaar de geschiedenis schrijft. Dit geeft deze
zelfde overwinnaar natuurlijk de kans om de eigen misdaden, fouten of
misrekeningen uit de geschiedenis van het conflict te wissen. Wat er ook is
gebeurd, de verliezer is de schuldige. Deze theorie is natuurlijk ook van
toepassing op de Tweede Wereld Oorlog. Het gaat ons er nu niet om wie in dat
conflict gelijk had of niet. Ook willen we nu even geen pleidooi houden voor
meer onderzoek naar de ware oorzaken van, en de gebeurtenissen tijdens deze
oorlog. We willen nu kijken naar een geschiedenis die meteen na het einde van
de oorlog in 1945 is gebeurd. In “vredestijd” dus. We willen vandaag kijken
naar de geschiedenis van de Rheinwiesenlager. Nog nooit van gehoord? Dat is ook
niet verwonderlijk, want zelfs in Duitsland kennen maar weinigen deze
geschiedenis. Er over spreken of schrijven is niet verboden. Toch doet bijna niemand
het. Laten we maar eens kijken waarom dat zo is.
Voordat we naar de Rheinwiesenlager
zelf kijken, moeten we eerst een blik werpen op de geschiedenis van de
krijgsgevangenen aan het einde van de oorlog. Toen in het voorjaar van 1945 het
Derde Rijk op instorten stond, werd er op veel plaatsen verbitterd
doorgevochten. Dat heeft later veel mensen verbaasd. Wisten de Duitse soldaten
dan niet dat de oorlog verloren was, en een nederlaag onvermijdelijk? Waarom
dan toch bloed blijven vergieten als de beslissing al lang is gevallen? Het
doorvechten had verschillende redenen. Ten eerste deed het regime er alles aan
om de strijd voort te kunnen zetten. Er was veel gruwelpropaganda tegen de
binnengevallen legers, en het werd ook als een misdaad gezien als iemand
overwoog om te capituleren. Zij die dat wel deden konden met de dood worden
bestraft. Maar er was onder de Duitse soldaten ook enorme angst voor wat er zou
gebeuren als je in handen van de tegenstander viel.
Zo geloofde men jarenlang dat het Rode
Leger geen krijgsgevangenen maakte. Onder de soldaten werd steeds opnieuw verteld
dat “Ivan” iedere gevangene meteen doodschoot. Dit bleek niet zo te zijn, maar
de gedachte aan jarenlange krijgsgevangenschap in onherbergzame gebieden van de
Sovjet Unie, heeft menig soldaat er toe gebracht om toch maar liever door te
vechten. Alles beter dan in gevangenschap raken. Overigens hebben veel soldaten
de strijd ook voortgezet om burgers uit de bedreigde gebieden te laten
ontsnappen. Ook dat heeft veel levens gekost, maar was natuurlijk wel te
begrijpen. De Duitse eenheden vochten nu immers op eigen bodem, en de eigen
familie kon betrokken zijn. Door dit alles duurde de oorlog veel langer dan men
eigenlijk had kunnen verwachten. Hoeveel levens dit alles heeft gekost is niet
of nauwelijks te berekenen. Maar het zijn er honderdduizenden geweest.
Toch kwam in april 1945 voor iedere
Duitse soldaat het moment dat men de capitulatie onder ogen moest zien. En toen
gebeurde er iets opmerkelijks. Veel soldaten die in het Oosten of in Midden
Duitsland tegen het Rode Leger vochten wisten dat aan opgeven niet meer te
ontkomen was. Toch wilden ze niet in handen van de Russen vallen. Ze wisten
immers maar al te goed wat er uit Duitse naam in de Sovjet Unie allemaal was
gedaan. Wraakneming was dus te verwachten. Om aan dit lot te ontkomen trokken
veel eenheden naar het westen. Ze wilden zich wel overgeven, maar dan aan de
Amerikanen of de Engelsen. Ze waren er van overtuigd dat ze dan beter behandeld
zouden worden, en sommige gingen er zelfs van uit dat ze naar huis zouden mogen
vertrekken nadat ze hun wapens hadden ingeleverd. Dit alles was gebaseerd op
ervaringen eerder in de oorlog. Duitse soldaten, zeelui of vliegeniers die in
handen van de Engelsen vielen werden goed behandeld. Ze zaten in redelijke
kampen, kregen goed eten en medische verzorging. In april 1945 wilde menig
Duits soldaat daar voor tekenen. Een poosje bijkomen in gevangenschap, en dan
naar huis.
Dus trok men naar het westen,
tenminste als dat mogelijk was. Eenmaal aangekomen legden ze de wapens neer, en
wachtte op de dingen die komen zouden. Al snel merkten ze dat ze een
misrekening hadden gemaakt. Meestal kwamen zij in handen van de Amerikanen, en
die hadden een plan met de voormalige vijanden. Het was een plan dat in Amerika
op het hoogste niveau was uitgewerkt. Om delen van het Duitse volk in de
toekomst voor Amerikaanse doeleinden te kunnen gebruiken, moest eerst een ander
deel van dat zelfde volk worden uitgeroeid. Er waren geen plannen voor een
industriƫle vernietiging, zoals tijdens de Holocaust. Maar de plannen die er
wel waren zouden zeker zo dodelijk zijn, alleen minder zichtbaar. De eerste
groep die hiermee werd geconfronteerd waren de Duitse krijgsgevangenen. De
Amerikanen, bijgestaan door de Britten en de Fransen, begonnen er mee door de
Duitse soldaten niet als krijgsgevangenen te registeren. In plaats hiervan
werden zij gezien als ontwapende strijders. Dit hield in dat de soldaten niet
onder de Conventie van Geneve vielen, wat de overwinnaars een vrijbrief gaf om
met de mannen toe doen wat ze maar wilden.
Daar gingen ze dan ook meteen mee aan
de slag. De gecapituleerde soldaten werden opgesloten in de zogenaamde
Rheinwiesenlager, dit waren 19 kampen langs de oevers van de Rijn. Eigenlijk
kun je niet eens van kampen spreken. Het ging gewoon om weidevelden waar
prikkeldraad om heen was getrokken. Er waren geen barakken, tenten of andere
faciliteiten. De gevangenen moesten gewoon op drassige velden zitten of liggen.
Opstaan was meestal verboden. Toiletfaciliteiten waren afwezig, en wat nog
erger was; er was geen eten. Dagenlang werd er niets verstrekt, ondanks het
feit dat de Amerikanen over enorme voorraden beschikten. Ook was er praktisch
geen medische zorg. Niet alleen mannen, ook vrouwelijke gevangenen moesten onder
hetzelfde regime leven. Omdat de gewonden niet verzorgd werden begon het
geplande sterven al snel. Om toch nog wat beschutting te vinden groeven de
mannen zich in. Van dekens of jassen werden kleine tentjes gebouwd. Maar de
honger en de elementen maakten dat velen ziek werden. Ook zij werden niet
behandeld. Pogingen van mensen in de buurt om de mannen te helpen, of wat eten
te geven, werden door Amerikaanse soldaten geblokkeerd.
Het sterven moest doorgaan, was de
opdracht. Wilden eventuele hulpgevers niet luisteren, werd er met scherp
geschoten. De Amerikanen schoten overigens ook op de gevangenen. Af en toe werd
er ook een zogenaamde bulldozeractie gehouden. Dan werden Amerikaanse
legerbulldozers de velden opgereden om de tentjes en afgeschermde holen plat te
walsen. De krijgsgevangen die zich in deze primitieve bouwsels bevonden werden
gewoon platgereden en daarna naar de nabij gelegen massagraven verplaatst.
Iedere dag verdwenen er honderden lijken in deze massagraven. Er werd niet
geteld en ook niets geregistreerd. De kampen bleven tot juli/augustus 1945
bestaan, en de schatting van het aantal slachtoffers is een omstreden punt,
waar we nog op terug komen.
Overigens waren de soldaten niet de
enige die uitgehongerd werden. Ook de Duitse burgerbevolking kreeg praktisch
niets te eten, en aan brandstof viel al helemaal niet te denken. De steden
waren kapot als gevolg van de vele bombardementen, en de mensen leefden in de
puinhopen. Ook over hen spraken de Amerikanen een doodsoordeel uit. Vooral in
de eerste winters na het einde van de oorlog steeg de nood schrikbarend. Mensen
vroren dood of kwamen om van de honger. Men noemde dit de “witte dood”. Pas
toen de Amerikanen na een paar jaar dachten dat de Duitsers zich zonder
tegenstand zouden onderwerpen kwam er hulp. Nu nog spreekt men nog altijd
lovend over het zogenaamde Marshallplan, Amerikaanse hulpgoederen die
uiteindelijk beschikbaar kwamen. Maar over wat er in de jaren daarvoor allemaal
is gebeurd word gezwegen. Hoeveel mensen slachtoffer geworden zijn van de
“witte dood” weet niemand. Ook dit werd niet geregistreerd omdat de Amerikanen
niet als massamoordenaars de geschiedenis in wilden gaan.
Maar terug naar de Rheinwiesenlager. Het
bestaan van deze kampen werd ook deels verzwegen, zelfs nu nog. Overlevenden
brachten af en toe boeken uit over hun belevenissen. Deze boeken waren een
soort aanklacht, maar de autoriteiten van de intussen door de Amerikanen
opgerichte en gecontroleerde BRD, zorgden er voor dat deze getuigenissen nooit
een groot publiek kregen. Zij beweren ook dat er maar enkele duizenden
krijgsgevangen in de kampen omkwamen. Het echte cijfer ligt echter tussen de
800.000 en 1.000.000. Een compleet cijfer is niet te geven omdat er niets
geregistreerd staat. Hierdoor zijn veel soldaten officieel nog steeds vermist,
en dat komt de Amerikanen natuurlijk prima uit. Allemaal onnodige slachtoffers
van een conflict dat allang afgelopen was.
In de jaren na de oorlog kwamen er
steeds verhalen naar buiten over de Duitsers die in Russische krijgsgevangenschap
waren geraakt. Deze verhalen vulden velen boeken en artikelen in de pers. Over
de Amerikaanse kampen langs de Rijn, en de vele slachtoffers werd gezwegen.
Sommige lezers zullen zich afvragen waarom de Duitse bevolking deze zaken zo
maar heeft geaccepteerd. Waarom wordt deze geschiedenis zelfs nu nog deels
doodgezwegen? Het antwoord is simpel; Duitsland staat onder volledige
Amerikaanse invloed, ook nu nog. De bevolking is een enorm schuldcomplex
aangepraat, en een ieder die dit schuldcomplex probeert te doorbreken riskeert
een bezoek aan de rechtbank of zelfs de gevangenis. Dus komen de Amerikanen tot
nu toe weg met een massamoord, die we gerust genocide mogen noemen. Wel is het
zo dat tijden veranderen, en dat de ruimte voor onafhankelijk onderzoek steeds
iets verder wordt opgerekt. Maar de waarheid zal pas echt aan het licht komen
als de door Amerika gecontroleerde BRD niet meer bestaat. Pas als de laatste
Amerikaanse militair Duits grondgebied heeft verlaten zal er gerechtigheid
komen. Dan zal het ware gezicht van het zogenaamde “land of the free” voor de
hele wereld zichtbaar zijn. Laten we hopen dat deze dag snel zal aanbreken,
zodat het recht eindelijk kan zegevieren. De verantwoordelijken van toen zijn
er niet meer, maar hun daden verdienen het om wereldwijd bekend te worden. Immers,
beter laat dan nooit.