Het is opnieuw een slechte week
geweest voor de sociaal democraten. Niets nieuws, zullen velen roepen, want
sinds het vormen van de huidige coalitie heeft de PvdA eigenlijk alleen maar
slecht nieuws te incasseren gehad. Dat is natuurlijk de consequentie van het
weggooien van alle verkiezingsbeloften en het vormen van een coalitie met de
vijand, in dit geval de VVD. Deze keer echter kwam het slechte nieuws van
binnen de partij en niet van de vele kiezers die de PvdA intussen de rug hebben
toegekeerd, om nooit meer terug te komen op het sociaal democratische nest. Nu
was het eindelijk echt bonje, en wel midden in de Kamerfractie. Samsom dacht de
zaak nog te kunnen dempen. Maar zoals al zo vaak eerder sloeg hij weer de plank
mis. Later we maar eens kijken hoe de sociaal democraten verder werkten aan hun
eigen ondergang.
Het centrale punt van de meest recente oprisping binnen de partij is het
onderzoek dat de minister voor sociale zaken, Asscher, laat doen naar de
activiteiten van 4 Turkse organisaties, waaronder Milli Gorus. Asscher heeft
namelijk het idee dat de activiteiten en denkbeelden van deze organisaties de
integratie in de weg staan. Om hier
achter te komen laat hij de organisaties volgen, iets wat de komende jaren aan
de gang zal blijven. Op zich is dit onderzoek weer een soort schijnbeweging
want het is al jaren duidelijk dat deze organisaties publiekelijk de integratie
hoog in het vaandel hebben staan, terwijl men er aan de binnenkant niets van
moet hebben. De Diyanet bijvoorbeeld, een van de genoemde groepen, is gewoon
het Turkse ministerie van onderwijs en religie. Dat weet Asscher en dat weet
iedereen die in die wereld een beetje thuis is. Een onderzoek is dus op zich
niet nodig, want de feiten zijn bekent. Hij moet gewoon de Turkse regering
zeggen hun bemoeizuchtige vingers uit Europese zaken te houden, omdat er anders
consequenties dreigen. Maar omdat hij dat niet durft verschuilt hij zich achter
al weer een onderzoek.
In plaats van een rel te schoppen met
Erdogan en bijvoorbeeld Fethullah Gulen, die een zelfde bemoeizucht aan de dag
legt, ontstond er een rel binnen de PvdA. Twee Turkse fractieleden, Kuzu en
Ozturk, hadden heftige kritiek op het onderzoek in een landelijke krant en
werden daarna aangevallen door het Marokkaanse PvdA kamer lid Marcouch, die
zich opwierp als de grote pleitbezorger van Asscher. Niet verwonderlijk want deze Marcouch heeft
nog nooit blijk gegeven van een enkel principe en trekt, om carrière te maken,
altijd de kant van de overheid of de partijleiding. Kortom, hij is een
rasopportunist die geen mogelijkheid voorbij laat gaan om ergens een slaatje
uit te slaan. Vooral als het weer een mediaoptreden betekent. Dat was het begin
van een stroomversnelling aan ontwikkelingen.
Partijleider Samsom probeerde zo als
gebruikelijk de boel te sussen, door nog te zeggen dat het allemaal wel mee
viel en dat de uitspraken van de twee Turkse kamerleden te dik waren aangezet
in de krant. Maar hij zat er volkomen naast. Tijdens een fractievergadering
brak er een stevige ruzie uit die er in resulteerden dat de twee kamerleden uit
de fractie en gelijktijdig uit de partij werden gezet. Om dit te rechtvaardigen
werden ze er indirect van beschuldigd agenten van Erdogan in Nederland te zijn.
De twee gaan nu een eigen groep opzetten. Ze zeggen dat ze geen vertrouwen in
Asscher konden uitspreken, zoals Samsom had geëist, omdat ze dan monddood
geweest zouden zijn. Ze deden ook een aanval op de verharding, de verruwing en
de verrechtsing in de Nederlandse politiek, en dan vooral binnen de PvdA.
Wie van de twee kanten er gelijk heeft
is eigenlijk niet zo belangrijk. De PvdA top weet al heel lang dat Turkse leden
vooral Turkse belangen verdedigen en met behulp van bepaalde organisaties
worden gekozen. Het zelfde geldt trouwens voor Marokkaanse leden. Aan alle
kanten spelen er belangen die eigenlijk met de Nederlandse politiek niets te
maken hebben. Dat is allemaal bekend en er wordt over het algemeen niets tegen
gedaan. Onderzoeken komen er alleen als een alibi en om te voorkomen dat er man
en paard genoemd moeten worden. Ook deze keer is het niet anders. Intussen is
gebleken dat de twee Turkse leden zich al heel lang verzetten tegen bepaalde
beleidspunten van de partij die Turkse belangen raakten. Er was dus niets
nieuws onder de zon. Waarom dan toch deze uit de hand gelopen rel?
We kunnen alleen maar vaststellen dat
het een resultaat is van de principeloze houding van de PvdA, die zelfs voor
sociaal democraten heel ver gaat. Want de twee Turkse ex-leden zijn niet de
enige die zijn vertrokken. Eerder al nam iemand ontslag over de
Israel-Palestina kwestie, en nog daarvoor gooide iemand het bijltje er bij neer
over het illegaal verklaren van mensen zonder papieren. Een punt dat
uiteindelijk van tafel ging door principieel optreden van de Christen Unie, die
de PvdA links inhaalde. De conclusie van dit alles is dat mensen met principes
niet gewenst zijn in de PvdA. Sociaal democraten blinken nooit uit in
principieel gedrag, maar onder Samsom is alles wat nog over was het raam uit gegaan.
Samsom zelf kent geen enkel principe
dat hij niet zou inruilen voor een voordeeltje hier of daar. Hij is als
pragmatist uit Greenpeace gekomen en past deze visie nu overal op toe. Mensen
met principes of een ideologie begrijpt hij niet, omdat hij zelf geen ideologie
heeft en dus alles gewoon kan inleveren om zijn zin te krijgen. Zo ook is het
huidige kabinet tot stand gekomen. Een eindeloze uitverkoop van het kleine
beetje principes dat de sociaal democraten nog over hadden. Langzaam aan vult
Samsom de hele partij met figuren die dezelfde kijk hebben als hij. Dat betekent
verrechtsing van het ergste soort. Daar hebben de Turkse ex-leden gelijk in.
Zij kunnen nu rustig hun eigen belangen gaan dienen en de PvdA kan verder
wegzakken in het moeras. De laatste Turkse stemmers zullen nu net als velen
anderen voor hen, de partij de rug toe keren.
Samsom heeft de PvdA politiek bankroet
gemaakt en het verval is zo duidelijk dat je het van afstand kunt ruiken. Het
is een nieuw zwart hoofdstuk in het boek van de sociaal democratische
geschiedenis dat als titel
“Klassenverraad” draagt. Een boek dat binnenkort ergens ver achteraan op een
stoffige plank in een museum zal komen te staan. Dat is uiteindelijk het lot
van alle verraders.