donderdag 20 november 2014

HET BANKROET VAN EEN PRAGMATIST



Het is opnieuw een slechte week geweest voor de sociaal democraten. Niets nieuws, zullen velen roepen, want sinds het vormen van de huidige coalitie heeft de PvdA eigenlijk alleen maar slecht nieuws te incasseren gehad. Dat is natuurlijk de consequentie van het weggooien van alle verkiezingsbeloften en het vormen van een coalitie met de vijand, in dit geval de VVD. Deze keer echter kwam het slechte nieuws van binnen de partij en niet van de vele kiezers die de PvdA intussen de rug hebben toegekeerd, om nooit meer terug te komen op het sociaal democratische nest. Nu was het eindelijk echt bonje, en wel midden in de Kamerfractie. Samsom dacht de zaak nog te kunnen dempen. Maar zoals al zo vaak eerder sloeg hij weer de plank mis. Later we maar eens kijken hoe de sociaal democraten verder werkten aan hun eigen ondergang.

Het centrale punt van de meest  recente oprisping binnen de partij is het onderzoek dat de minister voor sociale zaken, Asscher, laat doen naar de activiteiten van 4 Turkse organisaties, waaronder Milli Gorus. Asscher heeft namelijk het idee dat de activiteiten en denkbeelden van deze organisaties de integratie in de weg staan.  Om hier achter te komen laat hij de organisaties volgen, iets wat de komende jaren aan de gang zal blijven. Op zich is dit onderzoek weer een soort schijnbeweging want het is al jaren duidelijk dat deze organisaties publiekelijk de integratie hoog in het vaandel hebben staan, terwijl men er aan de binnenkant niets van moet hebben. De Diyanet bijvoorbeeld, een van de genoemde groepen, is gewoon het Turkse ministerie van onderwijs en religie. Dat weet Asscher en dat weet iedereen die in die wereld een beetje thuis is. Een onderzoek is dus op zich niet nodig, want de feiten zijn bekent. Hij moet gewoon de Turkse regering zeggen hun bemoeizuchtige vingers uit Europese zaken te houden, omdat er anders consequenties dreigen. Maar omdat hij dat niet durft verschuilt hij zich achter al weer een onderzoek.

In plaats van een rel te schoppen met Erdogan en bijvoorbeeld Fethullah Gulen, die een zelfde bemoeizucht aan de dag legt, ontstond er een rel binnen de PvdA. Twee Turkse fractieleden, Kuzu en Ozturk, hadden heftige kritiek op het onderzoek in een landelijke krant en werden daarna aangevallen door het Marokkaanse PvdA kamer lid Marcouch, die zich opwierp als de grote pleitbezorger van Asscher.  Niet verwonderlijk want deze Marcouch heeft nog nooit blijk gegeven van een enkel principe en trekt, om carrière te maken, altijd de kant van de overheid of de partijleiding. Kortom, hij is een rasopportunist die geen mogelijkheid voorbij laat gaan om ergens een slaatje uit te slaan. Vooral als het weer een mediaoptreden betekent. Dat was het begin van een stroomversnelling aan ontwikkelingen.

Partijleider Samsom probeerde zo als gebruikelijk de boel te sussen, door nog te zeggen dat het allemaal wel mee viel en dat de uitspraken van de twee Turkse kamerleden te dik waren aangezet in de krant. Maar hij zat er volkomen naast. Tijdens een fractievergadering brak er een stevige ruzie uit die er in resulteerden dat de twee kamerleden uit de fractie en gelijktijdig uit de partij werden gezet. Om dit te rechtvaardigen werden ze er indirect van beschuldigd agenten van Erdogan in Nederland te zijn. De twee gaan nu een eigen groep opzetten. Ze zeggen dat ze geen vertrouwen in Asscher konden uitspreken, zoals Samsom had geëist, omdat ze dan monddood geweest zouden zijn. Ze deden ook een aanval op de verharding, de verruwing en de verrechtsing in de Nederlandse politiek, en dan vooral binnen de PvdA.

Wie van de twee kanten er gelijk heeft is eigenlijk niet zo belangrijk. De PvdA top weet al heel lang dat Turkse leden vooral Turkse belangen verdedigen en met behulp van bepaalde organisaties worden gekozen. Het zelfde geldt trouwens voor Marokkaanse leden. Aan alle kanten spelen er belangen die eigenlijk met de Nederlandse politiek niets te maken hebben. Dat is allemaal bekend en er wordt over het algemeen niets tegen gedaan. Onderzoeken komen er alleen als een alibi en om te voorkomen dat er man en paard genoemd moeten worden. Ook deze keer is het niet anders. Intussen is gebleken dat de twee Turkse leden zich al heel lang verzetten tegen bepaalde beleidspunten van de partij die Turkse belangen raakten. Er was dus niets nieuws onder de zon. Waarom dan toch deze uit de hand gelopen rel?

We kunnen alleen maar vaststellen dat het een resultaat is van de principeloze houding van de PvdA, die zelfs voor sociaal democraten heel ver gaat. Want de twee Turkse ex-leden zijn niet de enige die zijn vertrokken. Eerder al nam iemand ontslag over de Israel-Palestina kwestie, en nog daarvoor gooide iemand het bijltje er bij neer over het illegaal verklaren van mensen zonder papieren. Een punt dat uiteindelijk van tafel ging door principieel optreden van de Christen Unie, die de PvdA links inhaalde. De conclusie van dit alles is dat mensen met principes niet gewenst zijn in de PvdA. Sociaal democraten blinken nooit uit in principieel gedrag, maar onder Samsom is alles wat nog over was het raam uit gegaan.

Samsom zelf kent geen enkel principe dat hij niet zou inruilen voor een voordeeltje hier of daar. Hij is als pragmatist uit Greenpeace gekomen en past deze visie nu overal op toe. Mensen met principes of een ideologie begrijpt hij niet, omdat hij zelf geen ideologie heeft en dus alles gewoon kan inleveren om zijn zin te krijgen. Zo ook is het huidige kabinet tot stand gekomen. Een eindeloze uitverkoop van het kleine beetje principes dat de sociaal democraten nog over hadden. Langzaam aan vult Samsom de hele partij met figuren die dezelfde kijk hebben als hij. Dat betekent verrechtsing van het ergste soort. Daar hebben de Turkse ex-leden gelijk in. Zij kunnen nu rustig hun eigen belangen gaan dienen en de PvdA kan verder wegzakken in het moeras. De laatste Turkse stemmers zullen nu net als velen anderen voor hen, de partij de rug toe keren.

Samsom heeft de PvdA politiek bankroet gemaakt en het verval is zo duidelijk dat je het van afstand kunt ruiken. Het is een nieuw zwart hoofdstuk in het boek van de sociaal democratische geschiedenis dat  als titel “Klassenverraad” draagt. Een boek dat binnenkort ergens ver achteraan op een stoffige plank in een museum zal komen te staan. Dat is uiteindelijk het lot van alle verraders.