donderdag 11 februari 2016

HET GEZICHT VAN DE FEBRUARISTAKING 1941



Het is dit jaar 75 jaar geleden dat Amsterdam in staking ging tegen de Duitse Jodenvervolging en de bezetting in het algemeen. De staking, georganiseerd door de illegale CPN, was de enige anti-pogrom staking in Europa. Het verhaal van de Februaristaking is bij de meeste mensen bekend en ook in veel boeken en publicaties na te lezen. De heldendaden van de stakers kunnen ook niet vaak genoeg verteld worden. Zeker ook omdat er door het systeem alles aan gedaan is om de doorslaggevende rol van de communisten in de staking te ontkennen of weg te poetsen. Een proces dat nog steeds gaande is. Maar er zijn ook positieve initiatieven en die verdienen het om belicht te worden.

Van een aantal Februaristakers kennen we de namen; Dirk van Nimwegen, Willem Kraan en Piet Nak bijvoorbeeld. Allemaal mensen die bij het organiseren van de staking een leidende rol speelden. Willem Kraan kwam voor zijn verzetswerk voor het vuurpeloton, Dirk en Piet overleefde de oorlog. Maar er waren natuurlijk heel veel andere stakers die minder bekend zijn geworden. Wie waren al deze mensen en hoe is het hun vergaan? In eerste uren van de staking waren de meeste stakers ambtenaren; trambestuurders, mensen van de reiniging en de bestrating, maar ook kantoorpersoneel van de Gemeente Amsterdam. Later kwamen daar de arbeiders van de scheepswerven in Noord en ook veel winkelpersoneel bij. Een goed voorbeeld voor deze laatste groep zijn de meisjes van de Bijenkorf, die de winkel massaal verlieten en in staking gingen. Toch blijven de meeste stakers anoniem, ook nu nog

In de oorlog was dat natuurlijk ook juist de bedoeling. Maar nu, 75 jaar later, is het belangrijk dat de generaties van nu zich iets kunnen voorstellen bij de stakers. De meeste getuigen zijn intussen weggevallen en dat maakt het gevaar van vergeten alleen maar groter. Om dit te voorkomen is het Amsterdamse Stadsarchief met een initiatief gekomen om in ieder geval een aantal Februaristakers een gezicht te geven. Men wil niet alleen de persoonlijke verhalen van de stakers vastleggen, maar ook van zo veel mogelijk stakers een pasfoto achterhalen. Tot nu toe is dat met 36 stakers gelukt. Maar dat is nog maar een klein deel van de mensen die betrokken waren.

Uit documenten in het archief is gebleken dat  zeker 4.400 ambtenaren en werklieden van de gemeente aan de staking hebben deelgenomen. Hun namen zijn vastgelegd op een lijst die werd opgesteld op bevel van de Duitse bezetter. Het doel van de lijst was om de stakers te achterhalen zodat ze konden worden ontslagen of een korting zouden krijgen op het salaris. Op zich was het schandalig dat afdelingshoofden en andere leidinggevenden deze lijst opstelden, wetende wat de consequenties konden zijn. Maar de lijst is intussen al die jaren bewaard gebleven en vormt nu de basis voor het project. Misschien dat het document nu toch nog, na al die jaren, een wat meer positieve rol kan spelen. Naast foto’s is het ook de bedoeling dat er meer documenten over de stakers in het archief komen, zodat ook toekomstige generaties een beter beeld krijgen van de mensen die staakten en wat hun bewoog. Er zijn immers maar weinig documenten bewaard gebleven.  Naast het bekende stakingsmanifest is er maar een foto van de staking. De prent toont stakende trambestuurders in de Sarphatistraat. Meer is er op dit moment niet. 

Op de site van het Stadsarchief (https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/) staan de eerste foto’s afgedrukt en er is ook een link naar de lijst met namen te vinden. Iedereen die beschikt over informatie of foto’s van stakers kan met het archief contact opnemen. Omdat het belangrijk is dat er geen informatie verloren gaat, steunen wij de oproep van het Stadsarchief. Immers, met het voorbij gaan van de jaren wordt het gevaar steeds groter dat dergelijke zaken worden weggegooid of op een andere manier verdwijnen. Dat maakt het helder vertellen van het verhaal van de Februaristaking dan steeds moeilijker.

Zo als gebruikelijk wordt de staking op donderdag 25 februari herdacht bij het beeld van De Dokwerker  op het Jonas Daniel Meijerplein in Amsterdam. Omdat het 75 jaar geleden is dat de staking plaatsvond komt een lid van het Oranjegepeupel de herdenking bijwonen. Ook al bij eerdere speciale herdenkingen van de staking is dat gebeurd. Toch blijft dit een schandelijke vertoning. Terwijl de rol van de CPN in de staking nauwelijks aandacht krijgt tijdens de herdenking, gaan er wel uitnodigingen naar figuren die met de staking niets te maken hadden. De Oranjes waren voor de Duitsers gevlucht en hadden hun volk in de steek gelaten. Over de vele linken met de Nazi’s zullen we het op deze plaats maar niet hebben. Maar een figuur uit zo’n foute familie, en die ook nog een keer is getrouwd met de dochter van een Argentijnse fascist, heeft bij De Dokwerker niets te zoeken.

De aanwezigheid van dit soort figuren haalt de herdenking, die altijd een volksherdenking is geweest, naar beneden, en het gejuich van het organiserend comité over de Oranje aanwezigheid geeft aan hoe ver de comitéleden intussen weg staan van de Februaristakers en hun geschiedenis. Men heeft ook duidelijk geen oog voor de Joodse slachtoffers waar de stakers voor op de bres stonden. Geen enkele keer heeft Oranje opgeroepen tot hulp aan het Joodse volksdeel, terwijl de vervolging bekend was. Het waren de Amsterdammers en vele anderen die voor de Joden opkwamen, niet het feodale paleisgespuis dat nog steeds bezig is om haar eigen geschiedenis uit die jaren verborgen te houden. Dat het hierbij om een bruine geschiedenis gaat is intussen meer dan duidelijk. Zulke figuren zouden van de herdenking moeten worden uitgesloten, in plaats van dat zij met misplaatste eer worden ontvangen.

Mientje ten Dam- Pooters

Op vrijdag 29 januari 2016 overleed Mientje ten Dam-Pooters op 99 jarige leeftijd in Amsterdam. Tijdens de Februaristaking deelde Mientje het stakingsmanifest uit, en later haalde ze haar collega’s van het naaiatelier, waar ze werkte, over om in staking te gaan. De hele groep trok richting de Jordaan. Later bracht ze de illegale Waarheid rond.  Mientje’s broer, Pam Pooters, was een van de leidende leden van de Amsterdamse verzetsgroep CS-6, en hij en een aantal andere leden van de groep werden door de Duitsers gefusilleerd. Haar zus Nel, die ook in de groep zat, werd ook opgepakt en overleefde verschillende concentratiekampen. Mientje had vaak leden van CS-6 in huis en hielp ook Joodse onderduikers. Ze bleef altijd uit handen van de Duitsers, hoewel het een aantal keren maar weinig scheelde.

Na de oorlog bleef Mientje over haar belevenissen vertellen om te waarschuwen tegen het fascisme, en de resultaten van racisme en uitsluiting. Later deed ze dit ook op scholen. De herdenking van de Februaristaking sloeg ze nooit over, tot het niet meer ging. Ze kon geen onrecht zien en is tot het laatste toe strijdbaar gebleven. Op de Nieuwe Oosterbegraafplaats is ze begraven, naast Nel.  Het is passend dit kleine eerbetoon af te sluiten met haar eigen woorden. “In het verzet waren er geen grote of kleine rollen. Of je nu gewapend was, of een krantje rondbracht, voor de moffen maakte het niets uit. Je riskeerde steeds de doodstraf, zo simpel was het. Dat wisten we allemaal.”