donderdag 8 februari 2018

DE POLITIEKE ZWALKERS VAN DE SOCIAAL DEMOCRATIE

Het blijft een vreemd fenomeen; steeds opnieuw verraden de sociaal democraten de arbeiders, en toch blijven er altijd mensen die hun vertrouwen in deze stroming blijven uitspreken. Het lijkt wel als of de lessen gewoon nooit geleerd worden. Toch is het allemaal zo duidelijk, met als meest recent voorbeeld Duitsland, waar de SPD weer hard op weg is om Merkel aan een meerderheid te helpen. Dit gaat in tegen de wil van de kiezers, maar wanneer hebben de sociaal democraten zich wat van de kiezers aangetrokken? Binnenkort zijn ook hier weer verkiezingen voor de gemeenteraden, en vanuit de oppositie zal de PvdA zich weer voordoen als linkse partij. Misschien moeten we toch maar eens wat voorbeelden uit het verleden voor het voetlicht halen, om de rol van de sociaal democraten beter te begrijpen.

Hoewel de sociaal democratische partijen ooit met de beste intenties werden opgericht, bleek al in de beginperiode dat de stroming zich niet leende voor revolutie, maar veel meer ging optreden als politieagent voor de arbeidersklasse, die de mensen voor de heersers onder de duim moest houden. De voorloper van de huidige PvdA, de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) kent een geschiedenis die we in dezelfde vorm tegen komen bij gelijksoortige partijen in de hele wereld. Laten we beginnen met een voorbeeld van nog voor de Eerste Wereld Oorlog, een periode waarin de sociaal democraten trotse tegenstanders waren van iedere vorm van oorlogvoering. Hun oplossing voor eventuele oorlogen en conflicten was simpel; laat de arbeiders weigeren om aan een oorlog tegen hun broeders uit andere landen deel te nemen, dan gaat er niemand meer vechten en kan de oorlog niet door gaan. Algemene stakingen zouden ook een probaat middel zijn. Het klonk allemaal prachtig en ook uitvoerbaar. Alleen bleek al meteen bij het uitbreken van de Eerste Wereld Oorlog dat de sociaal democraten er in de praktijk niet voor voelden om hun eigen plan uit te voeren. Ze stemden massaal voor de oorlogskredieten, en het conflict kon gewoon doorgang vinden. Alleen de linker vleugels waren tegen, en de splitsing die op deze wijze ontstond leidde, samen met andere factoren, tot het ontstaan van de communistische partijen.

Na dit verraad zijn de sociaal democraten altijd blijven zwalken. Weliswaar riep Troelstra in 1918 voor een kort moment de revolutie in Nederland uit. Maar deze oproep werd al snel ingetrokken, en als een vergissing neergezet. Troelstra zou te emotioneel hebben gehandeld. De SDAP had andere plannen; men wilde geaccepteerd worden als een gewone politieke partij om de isolatie te doorbreken. Natuurlijk vertrouwde de heersende klasse de zogenaamde “rooien” niet, maar men maakte er wel gebruik van. Een goed voorbeeld is Koos Vorrink, begonnen als leider van de jeugdbeweging, de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en later de voorzitter van de SDAP. Vorrink was een goed organisator, en een overtuigd anticommunist, iets wat binnen de heersende klasse als interessant werd ervaren. Zijn karakter geeft een goed beeld van de handelwijze van de SDAP, en hoe er werd gedacht. Vorrink sprak zich heftig uit tegen het fascisme, en toen Hitler aan de macht kwam was hij in Duitsland. Samen met andere sociaal democraten, en gekleed in Reichsbanner uniform, nam hij stelling in een gebouw van de arbeidersbeweging. Men verwachtte een aanval van de Nazi’s en wilden het gebouw verdedigen. Maar de Nazi’s kwamen niet (dat deden ze pas veel later) en er kwam dus ook geen gevecht. Vorrink keerde terug naar Nederland, en bleef zich hier tegen het fascisme uitspreken, gelijktijdig het communisme veroordelend in ongeveer dezelfde termen. Hij hield dit vol, ook toen de oorlogsdreiging in de jaren 30 steeds meer toenam. Een consequente houding, zou je kunnen denken, want hij leek klaar voor een rechtstreekse confrontatie met de Nazi’s.

Maar dat bleek toch iets anders te liggen. Vorrink en andere sociaal democraten kwamen op het idee om lid te worden van de Burgerwacht. Men wilde deze organisatie gebruiken om tegen het fascisme te vechten. Een vreemde gedachtegang omdat de Burgerwacht een oerconservatieve club was, die ooit was opgericht om de revolutie van Troelstra af te wenden. De meeste leden waren ex-militairen en aanhangers van alles wat oranje was. Vorrink wilde dus intreden in een organisatie die ooit tegen zijn eigen partij was opgericht, in plaats van een gemeenschappelijk front te zoeken met andere arbeiders partijen. Binnen de SDAP was er oppositie, maar Vorrink zette door. Er kwamen binnen de Burgerwacht zogenaamde “moderne vendels”, die bestonden uit leden van de SDAP en de vakbonden. Deze vendels functioneerden nog steeds toen de Duitsers Nederland binnen vielen in mei 1940. In de dagen voor de inval was de oorlogsdreiging overal voelbaar. Na het voorgaande zou je dus denken dat hierdoor Vorrink en zijn partij ook steeds strijdbaarder zouden worden.

Maar ook dat bleek weer tegen te vallen. Door de dreiging van een inval werden alle 1 Mei demonstraties door de regering verboden. Maar in de avond mocht Vorrink wel spreken op een grote bijeenkomst op het Frederiksplein in Amsterdam. SDAP en AJC leden trokken massaal naar het plein om hun geliefde leider te horen spreken. Het zou immers een vlammende toespraak worden. De hooggespannen verwachtingen werden de bodem ingeslagen. Vorrink zei dat de oorlog dichtbij was, maar van zijn normale antifascistische houding was geen sprake meer. Hij riep zelfs niet op tot verzet in geval van een Duitse bezetting. De aanhang keerde diep teleurgesteld huiswaarts. Er was immers niets van hun grote voorbeeld uit gegaan, juist in het uur dat dit zo nodig was. Het was een teken aan de wand; de SDAP is nooit als partij in verzet gegaan, zoals de CPN en de RSAP wel deden. Individuele leden kwamen wel in actie, maar een SDAP verzetsorganisatie is er nooit geweest. Ook bleef samenwerking met de CPN onbespreekbaar.

Maar we lopen op de zaak vooruit. Toen de inval eenmaal een feit was trok Vorrink naar Amsterdam waar hij de stad met het moderne vendel van de Burgerwacht tegen de Duitsers wilde verdedigen. Hij heeft nooit ingezien hoe onzinnig dit plan was, en kreeg ook geen tijd om hier over na te denken, want toen de capitulatie kwam raakte hij totaal de kluts kwijt. Hij was als de dood om door de Duitsers te worden opgepakt, en liet zich naar IJmuiden brengen om met een schip naar Engeland over te steken. Zijn uniform van de Burgerwacht was verdwenen, en zijn heldhaftigheid ook. Toen bleek dat er geen schip was met een plek voor hem, heeft hij op zijn knieƫn op de kade liggen smeken, om toch maar ergens aan boord te komen. Maar het feest ging niet door en hij keerde diep teleurgesteld terug naar Amsterdam. Hij wilde niemand meer spreken, en liet zijn organisatie in feite in de steek.

Het klopt dat hij in de bezettingstijd wel wat dingen voor het verzet deed, meestal ging het om het schrijven van artikelen, maar een organiserende kracht is hij nooit geweest. Hij werd uiteindelijk gearresteerd tijdens het zogenaamde “England Spiel”, niet omdat hij zo’n grote rol in het verzet speelde, maar omdat hij opnieuw bezig was om naar Engeland over te steken. Hij dacht dat hij daar onmisbaar zou zijn. Uiteindelijk kwam hij in Sachsenhausen terecht waar hij in een aparte barak zat en overleefde. Veel van zijn oude kameraden hadden dit geluk niet. Nu zou je kunnen tegenwerpen dat de handelswijze van Vorrink het politiek zwalken van een individu met zwakheden is. Maar Vorrink was niet zo maar een partij leider, zijn invloed op de SDAP was enorm en doorslaggevend.

Toen Nederland bevrijdt was in 1945 kon het contrast niet groter zijn. De CPN was de verzetspartij bij uitstek en had 70% van haar kader verloren. De SDAP had zich bijna overal buiten gehouden, maar stond wel in de rij om baantjes in te pikken nu het weer veilig was. De CPN was er van overtuigd dat er een doorbraak zou komen, als beloning voor het voorbeeldige verzetswerk van de partij, en dat de organisatie samen met de SDAP een grote arbeiderspartij zou vormen om een nieuw Nederland op te bouwen. De doorbraak kwam er, maar niet richting de CPN. De SDAP ging samenwerken met de conventionele partijen, en veranderde haar naam naar verloop van tijd in Partij van de Arbeid. Men volgde trouw alle instructies van de heersende klasse op, en het noemen van het woord socialisme gebeurde alleen nog maar op een symbolische manier en om delen van de achterban gerust te stellen. Een vertegenwoordiger van de arbeiders is de PvdA nooit geweest. Het werd een bestuurderspartij die zich alleen tijdens verkiezingscampagnes wat van de arbeiders aantrok. Dat is ook nooit meer veranderd. Niet onder Vorrink, niet onder Drees of Den Uyl, en zeker niet onder de leiders uit de meer recente jaren.

Zelfs Joop den Uyl, die in de jaren 70 van de vorige eeuw als een bevlogen iemand werd gezien, maakte deze reputatie niet waar. Tijdens de Lockheed affaire, toen Prins Bernhard steekpenningen bleek te hebben aangenomen om vliegtuigcontracten door te drukken, had Den Uyl de kans om voor altijd af te rekenen met het huis van oranje. Hij liet die kans liggen en als een goed sociaal democraat koos hij de kant van de heersers. Als hij toen zijn verantwoordelijkheid had genomen waren we nu voor altijd van de oranje parasieten verlost geweest. Opnieuw verraad dus, een handelswijze die als een rode draad door de geschiedenis van de sociaal democratie heen loopt. Zowel in binnen als buitenland. Verraad van de eigen leden, en de arbeidersklasse in zijn totaliteit.

We hebben intussen een eeuw van sociaal democratische politiek bekeken, en kunnen alleen maar concluderen dat de sociaal democratie, of het nu gaat om de PvdA, GroenLinks of de SP, op geen enkele wijze de belangen van de arbeiders voorop stelt. Integendeel, er is steeds opnieuw grote schade aangericht. Vanaf de Eerste Wereld Oorlog tot aan het loslaten van de 65-jarige pensioenleeftijd, en alles was daar nog tussen in valt, zien we alleen maar verraad, geschonden beloften en leugens. Laten we de fouten uit het verleden in maart niet opnieuw maken. Stemmen voor de sociaal democratie, in welke vorm dan ook, is stemmen voor de heersende klasse. Niet meer en niet minder.