donderdag 11 augustus 2016

47 JAAR GELEDEN; DE SLAG OM DE BOGSIDE



Deze maand is het precies 47 jaar geleden dat de bewoners van de Bogside in Derry, Noord Ierland, hun wijk met man en macht verdedigden tegen de politie. Een confrontatie die de geschiedenis in is gegaan als de “Slag om de Bogside’. Deze veldslag is later een beetje in de schaduw van Bloody Sunday komen te staan, maar toch was het een keerpunt in de geschiedenis van Derry, en eigenlijk heel Noord Ierland. Een periode van 3 dagen die door alle betrokkenen nooit vergeten zal worden.

Derry in 1969 was een roerige stad. De Beweging voor Burgerrechten had de mensen wakker geschud en al maanden waren er demonstraties, marsen en rellen. Voor alle duidelijkheid; in deze periode ging het niet om een Verenigd Ierland of zelfs de Ierse identiteit. Het was veel meer dat vooral de nationalistische bevolking in opstand kwam tegen de armoede, de werkloosheid en de discriminatie tegen katholieken, die was ingebakken in het door de Unionisten bestuurde regeringssysteem. Men voelde zich machteloos en achtergesteld, en daar moest nu maar eens een einde aan komen. De Unionisten kende maar een antwoord; keihard politieoptreden tegen demonstranten en wie er ook maar toevallig in de weg liep. Als tegenpool werd de Derry Burgerweer opgericht ter bescherming van de wijk en haar bewoners. De Noord Ierse politie, de RUC, was maar al te bereid om in de aanval te gaan en hier bij viel zeker 1 dode en velen gewonden. Dit schrok de bevolking van Derry, en zeker de jongeren, echter niet af. In tegendeel, het moedigde de activisten alleen maar aan om door te zetten.

Beide kanten in het conflict keken al uit naar het zogenaamde Oranjemarsen seizoen, omdat werd verwacht dat dan de grote confrontatie zou komen. In Derry namen de marsen de vorm aan van de zogenaamde “Apprentice Boys Parade”, een jaarlijks terugkerend gebeuren, op 12 augustus, dat door de bewoners van de Bogside als vernederend en provocatief werd gezien. De mars was een verheerlijking van de Apprentice Boys, de leerjongens, die de stadsmuren in een ver verleden tegen de katholieken hadden verdedigd. Ieder jaar trokken de Apprentice Boys triomfantelijk over de stadmuren die langs de Bogside lopen. Met muziek en veel provocaties vierden ze hun overwinning. Tot 1969, toen de jongeren van de Bogside en de andere Republikeinse wijken besloten dat het nu genoeg was geweest. Ze zouden niet meer met zich laten spotten. De spanning liep zelfs zo hoog op dat er over werd gedacht de mars maar af te zeggen. Maar dat pikten de hardliners natuurlijk niet, dus ging men zo als gebruikelijk op mars.

Toen de Apprentice Boys in de buurt van de Bogside kwamen werden ze uitgejouwd en uitgescholden. Zo als gebruikelijk bleven zij provoceren en kort daarna vlogen de eerste stenen en flessen. Hoewel een groot deel van de mars snel doorliep, bleef een aantal Apprentice Boys achter om samen met de politie de strijd met de Bogside jeugd aan te gaan. Tot nu toe was er sprake van een rel zoals die zo vaak in Derry voorkwam in die tijd. Maar al snel werd het anders. De politie bestormde de Bogside en probeerde de jongeren terug te dringen. Dit was een keerpunt, want op dat moment kregen steeds meer bewoners het gevoel dat de politie uit was op bloed en dat het nodig was om de wijk tegen deze barbaren te beschermen. De jongeren, die tot nu toe de strijd hadden gevoerd, kregen hulp van arbeiders, werklozen, ambtenaren en wie er ook maar in de buurt was.

Het verzet werd nu door de Derry Burgerweer georganiseerd. Er werden barricades gebouwd en stenen en flessen aangevoerd. Dit gebeurde deels onder leiding van Bernadette Devlin, die intussen een behoorlijk revolutionaire reputatie had opgebouwd. De politie, die had gedacht de zaak snel op te lossen, kwam nu onder een spervuur van stenen en flessen te liggen. Bouwmateriaal was er immers genoeg voor handen, dus over munitie hoefde de verdedigers niet in te zitten. Steeds meer smerissen werden omver gekegeld, of moesten zich gewond terug trekken. Er werd traangas ingezet, maar dat bleek ook al niet te helpen. Volgens Bernadette Devlin was het best te doen als je eenmaal aan het gas gewend raakte. Ze was dan ook regelmatig te zien in een wolk traangas, gewapend met een megafoon. Voor de huizen stonden emmers water met sponsen klaar om de ergste effecten van het traangas te bestrijden.

De slag duurde al uren en de politie ging zelfs stenen teruggooien. Dit tot groot plezier van de Bogside jongeren die steeds meer vastbesloten raakten om de strijd koste wat kost te winnen. De politie kreeg versterking, en in feite werd iedere smeris in Derry in gezet. Maar het hielp weinig. Er kwamen steeds meer barricades en de jongeren gooide nu ook stenen naar beneden van de hoge flats. In de nacht en ook de volgende dag ging de strijd gewoon door. Bijna alle wijkbewoners waren nu betrokken. Er werd benzine gekocht en nu begon de productie van benzinebommen pas goed op gang te komen. Vrouwen en meisjes maakten de projectielen en in een aantal huizen ontstonden echte benzinebomfabriekjes. Het was werk aan de lopende band.

De jongeren gooiden nu ook de benzinebommen van de hoge flats boven op de rijen politie beneden en dat had enorm veel effect. De smerissen waren doormoe en bang om getroffen te worden. Steeds opnieuw moesten ze terug om, aangespoord door hun meerderen, weer naar voren te stormen. Daar werden ze onthaald op meer stenen en brandende benzinebommen die van alle kanten leken te komen. Het begon er steeds meer op te lijken dat de politie de strijd, die nu al drie dagen onafgebroken duurde, aan het verliezen was. De bewoners, begeleid door de illegale zender “Radio Free Derry” voelde de overwinning al aankomen. Maar er was nog wel een zorg; als de politie het moest opgeven was de kans groot dat zij zouden worden vervangen door de B Specials. Dit was een militaire politie organisatie die zwaar bewapend was en zeer antikatholiek. Het was niet veel meer dan een moordenaarsbende die in het verleden al veel slachtoffers had gemaakt.

Tot op dat moment had de IRA eigenlijk geen echte rol in de strijd gespeeld, maar nu de B Specials dreigden te worden ingezet begonnen de wijkbewoners bij bekende IRA leden te informeren of er misschien ook geweren of andere wapens in de wijk aanwezig waren. Tegen de B Specials zouden immers stenen en benzinebommen niet voldoende zijn. Veel wapens waren echter niet voor handen, dus vreesde men het ergste. Maar van opgeven kon natuurlijk geen sprake zijn. Iedereen was op het ergste voorbereid.

Maar het liep anders. De Britse regering in Londen had de 3 daagse strijd natuurlijk ook op de voet gevolgd en vreesde dat de Noord Ierse regering de B Specials op de bewoners van de Bogside zou laten schieten met alle gevolgen van dien. Er werd besloten om het Britse leger naar Derry te sturen, niet om de strijd voort te zetten, maar om de vechtende partijen te scheiden. Voor de bewoners kwam dit als een grote verrassing en ook een bewijs dat ze de politie verslagen hadden, wat ook klopte. Het leger kreeg zijn orders uit Londen en niet uit Belfast en kon dus een soort neutrale positie innemen. De soldaten zouden niet de wijk intrekken en de barricades zouden worden gerespecteerd.

Echter niet iedereen was blij met de komst van de soldaten. Bernadette Devlin hield de jongeren voor dat het leger de vertegenwoordiger van het imperialisme was en dat de soldaten dus niet welkom waren. Zij geloofde niet in de goede bedoelingen, en later bleek dat ze volkomen gelijk had gehad. Maar zo ver was het nog niet. De wijkbewoners vierde hun overwinning en waren opgelucht dat een confrontatie met de B Specials achterwege was gebleven. Gelijktijdig was dit de geboorte van “Free Derry”, het vrije Derry. De wijk liet geen politie en leger toe en bestuurde zichzelf. De saamhorigheid die tijdens de gevechten zo sterk was geworden maakte dat alle problemen intern konden worden opgelost. Free Derry was een kleine staat op zichzelf geworden, waar de buitenwereld met verwondering naar keek.

Natuurlijk was dit alles de Unionisten en ook Londen een doorn in het oog. Men wilde zo snel mogelijk een einde aan deze toestand maken, maar dat bleek lastig en de bewoners van de Bogside gaven nergens meer aan toe. De relatie met het Britse leger verslechterde snel en binnen niet al te lange tijd hadden de jongeren van de Bogside en de Creggan een nieuwe vijand gevonden. Maar dat is een ander verhaal.

Free Derry bewees dat een gemeenschap zichzelf zonder problemen kan besturen en dat er geen enkele noodzaak voor politie, leger en andere repressiemiddelen is. Een eigen organisatie ter verdediging van de wijk bewaakte de veiligheid en loste problemen op. Voor de RUC hoefde niemand meer bang te zijn, en de Noord Ierse regering had in de wijk niets meer te zeggen. Om geen misverstand te laten bestaan over de status van de wijk stond er op de gevel van een huis, aan de rand van het district, met grote letters geschreven: “You are now entering Free Derry” (Je betreedt nu het Vrije Derry). Het huis is intussen afgebroken, maar de gevel en de tekst staan er nog steeds. Free Derry leeft, ook vandaag nog.