Het oude jaar is nog maar net buiten
de deur gezet, en we staan al weer op de drempel van een nieuw verkiezingsjaar.
In 2017 zagen we parlementsverkiezingen, met als resultaat het kabinet dat
niemand wilde. Toch zitten we er mee opgescheept, en dat mag gerust een
waarschuwing zijn voor dit jaar. 2018 is het jaar van de
gemeenteraadsverkiezingen. Wat een feest van de “democratie” zal dat weer
worden. Er komen weer van muur-tot-muur beloften, politici laten zich weer in
de zon fotograferen, en de rode potloden worden al weer geslepen. En allemaal
hopen ze hetzelfde: dat we de rotzooi vergeten die ze in de afgelopen 4 jaar
hebben gemaakt. Als we er nu samen in slagen om dat niet te laten lukken, zal
het misschien toch nog ons feestje worden.
Laten we beginnen met het voornemen om
de lokale politici die onze stem willen niet te geloven. Ze zullen allemaal
weer doen of dat ze ons 4 jaar willen dienen, zo goed als het maar kan. Dit is
totale onzin. Heel veel van de kandidaten die er nu om smeken om lid te mogen
worden van een gemeenteraad, gooien het bijltje er voortijdig bij neer. Een
aantal zelfs al in het eerste jaar. Redenen zijn er voldoende te vinden; een
kleine greep: “het werk binnen een gemeenteraad is minder uitdagend dan ik
dacht”, “ik ben teleurgesteld omdat ik niet echt een verschil kan maken”, “ik
wil meer tijd voor mijn familie vrijmaken”, “ik krijg geen kans om me te
ontplooien”. Het zijn mooie woorden, maar meestal betekend het gewoon dat men
een beter betaalde baan heeft gevonden. Dan zijn de beloften aan de kiezers
natuurlijk meteen vergeten. We leven immers in een kapitalistische
maatschappij, dus uiteindelijke telt alleen het geld.
Zeker zijn er ook raadsleden die echt
teleurgesteld zijn. Meestal komen zij uit linkse hoek. Ze hebben ontdekt dat
een gemeenteraad gewoon het beleid van de heersende klasse moet uitvoeren, net
als het parlement, en net als de regering. Op het eerste gezicht zou je dan
respect voor zo iemand kunnen hebben. Maar dat is misplaatst; iedereen met een
beetje bewustzijn moet kunnen begrijpen dat een gemeenteraad, net als het
college, gewoon een verlengstuk van het systeem is. Acties en beslissingen die
tegen het systeem in gaan zullen dus nooit worden getolereerd. Als raadslid
moet je mee in de stroom, en doe je dat niet, dan ben je snel geïsoleerd, en
vervolgens mag je helemaal vertrekken. Vroeger dachten we nog dat je een
raadszetel zou kunnen gebruiken als een platform voor de actie buiten. Maar
intussen is het systeem zo dichtgetimmerd, dat je ook op die manier geen enkele
kans maakt. Het systeem staat het niet toe, en sterker nog, je eigen partij zal
het in de meeste gevallen niet toe staan. Men wil er immers bij horen, en dan
zijn zwarte schapen een lastig verschijnsel.
Dan was er ook nog het idee dat een
raadszetel informatie zou opleveren, die in het belang van de bewoners gebruikt
zou kunnen worden. Ook dat idee is totaal van de baan. Het systeem gunt niemand
de kans om echt in de keuken te kijken. Zeker, een raadslid mag pogingen doen
om bepaalde zaken los te krijgen. Maar er zullen zoveel obstakels worden
neergezet, dat een zoektocht naar de juiste informatie meer een slijtageslag
wordt. Na 100 keer je neus stoten tegen dezelfde muur is de lol en natuurlijk
behoorlijk af. Conclusie; een gemeenteraad doet niets anders dan braaf het
beleid van de heersende klasse afstempelen en uitvoeren. Misschien kan er nog
wat in de marges gekriebeld worden, maar dat zal later nutteloos blijken.
Bezighouden, en intussen het zicht ontnemen. Meer is het echt niet.
Het klopt dat de overheid in de
laatste jaren steeds meer taken naar de gemeentes heeft overgedragen. Je zou
dus denken dat dit de gemeenteraden en de colleges meer belangrijk maakt en dus
ook meer macht geeft. Niets is minder waar. De extra taken zijn er gekomen,
maar ook de instructies over hoe ze moeten worden uitgevoerd. Als het op een
andere manier wordt geprobeerd dan is voorgeschreven, dreigt de overheid meteen
het geld, dat naar de gemeentes gaat, te korten. Zo zijn de gemeentebestuurders
nog meer onder controle gebracht. Ze mogen de bezuinigingen en andere
vervelende maatregelen aan de kiezers doorgeven, maar nauwelijks zelf het
beleid maken. De druk van twee kanten zal dus altijd toenemen. Het is een
voortdurend machtsspel waarbij de bewoners en dus ook de kiezers altijd
verliezen.
Natuurlijk is er ook corruptie, maar
dat wordt hier altijd goed verborgen, of komt onder een andere naam naar
buiten. Wat te denken van wethouders die opdrachten verdelen aan bedrijven, en
later, na hun politieke loopbaan, bij diezelfde bedrijven een mooie baan
opdoen? Het komt regelmatig voor, maar men ziet het als heel normaal. Echte
onderzoeken zijn er nauwelijks, en als het al gebeurd duurt het zo lang dat na
verloop van tijd iedereen de draad kwijt is. Hoe we er ook naar kijken, we
hebben van de gemeenteraden, en dus ook de verkiezingen niets te verwachten.
Niet als bewoners, en al helemaal niet als politieke activisten.
Daarom ook is ons advies voor de
verkiezingen van maart precies hetzelfde als bij alle andere recente
verkiezingen: stem niet of stem blanco. Alleen als er op lokaal niveau een
communistische partij mee doet is het de moeite waard om te stemmen. Waar op
dat gebied de mogelijkheden liggen gaan we nog inventariseren, en hier komen we
in de aanloop naar de verkiezingen op terug. Maar een ding moet duidelijk zijn;
laat niemand er op vertrouwen dat de verkiezingen iets zullen veranderen. Dat
is een totale illusie die naar voren wordt geschoven om ons het idee te geven
dat we ook nog wat te zeggen hebben. Die illusie zullen we met alle middelen
bestrijden.
Verlengstukken en instellingen van het
systeem zullen nooit in ons voordeel werken. Laten we dat vooral niet vergeten.
Hun regels zijn niet de onze, en hun gemeenteraden zijn dat al evenmin. Het
beleid van de heersende klasse zal door verkiezingen nooit veranderen, alleen
als we dat beleid eigenhandig vernietigen hebben we een kans. En daar komt geen
enkel rood potlood aan te pas.