Deze week is het precies 100 jaar
geleden dat in Rusland de Oktober Revolutie uitbrak. Een revolutie die
uiteindelijk zou leiden tot de Sovjet Unie. Intussen is ook de Sovjet Unie al
weer geschiedenis, en eigenlijk wacht de wereld nog steeds op de socialistische
maatschappij waar Marx, Engels, Lenin en vele anderen kameraden voor hebben
gewerkt en gestreden. Na 100 jaar moeten we ons de vraag stellen of we dichter
bij die socialistische maatschappij zijn gekomen, of is de omslag nu verder weg
dan ooit? In deze dagen is het goed om bij deze vraag stil te staan. Want we
leven in een veranderende wereld, alleen moeten we ons steeds opnieuw afvragen
of die veranderingen wel verbeteringen zijn. Hebben we nog wel een rode
toekomst, of moeten we het doen met een rood verleden?
Het staat zonder twijfel vast dat de
Oktober Revolutie het meest inspirerende moment is geweest in de geschiedenis
van de linkse beweging. Geen enkele andere ontwikkeling heeft zoveel
organisaties, partijen en individuen geïnspireerd, en tot daden aan gezet. Het
rode licht uit het oosten werkte als een krachtbron en in veel gevallen als
brandende fakkel die de weg wees. Toch moeten we niet vergeten dat het
eigenlijk nooit de bedoeling is geweest om een socialistische revolutie te
ontketenen in een feodaal en achtergebleven land als het Rusland, dat door de
Tsaren was gevormd. De bedoeling was dat de eerste echte revolutie zou
plaatsvinden in een geïndustrialiseerd land met een sterke arbeidersklasse, die
de dragende kracht van de omwenteling zou zijn. Marx en Engels dachten hierbij
aan landen als Duitsland, Engeland en Frankrijk. Als in een van die landen een
revolutie succesvol zou worden doorgevoerd, zou er een sneeuwbaleffect van start
gaan. Maar door omstandigheden werd het Rusland, en dat maakte het creëren van
een sneeuwbaleffect veel moeilijker.
De revolutie was een succes en de
communistische partij greep de macht, maar de problemen waren enorm en complex.
Het is niet de bedoeling om dit hele proces te beschrijven, maar we kunnen er
wel een paar verworvenheden uithalen, en als lichtend voorbeeld gebruiken. De
nieuwe machthebbers slaagden er binnen heel korte tijd in om de industrie in
Rusland echt van de grond te krijgen. Een industrie die cruciaal was toen de
Sovjet Unie in 1941 door Nazi-Duitsland werd aangevallen. Het feodale werd
uitgebannen, hoewel dit een hele strijd was, en de industriearbeider ging een
doorslaggevende rol spelen. Hoewel de problemen immens waren, werd het leven
voor de bevolking stap voor stap beter. Maar er gebeurde veel meer. Het oude
Rusland kende een bevolking die voor een groot deel analfabeet was. Er werd nu
een campagne in gang gezet om binnen maar een paar jaar grote delen van de
bevolking te leren lezen en schrijven. De campagne was een groot succes en voor
veel mensen ging er een nieuwe wereld open.
De honger naar kennis en literatuur
nam ongelooflijke vormen aan. Dit is nooit meer veranderd. Het mooiste
voorbeeld van deze verworvenheid is te zien tijdens het beleg van Leningrad
door de Duitsers vanaf de herfst van 1941. Dit beleg duurde 900 dagen, met als
dieptepunt de winter van 1941-1942 toen er massaal honger en koude werd geleden,
omdat de voorraden maar mondjesmaat door de blokkade heen kwamen. Je zou
verwachten dat tijdens een dergelijke ramptoestand mensen aan andere dingen
zouden denken als lezen en studeren. Maar het omgekeerde was het geval. De
bibliotheken, die steenkoud waren door het gebrek aan brandstof, zaten overvol.
Er werd gelezen, geleerd en gestudeerd als of er geen oorlog bestond. Het is
meer dan eens voorkomen dat mensen tijdens het lezen van uitputting stierven.
Hoe groot de honger ook was, de honger naar kennis was nog veel groter. Zonder
de revolutie van 1917 was dit proces nooit in gang gezet. De oude machthebbers
wilden immers een domme bevolking die niet voor zichzelf kon opkomen. Dat juk
hebben de communisten afgeworpen, en ook in het huidige Rusland is dit proces
nog steeds gaande. De mensen kennen de waarde van kennis en wetenschap.
Toch is de Sovjet Unie uiteindelijk
ten onder gegaan. Wat Nazi-Duitsland niet lukte kreeg het westen uiteindelijk
voor elkaar toen de leiding verslapte, en de verkeerde mensen posities kregen.
Het experiment, want dat was het, slaagde niet, maar hield wel heel lang stand.
Zelfs nu nog kunnen we gerust zeggen dat het huidige Rusland weer een
wereldmacht is omdat de Sovjet Unie de weg hiervoor heeft vrijgemaakt. Door het
westen wordt dit negatief uitgelegd, maar de bevolking weet wel beter. Deze
feiten zijn het westen een doorn in het oog, vandaar ook de hedendaagse
spanningen. Het westen dacht de Sovjet Unie te hebben verslagen, maar Rusland
stond op. Dit laatste is in ons aller belang omdat het de enige echte
tegenmacht vormt, tegen het door Amerika gedomineerde westerse imperialisme.
Het bovenstaande is de realiteit, maar
geeft nog niet aan hoe het nu verder moet met de revolutie. Kunnen we het idee
van een revolutie in de kast zetten, of is er toch nog een kans? Laten we er
eerst maar eens met een dosis pessimisme naar kijken. Het idee van het
socialisme, en dus ook de revolutie, is door de westerse elite enorm zwart
gemaakt. Er is geen ideologie waar zoveel over is gelogen, en die zo in het
negatieve is getrokken als het communisme. Bij andere stromingen zie je dat
veel minder. De reden is de angst die de heersers ook nu nog hebben voor onze
ideologie. Zij weten beter dan wij zelf dat alleen deze ideologie hun
heerschappij op termijn kan bedreigen. Vandaar de leugens, de zwartmakerij en
de intimidatie van iedereen, die de moed heeft om zich bij de communistische
beweging aan te sluiten. Helaas zien wij zelf vaak niet wat een enorm wapen we
in handen hebben.
Links is verdeeld en versplinterd, en
in veel gevallen ver verwijdert van de noden en eisen van de mensen. Dit heeft
grote delen van de arbeidersklasse van de beweging vervreemd. De zaken waar
veel linkse groepen zich mee bezighouden worden door de bevolking als niet echt
van belang gezien, terwijl de echte belangrijke punten door veel linkse organisaties
worden genegeerd. Als we kijken waar de bevolking mee worstelt, nog afgezien
van de economische kant, kunnen we vaststellen dat er een paar dingen zijn die
steeds terugkomen. Men heeft het gevoel de controle kwijt te zijn over het
eigen leven, over de eigen omgeving en zelfs over het eigen land. De eigen
identiteit, die een grote rol speelt, is door het streven naar een Europese
superstaat, enorm onder druk komen te staan. Vandaar ook de hang naar
separatisme en populisme. Veel mensen willen verandering en zoeken een voertuig
om die verandering tot stand te brengen. Dat voertuig zou, in deze tijd van
rechtse dominantie en een kapitalisme dat geen grenzen en regels meer kent, de
linkse beweging moeten zijn. Maar helaas moeten we vaststellen dat het huidige
links, dat wordt beheerst door soft links, van al deze zaken niets moet hebben.
Identiteit wordt als niet belangrijk gezien, de strijd tegen de EU en de NAVO
is door de meeste linkse clubs opgegeven, en er is geen antwoord op de
islamisering en de toename van het aantal vluchtelingen. Is het verwonderlijk
dat de bevolking dan naar andere mogelijkheden kijkt?
De strijd om de eigen identiteit te
behouden, en weer controle te krijgen over het eigen leven zal in de komende
jaren de protestbewegingen kenmerken en domineren. Het is aan links om hier een
antwoord op te vinden, want anders doen anderen dat, wat niet zonder gevaar is.
Waar is de moed gebleven om belangrijke maar gelijktijdig moeilijke zaken aan
te pakken en eigen te maken? Waar is men zo bang voor dat men zich moet
verschuilen achter zwarte piet activisme, en het aanrennen achter rechten voor
ontelbare minderheden, waardoor we zelf een steeds kleinere minderheid worden. Het
enige wat dit oplevert is nog meer versplintering en hoongelach van de
bevolking, vooral de arbeidersklasse die toch eigenlijk onze basis is. De
politieke correctheid, die de bijbel van links is geworden, wordt door de
meeste mensen gezien als een gedrocht dat de echte belangrijke zaken in de weg
staat en blokkeert. Een beter voorbeeld van vervreemding is niet te vinden. Ons
hoofddoel moet altijd zijn de strijd om de macht. De rest is bijzaak of
hobbyisme.
Als we de crisis binnen links,
die wordt veroorzaakt door gebrek aan passende antwoorden, blijven ontkennen. Als
we blijven doen alsof alles helemaal in orde is, en dat het nog beter zou gaan
als die lastige bevolking maar eens naar ons zou luisteren, dan is het
bovengenoemde pessimisme op zijn plaats. Dan is alles verloren en kunnen we
alleen met trots terug kijken op een glorierijk rood verleden. Maar het punt is
dat onze beweging bedoeld is voor de toekomst en niet alleen voor het verleden.
We zijn gericht op het zetten van stappen naar voren, en niet alleen op
terugkijken of het vormen van een levend museum.
Is er dan reden om pessimistisch
te zijn, en alleen maar te denken in termen van kommer en kwel? Eigenlijk niet.
We hebben nog steeds onze ideologie die onze voorvaderen 100 jaar geleden
inspiratie gaf en aanzette tot grote daden. Zij gingen moeilijke beslissingen
en harde maatregelen niet uit de weg om hun doel te bereiken. De fakkel van
toen brand nog steeds, alleen is zijn licht nu verscholen in een zee van
verwarring en versplintering. We hebben een rode toekomst als we het belerende
vingertje verbannen en weer een worden met onze klasse, ondanks alle moeilijkheden
en tegenstrijdige zaken. Dat moet onze hoofdprioriteit zijn. Onze kameraden van
toen gingen de problemen niet uit de weg. In tegendeel; ze werden alleen
maar meer vastbesloten om ten koste van alles de strijd voor te zetten. Dat
is de meest waardevolle les van de Oktober Revolutie, die nog altijd actueel
is. Nooit accepteren dat niets doen een optie is. Een voordeel hebben we; de
heersende klasse verkeerd overal ter wereld in chaos en de verschillende
kapitaalgroepen bekijken elkaar met steeds meer vijandigheid. Misschien is een
omwenteling dus dichter bij dan we nu kunnen vermoeden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten