Nog maar kort geleden hebben we
geschreven over het gebrek aan verzet in Nederland tegen de aanvallen van de
heersende klasse. We spraken toen over het land der blinden. Maar de vraag is
wel hoe zich dat vertaald naar het leven van alle dag. Is er nog
actiebereidheid in de Nederlandse steden of is het een hopeloze zaak? Om een
antwoord op die vraag te vinden kijken we naar een gemiddelde stad. In dit
geval Amersfoort, een stad in midden Nederland met ongeveer 150.000 inwoners.
Een meer gemiddelde stad kun je eigenlijk niet vinden. Amersfoort was al nooit
een actiestad. Er werd vroeger wel gezegd dat de stad aan de Eem te rood was
voor Koninginnedag, en te oranje voor 1 Mei. Maar hoe zat het met de
actiebereidheid in het recente verleden, en hoe staan de zaken op dit moment?
Als we tussen de 20 en 30 jaar terug
gaan zien we dat er in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw in Amersfoort toch
wel een soort strijdtraditie was, hoewel het om een beperkte variant ging. Vanaf
het einde van de Tweede Wereld Oorlog heeft de stad altijd een CPN afdeling
gekend, die wel niet enorm groot was, maar wel actief. Ook was de partij
vertegenwoordigd in de gemeenteraad. Dat gaf een zeker houvast aan iedereen die
zich tegen het systeem wilde verzetten. Er was ook een bescheiden
kraakbeweging, die nooit Amsterdamse vormen heeft aangenomen, maar wel een
aantal panden kraakte en zich verzette tegen de leegstand en de huisjesmelkers
in de stad. We spreken dan vooral over de jaren 80, met nog een staartje in de
jaren 90. Activisten die zich hier mee bezig hielden hadden zich deels verenigd
in het Collectief Avanti. In de jaren 90 zakte dat allemaal een beetje in om
zo’n jaar of 10 geleden een kleine revival door te maken.
Toen de CPN in 1991 werd opgeheven en
opging in GroenLinks zakte ook de actiebereidheid, om dat GroenLinks zich
weliswaar in het begin als een actiepartij wilde promoten, maar uiteindelijk
een wat meer elitaire club werd waar de CPN bloedgroep, zoals het werd genoemd,
nog nauwelijks was terug te vinden. Die situatie is niet veranderd tot op de
dag van vandaag. Er was dus, zo midden jaren 90, een vacuüm ontstaan en mensen
die zich wilde verzetten tegen Den Haag of Brussel of beiden, moesten opzoek
naar alternatieven. Die kwamen er. Er ontstond een afdeling van de
Socialistisch Arbeiderspartij (SAP), de Nederlandse vleugel van de 4de
Internationale. Daarnaast kwam er een afdeling van de Nieuwe Communistische
Partij Nederland (NCPN), een voorzetting van de VCN, die ooit in Amersfoort aan
de Tweede Kamer verkiezingen deelnam.
De NCPN was wat breder dan de VCN en
bestond vooral uit vrij jonge leden met wortels in de kraakbeweging. Bij de SAP
lag de gemiddelde leeftijd wat hoger, maar daar was de actiebereidheid niet
minder om. Voor beide partijen was de strijd tegen het opnieuw opkomende
fascisme een hoofddoel, en er werd dan ook behoorlijk actie gevoerd tegen
Naziepartijen zoals de CD en CP’86. Er werden folders verspreid en met
kraampjes in het centrum gestaan. In die tijd sprong links dus wel behoorlijk
in het oog in Amersfoort. Overigens werd dat niet bepaald uitgedrukt in
aanhang, want die bleef beperkt. Maar er gebeurde in ieder geval wat, en in
tijden van spanningen of nood wist men elkaar te vinden.
Buiten deze partijen was er nog meer.
Er bestond een antifascisme comité, waarin verschillende groepen waren
vertegenwoordigd. Later, in 1994, ontstond ook het Agri Koerdistan Comité, dat
zich bezig hield met het ondersteunen van de Koerden tegen de onderdrukking
door de Turkse staat. Actiebereidheid was er ook bij de Turkse Arbeiders Vereniging
Atigd, niet alleen voor de eigen achterban, maar ook in samenwerking met de
bovengenoemde groepen en partijen. Er werd druk samengewerkt tegen de fascisten,
met als hoogtepunt de protesten tegen de installatie van een paar fascisten in
de Amersfoortse gemeenteraad in 1994. Toen kwam zelfs de ME naar Amersfoort om
dat men bang was voor rellen, die er overigens niet kwamen.
We zien dus dat er in de jaren 90
behoorlijk werd samengewerkt door de verschillende groepen en partijen in de
stad en dat leverde een aantal activiteiten op. Er waren informatieavonden in
“De Instee” op de Singel over verschillende onderwerpen, er waren picketlines
bij het gemeentehuis en het centraal station, en werd een mooi Koerdistan Festival
georganiseerd in de “Drietand” bij het Neptunisplein. Omdat dus ook de Koerden
zich in Amersfoort begonnen te roeren kwam er een reactie van fascistische
Turken, de zogenaamde Grijze Wolven. Er waren bedreigingen en pogingen tot
intimidatie. Er werd aangifte gedaan, maar de Amersfoortse politie vond dit
niet interessant en weigerde in eerste instantie om de aangiften op te nemen.
Pas na een klacht bij de burgemeester lukte dit wel. Dat de Koerden actief
waren was te zien aan de vele kleurige PKK posters die overal in de stad
verschenen.
De SAP deed verschillende keren mee
met verkiezingen en de NCPN deed dat in eerste instantie niet. Pas nadat de
afdeling uit elkaar was gevallen en er wat nieuwe mensen aan het roer kwamen
ging de NCPN zich richten op de Amersfoortse gemeenteraad. In 1998 leverde dat
rond de 700 stemmen op. Niet voldoende voor een zetel, maar wel genoeg voor een
woede uitbarsting van de VVD wethouder van der Werf, die bijna zijn niet karige
snor op at. Er was toen nog geen SP in Amersfoort, omdat deze partij
verschillende valse starts had gemaakt. Toen de NCPN het in 2006 nog eens
probeerde, met wel de SP als concurrent, viel het stemmenaantal terug. Maar dat
is op de zaak vooruit lopen.
We blijven nog even in de jaren 90 om
te kijken naar het hoogtepunt van links Amersfoort in die jaren; de
demonstratie tegen fascisme, en vooral fascisten op de straat, op 5 mei 1995.
De aanleiding voor deze demo was een onaangekondigde mars door een zootje
ongeregeld van CP’86 door de Amersfoortse binnenstad een paar maanden eerder.
De Amersfoortse actiescene, die door deze mars was verrast, wilde het er niet
bij laten zitten. Er moest een tegengeluid komen, en omdat Nederland in mei 1995
50 jaar bevrijding van het fascisme vierde, werd deze gelegenheid aangegrepen
om een demonstratie te organiseren. Niet iedereen zag het idee zitten omdat men
bang was voor een kleine opkomt. Maar er werd doorgezet en onder de naam
“Amersfoort Solidair” kwam de demonstratie toch van de grond. Het werd voor
Amersfoortse begrippen een ongekend succes, want er waren rond de 200
deelnemers. Er kwamen ondermeer delegaties uit Utrecht en andere omliggende
plaatsen op af. Er was zelfs een klein opstootje, zeer ongewoon voor politiek
Amersfoort.
Na de demo ging de groep “Amersfoort Solidair”
door en er kwamen ondermeer campagnes rond Kamp Amersfoort. Een daarvan had als
doel om het golfspelen op de massagraven rond het kamp te stoppen. Golfbaan de
“Hoge Kleij” wilde daar echter niets van horen, dus de elite slaat nog steeds
een balletje op deze tragische plek. Het vredes en herdenkingspark dat
Amersfoort Solidair voor ogen had is er nooit gekomen. Maar door als lont in
het kruitvat te fungeren werd wel afgedwongen dat Kamp Amersfoort uiteindelijk
een nationaal monument werd.
Na verloop van tijd hield Amersfoort
Solidair op te bestaan, omdat de leden andere dingen gingen doen. Dit gebeurde
kort na de eeuwwisseling. Van de andere groepen in de stad was toen al bijna
niets meer over. De SAP afdeling hield op te bestaan, en ook het antifascisme
comité en het Agri Koerdistan comité verdwenen uit beeld. De NCPN hield het
langer vol, en is nooit helemaal uit Amersfoort verdwenen. Op dit moment is
alleen de SP nog over als enigszins linkse kracht.
Zoals eerder gezegd was de SP al in de
jaren 90 bezig om een afdeling in de stad op te zetten. Dat gaf veel
moeilijkheden en pas in de laatste 15 jaar kwam de partij in Amersfoort echt
van de grond. Men heeft nu een vaste plaats in de gemeenteraad en in het begin
waren er ook wel campagnes om burgers te mobiliseren. Maar dat komt nu praktisch
niet meer voor. De SP is in de greep van het parlementarisme en heeft daar veel
principes voor opgeofferd. Men komt nu nog nauwelijks het stadhuis uit.
Een goed voorbeeld waren de recente
bezuinigingen van 19 miljoen euro. Deze bezuinigingen werden opgelegd omdat het
hopeloze gemeentebestuur, na jaren van financieel wanbeleid en uit de hand
gelopen prestige projecten, door de provincie onder curatele was geplaatst.
Door de bezuinigingen zijn nog meer voorzieningen uitgekleed of gewoon
gesloten. Daar komt nog bij dat de gemeentelijk belastingen de pan uit stijgen.
Je zou denken dat dit voor de SP een unieke kans was om het gemeentebestuur aan
de schandpaal te nagelen, maar dat zat er niet in. De SP stemde tegen, maar
bleef “constructief”, wat in gewone woorden betekend dat men er niets tegen
ondernam. Links Amersfoort blijft dus achter zonder stem, en van de oude
activisten is niemand blij met de SP. Een oud CPN’er sprak het zo uit: “Ik ben
lid geworden van de SP, terwijl ik weet dat het eigenlijk niets is. Ik wilde
gewoon weer ergens bij horen.”
Ook Amersfoort kent zijn lokale
partijen, maar daar is niets progressieves onder te vinden. De meest bekende is
de Burger Partij Amersfoort (BPA). Deze club bestaat uit reactionairen en
teleurgestelde leden van de elite die vinden dat ze iets beters verdiend
hadden. Ze munten uit door een grote bek, super opportunisme en de vele
onderlinge ruzies. Als gewone burger heb je van de lokalen niets te verwachten,
alleen af en toe wat politiek theater.
Dus is het stil geworden in Amersfoort
als het gaat om actiebereidheid, net als in veel andere plekken in Nederland. Laatst
was er wel een kleine demonstratie tegen landelijk politiegeweld en er werden
zelfs stenen naar een stadsbus gegooid. Een kleine opleving of gewoon
baldadigheid, dat zal in de toekomst moeten blijken. Misschien zullen er mensen
zijn die zeggen dat er wel degelijk dingen in de stad gebeuren. Dat zou mooi
zijn, want het zouden lichtpuntjes zijn in de vele momenten van duisternis.
Maar intussen slapen de Amersfoorters gewoon verder, een kleine groep met een
steeds dikker wordende portemonnee, en een veel grotere groep met een toenemend
gevoel van honger en armoede. Ze zijn daarbij ook niet alleen. Amersfoort als
graadmeter van Nederland anno 2015.