Laten we vandaag eens even om ons heen
kijken. Denk nou niet, dat doen we toch iedere dag, want dat is niet waar. Als
dat wel zo was zouden we zien dat voor onze ogen een hele andere wereld aan het
ontstaan is. En die zich in razend tempo ontwikkelende wereld is er niet mooier
op geworden. Misschien zien we het wel, maar kijken we weg. Misschien willen we
het ook helemaal niet weten, want als je voor jezelf gaat toegeven dat er iets
helemaal fout aan het gaan is, is de volgende stap om daar wat aan te doen.
Precies daar schrikken de meeste mensen voor terug. Dan is wegkijken
makkelijker, misschien ook veiliger. Maar helaas, ieder die zo denkt loopt met
de ogen dicht een wereld binnen waar het begrip veiligheid niet meer bestaat.
Als we het hebben over veiligheid
bedoelen we niet het soort veiligheid waar de heersers altijd mee schermen. Een
smeris op iedere straathoek en steeds meer gevangenissen. Het gaat er om hoe
veilig we zijn in de gewone maatschappij, onder elkaar dus eigenlijk. En precies
daar begint het probleem steeds groter te worden. Want eigenlijk is er nog maar
nauwelijks iets wat je gemeenschap zou kunnen noemen. Ieder zit in zijn eigen
hokje of op zijn eigen eilandje, en komt daar nog maar weinig uit of vanaf. Er
was een tijd dat mensen in een straat elkaar goed kenden, maar niet alleen dat,
men ging ook veel meer echt met elkaar om. Er werd geholpen, er werd geroddeld,
er werd ruzie gemaakt, maar er werd ook opgelet. Opgelet op de kinderen, maar
ook op elkaar. Natuurlijk waren er ook problemen, maar door de korte lijntjes
waren oplossingen veel sneller gevonden en gevaren bezworen.
De wereld van toen is steeds meer een
digitale wereld geworden, en dat betekend dat contacten steeds meer via de
computer of de smartphone lopen, dan gewoon op straat, in de winkel of in de
kroeg. Vooral de jongeren bouwen hun wereld via de computer. De gevaren van
vroeger, die vaak snel aangepakt werden, zijn er nog steeds, maar nu zijn ze
veel minder zichtbaar. In de buurt van Amersfoort werden afgelopen week twee
jonge meisjes bruut vermoord en in het water gegooid. De twee los van elkaar
staande zaken worden nog steeds uitgezocht, maar twee jongens van 14 en 16
zitten vast. De ene heeft bekend, de andere nog niet. De contacten tussen
slachtoffers en daders werden waarschijnlijk digitaal gelegd. Dat bedoelen we
dus met de onzichtbare gevaren, die veel moeilijker dan vroeger te herkennen
zijn. In een week tijd heeft de zogenaamde “moderne wereld” twee jonge levens
geëist. Daar komt nog bij dat voor de families niets meer hetzelfde zal zijn.
Nooit meer.
Dit is geen pleidooi voor het
afschaffen van computers en smartphones, maar we moeten ons wel realiseren dat
deze zogenaamde “moderne wereld” niet bij toeval is ontstaan. Er is eigenlijk
maar een fenomeen waar de heersende klasse echt bang voor is, en dat is een
verenigde en ook onderling solidaire gemeenschap. Zo’n gemeenschap kan namelijk
macht opbouwen, en dan zou het wel eens kunnen dat de privileges van de
bovenlaag onder druk komen te staan. Het is natuurlijk niet voor niets dat men
daarom de individualisering heeft uitgevonden. Het is het beste middel om de
gemeenschap in duizenden stukjes te slaan. Stukjes die allemaal makkelijk
beheerst en gemanipuleerd kunnen worden. Van strijd of tegenstand is dan geen
sprake meer. Er wordt wel gesproken over het ontstaan van de mondige burger,
maar dat is in feite veel lawaai zonder echte inhoud. Als de heersers het
willen is de mondige burger snel monddood gemaakt. Wie ben je immers op je
eentje?
Sommige zullen het misschien zien als
nostalgie, maar toch is het belangrijk om af en toe te kijken hoe het vroeger
ging. Niet om naar terug te verlangen, maar om lessen uit te trekken. Nog niet
zo lang geleden was het voor veel mensen heel gewoon om actief te zien. Na een
dag hard werken zag men er niet tegen op om in de avond weer op de fiets te
stappen en naar vergaderingen of bijeenkomsten te gaan. Soms van een partij of
vakbond, soms van een sport of hobby. Men ging langs de deur om contributie op
te halen, verkocht kranten of boeken, er werd gepraat en gediscussieerd. Dat
deed natuurlijk niet iedereen, maar voor de meerderheid was dit soort leven
heel normaal. Het belangrijkste van dit alles was dat men elkaar wist de
vinden. Niet in huis, niet in een hokje, maar gewoon op straat in de
gemeenschap. Was er iets aan de hand, dan werd er ook gezamenlijk opgetreden.
Deze gemeenschap was de heersende
klasse een doorn in het oog. We kunnen dan ook gerust stellen dat ze dit soort
gemeenschap, en de macht die het uitstraalde, heel grondig kapot gemaakt
hebben. Dat proces was al gaande lang voordat de digitale snelweg zich
aandiende. Maar die zelfde snelweg kwam wel als geroepen. In plaats van met
elkaar te praten en samen te strijden voor de gemeenschappelijke belangen, zit
iedereen nu in zijn of haar huis, met de computer als link naar de wereld. Je
zou het de ultieme vorm van verdeel en heers kunnen noemen.
Kijk maar naar de voordelen die het de
heersers heeft gebracht. Van gemeenschap en solidariteit is nauwelijks nog sprake.
De meesten mensen zitten opgesloten in een eigen wereldje, waarbij de
mogelijkheid om samen de strijd aan te gaan niet eens meer een optie is.
Iedereen worstelt met de eigen problemen die alleen vaak niet op te lossen
zijn. Samen sta je sterk, was vroeger een belangrijke slogan. Maar die wijsheid
is nog maar in een kleine kring bekend. Intussen gaat de uitbuiting gewoon door,
en hebben we steeds minder de kracht en de mogelijkheid om tegen foute
ontwikkelingen op te treden. Daar komt nog bij dat iedere stap op de digitale
snelweg door de overheid prima te traceren is. Je bent dus niet alleen
geïsoleerd, maar alles wat je doet wordt ook nog eens in de gaten gehouden,
geregistreerd en jarenlang bewaart. Men slaat er zelfs geld uit door gegevens
door te verkopen. Voor de elite kan het eigenlijk niet beter. Organisaties zijn
er nog nauwelijks, en als ze er al zijn is de strijdbaarheid weg gereorganiseerd.
Kortom; onze vijanden hebben vrij spel.
Laten we dus eens om ons heen kijken,
zodat we kunnen zien in wat voor toestand we eigenlijk zijn terecht gekomen.
Laten we ons afvragen of we dit soort “moderne wereld” wel willen. Laat niemand
zeggen dat er geen alternatief is. We moeten het alleen willen, en er
natuurlijk iets voor doen. Dat betekend niet dat we geen moderne middelen
moeten inzetten voor de strijd, integendeel, het is er dus moeten we het
gebruiken. Alleen wel op de juiste manier, en met altijd in het achterhoofd dat
dit niet de enige weg is. Als er geen andere wegen meer zijn hebben we altijd
nog onze vuisten, en natuurlijk als basis onze ideologie. Het zijn juist die
vuisten, en die ideologie, waar de elite zo bang voor is. Laten we dat vooral
nooit vergeten, en laten we zorgen dat we elkaar weten te vinden. Nu meer dan
ooit.