Het Amerikaanse afluisterschandaal
begint intussen gigantische proporties aan te nemen. We kunnen ons intussen
niet meer aan de indruk ontrekken dat iedereen en alles door de Amerikaanse NSA
wordt afgeluisterd, getapt of op een andere manier in kaart gebracht. Als
linkse activisten hebben we er altijd rekening meegehouden dat er wordt
meegeluisterd. We weten het en we nemen onze maatregelen. Of dat nu door de NSA
gebeurt of door de AIVD maakt geen verschil. Het oor van de vijand is nooit ver
weg. Soms is het wel leuk om hier spelletjes mee te spelen en het trouwe
luisterpubliek op het verkeerde been te zetten. Want natuurlijk, als links doen
ook wij aan contra spionage. De heren en dames aan de andere kant van de lijn
zullen dat wel als primitief zien, maar ook primitieve dingen werken, en soms
zelfs nog beter als de glanzende kastjes vol lampjes waar de zogenaamde
professionals gebruik van kunnen maken. Wij winden ons over dat meeluisteren
dus al niet eens meer op.
Maar intussen is gebleken dat het
afluisteren veel verder gaat dan alleen maar de tegenstanders van de heersende
orde. Cijfers die nu in de pers verschijnen geven aan dat alleen in Nederland,
in december 2012, meer dan 1.8 miljoen telefoongesprekken zijn afgetapt en
opgeslagen. Daar kan dus iedereen mee te maken hebben. Daarna kwam het bericht
dat de Amerikanen intussen ook de mobiels en andere communicatiemiddelen van 35
wereldleiders op regelmatige basis aftappen. Als communisten hebben wij altijd
gezegd dat het kapitalisme niet homogeen is, en dat de onderlinge
concurrentiestrijd geen minuut stil ligt. Maar nu lijkt het er op dat de
Amerikanen in feite geen enkel bevriend staatshoofd meer hebben. Iedereen wordt
als potentiële bedreiging gezien die in de gaten moet worden gehouden. De
informatie die hierdoor wordt verkregen wordt zowel militair als ook economisch
gebruikt. Wat een fijne bondgenoten zijn het toch onder elkaar. Wat een
vertrouwen en wat een brutaliteit. Als deze raddraaiers niet onze levens zouden
controleren, zou je omvallen van het lachen.
Toen de eerste informatie over het
afluisteren naar buiten kwam werd er door de meeste regeringen een beetje
sceptisch op gereageerd. Nu blijkt dat de regeringsleiders zelf worden bespied
is het in eens heel anders. De Duitse kanselier Merkel ging uit haar dak toen
bleek dat haar aftandse Nokia door de NSA werd afgetapt. De Belgen schreeuwde
moord en brand toen bleek dat er bij Belgacom was ingebroken door de trouwe
bondgenoten aan de andere kant van de oceaan. De Franse minster sloeg met zijn
vuist op tafel, brulde dat het allemaal onacceptabel was en eiste antwoorden
van de Amerikaanse president Obama. Kortom, de rapen waren nu echt gaar.
En hoe zat het met Nederland? Eerst
bleef men volhouden dat er hier in ieder geval niets aan de hand was. De polder
lag er vredig bij en Amerikaanse oren had men nog nooit gezien. Zelfs geen
kleintjes. Tot de berichten binnensijpelden over de 1.8 miljoen afgeluisterde
gesprekken. Dat was even schrikken natuurlijk. Maar in tegenstelling tot
Duitsland en Frankrijk bleven hier boze reacties vanuit het kabinet uit.
Plasterk van Binnenlandse Zaken werd naar Pauw & Witteman gestuurd om de
gemoederen tot bedaren te brengen. Hij begon met te zeggen dat we eigenlijk niets
zeker weten. Over de 1.8 miljoen gesprekken zei hij dat dit waarschijnlijk de
gesprekken tussen Nederland en Amerika waren. Blijkbaar vindt hij het normaal
dat er wordt getapt als je met Amerika belt, al is het maar met je bejaarde
tante. Toen hij onder druk kwam te staan met betrekking tot een tegenactie kwam
hij niet verder dan zich te verschuilen achter een Europese commissie die de
boel aan het onderzoeken was.
Plasterk eiste geen uitleg van de
Amerikanen en hij sloeg ook niet met zijn vuist op tafel. In het hele gesprek
gedroeg hij zich als een gehoorzame loopjongen van de Amerikaanse heersers. De
baas had gesproken dus hij mocht alleen maar kwispelen en af en toe een beetje
piepen. Het was wel leerzaam om te zien dat onze telefoonveiligheid in handen
van dit soort slijmjurken is. Dat weten we natuurlijk wel, maar voor iedereen
die dit nog niet begrepen had was dit een afschrikwekkend voorbeeld. Van de
Nederlandse regering is op dit terrein niets te verwachten. Ze zouden niet
durven. Immers als er niet genoeg word gekropen mag Nederland misschien niet
mee doen met de volgende militaire interventie, en daar zijn ze juist zo gek op
in Den Haag. Wel met andermans kinderen natuurlijk, hun eigen gebroed wagen ze
daar niet aan.
De hele afluisteraffaire toont opnieuw
aan wie en wat de Amerikanen eigenlijk zijn. Amerika kent geen bondgenoten of
bevriende naties, men wil alleen volgelingen en onderdanen. Als het opperhoofd
in Washington spreekt moet iedereen gehoorzamen. En om zeker te zijn dat dit
ook gebeurd wordt iedereen en alles afgeluisterd. Vervolgens wordt daar dan ook
weer over gelogen, dit als camouflage om nog een grotere afluisteroperatie op
poten te kunnen zetten. Dat zijn de figuren die Plasterk “vrienden” noemt. Je
vraagt je af wat voor beeld hij dan van vijanden heeft
Dan is er nog de vraag wat je
eigenlijk tegen deze Amerikaanse aanvallen zou kunnen doen, zeker als klein
land. Het antwoord is helder, want er zijn mogelijkheden zat. Je zou de
Amerikanen kunnen vertellen dat ze hun atoombommen die op Volkel liggen moeten
weghalen. Waarom moeten wij dit gevaarlijk schroot nog steeds voor ze bewaren
en zelfs laten vernieuwen? Je kunt je ook terugtrekken van bijvoorbeeld de
afspraken over paspoorten. Het feit dat er in Europese paspoorten nu vingerafdrukken
en andere technische snufjes zitten is omdat de Amerikanen het eisen. Gewoon
opzeggen die onzin, en er ook nooit meer aan beginnen. Hetzelfde geldt voor het
zogenaamde Swift akkoord, wat de Amerikanen het recht geeft om in Europese bankrekeningen
te snuffelen.
Zelfs dat snuffelen is niet genoeg want de Yanks vonden het nodig
om in dit systeem in te breken en onbeperkt gegevens te bemachtigen. Gewoon
verscheuren dat akkoord, dichtgooien die deur en de boel beter beveiligen.
Voor alle duidelijkheid de Nederlandse
AIVD is geen haar beter en doet dezelfde dingen als de Amerikaanse NSA. Dat
krijg je als dit soort organisaties de mogelijkheid krijgen om een staat binnen
de staat te vormen. Zonder controle en zonder het afleggen van verantwoording.
Maar het belangrijkste van deze hele zaak is dat het aantoont wat voor
mentaliteit Amerika er op na houdt. De voormalige president en
oorlogsmisdadiger George Bush zei ooit: “Wie niet voor ons is, is tegen ons.”
Dat was maar de halve waarheid, want zelfs de zogenaamde bondgenoten worden als
tegenstanders en vijanden behandeld. Het Amerikaanse imperialisme kent geen
vrienden, alleen maar slachtoffers.